Technologie voor het einde der tijden: zo overleef je de Apocalyps

Foto van Richard van Hooijdonk
Richard van Hooijdonk
Als de stroom uitvalt en de maatschappij bezwijkt, red je het in de nieuwe woeste wereld alleen als je heel goed voorbereid bent.

Samenvatting

Nu de politieke spanningen wereldwijd toenemen en klimaatcatastrofes met een ongekende frequentie toeslaan, ontstaat er een golf aan overlevingstechnologieën. Van apparaten die 380 liter drinkwater per dag uit de lucht kunnen maken tot apocalypsbestendige programmeertalen voor oude hardware. Stuk voor stuk zijn het staaltjes van menselijk vernuft, bedoeld om de ineenstorting van onze beschaving te kunnen doorstaan.

  • In 2024 moesten meer dan 824.500 mensen hun huis ontvluchten vanwege extreme weersomstandigheden, aldus de WMO.
  • De WaterCube is een apparaat dat vocht uit de lucht haalt en omzet in drinkwater.
  • De FarmPod is een verticaal aquaponicsysteem dat twee keer zoveel voedsel kan produceren als traditionele landbouwmethoden, terwijl het 90% minder water verbruikt.
  • De wereldwijde markt voor rampenparaatheid-producten groeit enorm: van 190 miljard dollar in 2024 tot 426 miljard dollar in 2034, volgens een rapport van Coherent Market Insights.
  • “Mensen maken zich zorgen en willen een veilige plek voor hun gezin hebben. Hun houding is dat het beter is het te hebben en niet nodig te hebben, dan het niet te hebben en straks in de penarie te zitten,” zegt Ron Hubbard, directeur van Atlas Survival Shelters.

Toch roepen deze technologieën ook serieuze ethische vragen op over ongelijke overlevingskansen. Terwijl miljardairs luxe bunkers ter waarde van 300 miljoen voor zichzelf laten bouwen, zitten gezinnen uit de arbeiders- en middenklasse in het nauw als er een grote ramp komt. De ware uitdaging ligt niet zozeer in het ontwikkelen van nieuwe technologie, maar in het ervoor zorgen dat niet alleen de rijken er toegang toe hebben terwijl de rest van de mensheid aan haar lot wordt overgelaten.

De oudste bomen op aarde zijn zo’n 5000 jaar oud. Ze hebben de opkomst en val van heel wat beschavingen meegemaakt. Terwijl de mens door allerlei rampen en epidemieën werd geteisterd, bleven zij stevig met hun wortels in de aarde staan. Deze levende legendes zijn stille getuigen van ons menselijk vernuft om te overleven, maar ook van ons net zo grote talent om rampspoed over onszelf (en de rest van de aarde) af te roepen. We hebben natuurlijk al heel wat ‘close calls’ gekend. De Toengoeska-explosie van 1908 bijvoorbeeld, waarbij een gebied van 2000 km² Siberisch bos werd weggevaagd door een enorme explosie, veroorzaakt door een meteoor die kilometers boven de aarde uiteenspatte. Gelukkig gebeurde dat boven een heel dunbevolkt gebied. Als de meteoor richting Londen of New York was geraasd, zouden er miljoenen mensen zijn omgekomen. Tijdens de Cubacrisis in 1962 balanceerden we dertien dagen lang op de rand van nucleaire vernietiging. En het Coronavirus bewees recentelijk hoe een nieuw virus de wereld in luttele weken volledig kan lamleggen.

Dat gevoel van op de rand van de afgrond te staan is weer terug, maar de dreigingen zijn nu veel omvangrijker. UCLA-klimatoloog Daniel Swain waarschuwt dat 2025 turbulent zal zijn, omdat er niet veel politieke wil meer is om een oplossing te vinden voor de grote problemen die in de wereld spelen. De statistieken spreken boekdelen over hoe kwetsbaar we zijn. Volgens de Wereld Meteorologische Organisatie waren er in 2024 meer klimaatvluchtelingen dan in de afgelopen 16 jaar: maar liefst 824.500 mensen moesten hun huis ontvluchten.

En helaas is dit een trend die door zal zetten. Klimaatvoorspellingen laten zien dat de temperaturen de komende vijf jaar wereldwijd op of rond recordhoogtes zullen blijven, met een kans van 80% dat ten minste één jaar tussen 2025 en 2029 warmer zal zijn dan de recordtemperaturen van 2024. Ondertussen blijkt uit een onderzoek van Nature Food dat een kernoorlog tot een wereldwijde hongersnood kan leiden, met 6,7 miljard doden door het instorten van de voedselvoorziening. Dit zijn geen verre toekomstscenario’s, maar actuele gevaren. Hoe bieden we ze het hoofd en hoe zorgen we voor een veerkrachtige samenleving?

Water uit de lucht gegrepen

Technologie om water uit de lucht te halen zorgt voor een constante watervoorziening.

