Hoe slimmer de stad, des te scherper ook het toezicht. Is dit wel een goed compromis?

Foto van Richard van Hooijdonk
Richard van Hooijdonk
  • Stedelijke problemen vragen om slimme oplossingen
  • Teveel van het goede: creëren we een controlestaat?
  • Onze apps vernietigen de illusie van privacy

Slimme steden spreken tot onze verbeelding en geven ons een kijkje in de toekomst. Door hightech oplossingen met creatief denken te combineren, bieden slimme steden niet alleen oplossingen voor de toenemende stedelijke uitdagingen; ze beloven ook een rijker, voller en makkelijker leven. Veel van deze verbeteringen zijn het resultaat van een zorgvuldige optimalisatie van diensten, wat mogelijk wordt gemaakt door de integratie van slimme sensoren en nog slimmere algoritmen die ze aansturen.

Stedelijke problemen vragen om slimme oplossingen

Alleen al in het Verenigd Koninkrijk kostten de dagelijkse verkeersproblemen vorig jaar maar liefst 30,8 miljard pond. Dat zijn schokkende bedragen en het lijkt erop dat het verkeersprobleem in de toekomst alleen maar erger wordt. Totdat we menselijke chauffeurs vervangen door zelfrijdende auto’s, zijn geavanceerde systemen die de verkeersdoorstroming kunnen meten, files kunnen voorspellen en de verkeer kunnen regelen, voorlopig de beste tussentijdse oplossing.

Een ander, steeds groter wordend probleem is de criminaliteit. Ook daarbij kunnen slimme steden helpen. Denk hierbij aan slimme sloten die dankzij Bluetooth en Wi-Fi kunnen detecteren dat je eraan komt en automatisch je voordeur ontgrendelen. Of slimme camera’s en sensoren met de nieuwste gezichtsherkennings-algoritmen die terroristen opsporen voordat ze de kans krijgen een aanslag te plegen. Slimme technologie kan helpen om onze straten te bewaken en onze huizen te beschermen. Deze technologieën bieden belangrijke nieuwe oplossingen, maar we betalen er ook een hoge prijs voor.

Drie laptops en andere slimme tech zweven tussen twee handen in de lucht
Denk hierbij aan slimme sloten die dankzij Bluetooth en Wi-Fi kunnen detecteren dat je eraan komt en automatisch je voordeur ontgrendelen.

Teveel van het goede: creëren we een controlestaat?

Nu we steeds afhankelijker worden van technologie om ons leven gemakkelijker en veiliger te maken, stellen we ons ook bloot aan vormen van controle die een paar jaar geleden nog ondenkbaar waren. Is dit een compromis waarmee we kunnen leven? Slimme verkeersleiding meet namelijk niet alleen de massabeweging van auto’s. Om optimaal te functioneren, houdt het ook alle individuele voertuigen in de gaten. Deze intelligente systemen weten wanneer je je huis verlaat, waar je naartoe gaat, waar je stops maakt en wanneer je weer terugkomt. En gezichtsherkenningssystemen richten zich niet alleen op criminelen, ze monitoren iedereen die op straat loopt. Tenzij je een privacyspecialist bent, zal het je waarschijnlijk verbazen hoeveel inzicht de kunstmatige intelligentie (KI) in deze systemen in jouw privéleven kan krijgen. Het weet en ziet alles. Die overnachting in het appartement van je geheime liefde: gespot. Die keer dat je dronken uit de kroeg kwam: gezien. Die vluchtige vrijpartij met je collega in de parkeergarage: geregistreerd. De KI-systemen weten veel meer over ons dan we denken, met inbegrip van onze geheimen. Slimme sloten weten precies wanneer je weggaat en thuiskomt, wie er bij je is en hoe vaak ze langskomen. Dat soort informatie wordt vaak verkocht of gedeeld. Het is eigenlijk beangstigend hoeveel onze slimme wereld van ons weet.

We vertrouwen erop dat onze regeringen een evenwicht vinden tussen veiligheid en privacy. Maar zoals Chris Mellor, auteur van The Register, waarschuwt: “KI kan gezichten en voertuigen herkennen. Welk stadsbestuur wil nou geen gebruik maken van technologieën waarmee je burgers opspoort die zich niet aan de regels houden? Door een rood stoplicht lopen bijvoorbeeld, of fout parkeren, te hard rijden, verboden terrein betreden, illegale bijeenkomsten, enzovoort.” Zulke niveaus van toezicht wil niet iedereen zomaar accepteren, maar het lijkt erop dat we geen keuze hebben.