Drinkwater is onmisbaar voor ons voortbestaan, maar toch blijft het een van de schaarste schatten van Moeder Aarde. Ondanks dat onze atmosfeer 38 miljoen miljard liter water bevat (in de vorm van waterdamp), is het altijd heel moeilijk geweest om het te winnen en om te zetten in drinkbaar water. Daar is nu iets op gevonden. Op de Consumer Electronics Show van 2024 presenteerde Genesis Systems de WaterCube: een apparaat ter grootte van een airconditioning dat tot 380 liter water per dag uit de lucht haalt. Genoeg om een gezin van vier personen van drinkwater te voorzien. Het apparaat werkt ook in klimaten met een hele lage luchtvochtigheid (hoewel het er dan wat langer over doet om water te produceren).

“Onze eerste missie is het duurzaam oplossen van de wereldwijde waterschaarste,” zegt Genesis Systems oprichter David Stuckenberg. “Zodra je dit systeem in je huis hebt aangesloten kun je jezelf afsluiten van het stadswater.” Met een atmosferische watergenerator ben je dus zelfvoorzienend in je water. Het is een betere oplossing dan een waterput, die gemakkelijk vervuild kan raken. Wel heb je er stroom voor nodig. En dat kun je regelen met een off-grid zonnesysteem. Mocht er een grote ramp zijn waardoor je geen toegang meer hebt tot leidingwater, kun je met deze technologie dus een hele lange tijd vooruit.

Waterwinning is echter nog maar het halve werk. Het Korea Institute of Science and Technology (KIST) heeft ‘zee-egel-vormige’ nanomaterialen ontwikkeld die water niet alleen zuiveren, maar er ook waardevol fosfaat uit halen voor hergebruik. Met een wervelende snelheid van 1,1 kilogram fosfaat per kilogram materiaal in slechts vijf minuten, wordt van afval een bruikbare grondstof gemaakt. Dr. Jae-Woo Choi, die het KIST-onderzoek leidde, benadrukt het dubbele voordeel: “Dit onderzoek is belangrijk omdat het de twee processen van fosfaatverwijdering en microbiële sterilisatie in één integreert, waardoor we een energiezuinige waterzuiveringsoplossing kunnen bieden die in omgevingen met verschillende waterkwaliteiten kan worden gebruikt.” Het meest opvallende is dat het materiaal zonder elektriciteit werkt. Door gebruik te maken van de magnetische velden van externe magneten, bespaart de technologie meer dan 99% energie.

Deze uitvinding lost een belangrijk probleem op bij het winnen van water uit de lucht: hoe garandeer je de waterkwaliteit zónder gedoe met ingewikkelde filtersystemen die constant onderhoud en nieuwe onderdelen nodig hebben? Door waterwinning te combineren met zuivering in een energiezuinig systeem, produceer je je eigen schone drinkwater. En dat betekent meer kans op overleving na een ramp.

Als het licht uitgaat

Met de allernieuwste zonnepanelen is het zelf opwekken van stroom voor iedereen bereikbaar.

Elektriciteit is misschien geen must om te overleven (onze voorouders konden prima zonder), maar het maakt ons leven wel een stuk makkelijker en comfortabeler. Maar hoe zorg je voor een constante stroomvoorziening tijdens een grote catastrofe? Off-grid zonnetechnologie blijkt de beste oplossing als het  elektriciteitsnet het laat afweten. En gelukkig worden zonnepanelen steeds beter en goedkoper. Onderzoekers van de Universiteit van Sheffield hebben flexibele zonnecellen ontwikkeld met behulp van perovskiet-halfgeleiders. Voor de productie zijn geen schaarse aardmetalen nodig. De zonnecellen worden gemaakt door minuscuul kleine groefjes in plastic folie te drukken, die dan gevuld worden met perovskietmateriaal. Het productieproces is eenvoudig én goedkoop. De grondstoffen voor perovskieten zijn namelijk niet schaars en elke zonnecel heeft er maar een heel dun laagje van nodig.

Behalve dat er geen dure en schaarse materialen meer nodig zijn, hebben de nieuwe panelen nóg een paar voordelen. “Een belangrijk voordeel van deze flexibele folies is dat het paneel op elk oppervlak kan worden geplakt”, vertelt David Lidzey, professor aan de Universiteit van Sheffield. “In het Verenigd Koninkrijk denk je wel twee keer na voordat je dikke zonnepanelen op relatief kwetsbare daken van magazijnen plaatst die niet zijn ontworpen om zware lasten te dragen. Met deze lichtgewicht zonnetechnologie kun je de panelen in principe overal bevestigen.”