En het is niet alleen een probleem in verkeersregulering en misdaadbestrijding. De detailhandel lijdt, zoals we weten, onder de gevolgen van generatieverschuivingen en nieuwe consumentgewoonten. We zijn de laatste jaren dan ook getuige geweest van enorm veel winkelsluitingen. Om beter in contact te komen met klanten maken retailers daarom steeds meer gebruik van big data en KI. Ze hopen dat ze door het verzamelen van enorme hoeveelheden klantgegevens beter kunnen adverteren, voorbijgangers met gepersonaliseerde real-time marketing kunnen ‘lokken’ en zo meer klanten de winkel in kunnen krijgen. Maar ook deze surveillancesystemen stellen ons bloot aan ‘het alziend oog’.

Om deze systemen goed te laten functioneren, moeten retailers je overtuigen je privégegevens te delen. Maar we hebben vaak geen idee hoeveel informatie we daardoor daadwerkelijk prijsgeven. Elke app die we gebruiken en elke Google-zoekopdracht brengt onze privacy in het gedrang. Je herinnert je misschien het geval van de zwangere tiener in de VS nog wel, die babyproducten aangeboden kreeg door winkelketen Target – nog voordat ze haar ouders überhaupt had verteld dat ze in verwachting was. Het slimme advertentiesysteem van Target gebruikte haar online zoekopdrachten om vast te stellen dat ze zwanger was. Vervolgens stuurde het bedrijf haar gepersonaliseerde aanbiedingen. Uiteraard waren de ouders verbijsterd en boos dat Target hun minderjarige dochter babyproducten aansmeerde – en al helemaal toen ze uiteindelijk begrepen waarom.

Onze apps vernietigen de illusie van privacy

Dat was overigens al in 2012, en sindsdien is er natuurlijk veel veranderd, maar niet per definitie verbeterd. Toen Judith Duportail, een verslaggever voor The Guardian, Tinder vroeg om een overzicht van haar gegevens, kreeg ze de schok van haar leven. “Ik ontving zo’n 800 pagina’s met informatie over mijn Facebook likes, mijn Instagramfoto’s (zelfs nadat ik het bijbehorende account had verwijderd), mijn opleiding, de leeftijdsgroep van de mannen waarin ik geïnteresseerd was, hoeveel keer ik ingelogd ben, wanneer en waar elk online gesprek met mijn matches plaatsvond… de lijst is eindeloos.” Probeer je dat eens voor te stellen: 800 pagina’s met informatie van maar één app. Hoeveel apps gebruikt jij?

En het is belangrijk om je te realiseren dat KI – door te monitoren waar je naartoe gaat, je social media profielen te vergelijken, je e-mail te checken op trefwoorden en deze informatie te analyseren – niet alleen een oppervlakkig ‘kijkje’ neemt in je privéleven. Want dat is waar je met het aanvinken van het alombekende hokje mee akkoord gaat. Nee, het is anders dan je denkt. Alessandro Acquisti, hoogleraar informatietechnologie aan de Carnegie Mellon University, noemt dit “secundaire impliciete informatieverschaffing[…] Door je gedrag op de app te bestuderen weet Tinder véél meer over je. Hoe vaak je inlogt en wanneer, het percentage blanke, zwarte en Aziatische mannen of vrouwen waar je een match mee hebt, wat voor soort mensen in jou geïnteresseerd zijn, welke woorden je het meest gebruikt, hoe lang mensen naar jouw foto kijken voordat ze verder swipen, enzovoort. Persoonlijke data is de brandstof van de economie en consumentgegevens worden voor marketingdoeleinden verkocht.”

Niet bepaald een geruststellende gedachte. Wie weet wat we onbewust allemaal onthullen, en wat er met die gegevens op de achtergrond gebeurt. Helaas houden onze privacywetten en persoonlijke gewoontes geen gelijke tred met de technologische ontwikkelingen en omdat we de oplossingen die slimme steden bieden nodig hebben, is het bijna onmogelijk om je hiertegen te verzetten. We ontkomen er echter niet aan; hoe meer gemak, efficiëntie en veiligheid we willen, des te meer we over onszelf moeten prijsgeven.

Share via
Copy link