In crisissituaties kunnen de flexibele panelen in een mum van tijd elektriciteit leveren aan beschadigde gebouwen zonder dat het dak versterkt hoeft te worden; heel belangrijk als het normale stroomnet het laat afweten. En als we zelf genoeg energie kunnen opwekken, ziet overleven er opeens heel anders uit. Een gezin met genoeg zonnepanelen en batterijen hoeft zich dan geen zorgen te maken over het bederven van etenswaren in de koelkast en vriezer, kan het huis blijven koelen of verwarmen en telefoons opladen. Samen met technologie voor waterwinning en voedselproductie komen we met zonne-energie een heel eind. De vraag is dan niet langer óf we kunnen overleven, maar welke levenskwaliteit we kunnen handhaven.

Voedsel telen zonder grond

Grondloze landbouw zorgt voor voedselzekerheid als de traditionele landbouw in zwaar weer komt.

Door klimaatverandering krijgt de conventionele landbouw het steeds moeilijker. We zien nu al dat veel oogsten mislukken. Hoe krijgen we ons bordje toch gevuld? Met verticale landbouw en aquaponics. Deze technologieën zijn niet afhankelijk van de kwaliteit van de grond, het weer of transportnetwerken. Ze zijn ontworpen voor kleine ruimtes en heel efficiënt. De FarmPod bijvoorbeeld: dit verticale aquaponics-systeem produceert commerciële hoeveelheden voedsel op een oppervlakte ter grootte van één parkeerplaats en verbruikt 90% minder water dan traditionele landbouwmethoden. Het systeem creëert een natuurlijke kringloop tussen vissen en planten. In een notendop: vissenpoep levert voedingsstoffen voor de groei van planten, terwijl de planten het water voor de vissen filteren en zuiveren. De uitvinding is een gesloten, geautomatiseerd systeem en werkt op off-grid zonne-energie.

De FarmPod produceert twee keer zoveel voedsel in een kwart van de ruimte die de conventionele landbouw nodig heeft. Naast verse groente (spinazie, boontjes, witlof, paprika, en noem maar op) zijn de vissen die er (voor consumptie van de mens) rondzwemmen kwik-, hormoon- en antibioticavrij. Het systeem is volledig geautomatiseerd en heeft bijna geen menselijke tussenkomst nodig. Je hoeft alleen maar de visvoederbak te vullen, je gewassen te kiezen en het voedsel te oogsten. Een uitkomst als de lokale supermarkt leeg raakt. Er is weinig gespecialiseerde kennis voor de voedselproductie nodig en je hebt met minimale middelen een grote opbrengst.

Verticale landbouwtechnologie kent ook wel wat nadelen als de samenleving volkomen uit elkaar valt. De systemen vereisen geavanceerde monitoring, vervangende onderdelen voor pompen en filters, en gespecialiseerde kennis bij technische problemen. Dankzij de automatisering hebben ze minder dagelijks onderhoud nodig, maar als er technisch wat mis gaat zitten we in de puree als er geen reparatiediensten en vervangende onderdelen zijn. Toch is ‘landbouw zonder land’ de beste kans die de mensheid heeft om de voedselvoorziening op peil te houden als de infrastructuur langdurig op z’n gat ligt. Met voedselproducerende systemen die niet afhankelijk zijn van het weer, de bodemkwaliteit of toeleveringsketens, kunnen we in dat geval overleven.

De code die werkt als niks anders het doet

Als moderne computers niet meer werken, zijn oude programmeertalen en besturingssystemen onze kans om alles draaiende te houden.

Wanneer de Canadese programmeur Virgil Dupras aan het einde van de beschaving denkt, ziet hij geen complete chaos voor zich zoals in Mad Max. Hij stelt zich iets veel sluipender voor: een langzame technologische ineenstorting. Onze hypercomplexe digitale infrastructuur die geleidelijk aan uitvalt omdat de wereldwijde toeleveringsketens die ervoor nodig zijn, niet meer werken. “Routers gaan kapot. Servers sterven een stille dood. Telefoons doen het niet meer. Niets werkt meer”, zo voorspelt Dupras deze wereldwijde black-out. Om klaar te zijn voor zo’n digitale Apocalyps heeft Dupras ‘Collapse OS’ ontwikkeld, een besturingssysteem dat speciaal is ontworpen voor het einde van de wereld.

Collapse OS is gebaseerd op Forth, een programmeertaal die eind jaren vijftig is bedacht door computerwetenschapper Chuck H. Moore. Deze taal communiceert rechtstreeks met de hardware via simpele commando’s die ‘Words’ worden genoemd en die de gebruiker ter plekke kan bedenken. Waar moderne besturingssystemen vele gigabytes aan RAM nodig hebben, heeft Collapse OS maar een paar kilobytes nodig. Het is licht en kan draaien op oude hardware, waardoor de mensheid 8-bit microcontrollers kan blijven programmeren. Dit zijn minuscule computertjes die radio’s, zonnepanelen en andere onmisbare systemen aansturen. In een wereld na een grote ramp kan het cruciaal zijn om deze apparaten met weinig middelen opnieuw te kunnen programmeren voor het automatiseren van broeikassen, het managen van communicatiesystemen en het regelen van de stroomvoorziening.

Dupras werkte twee jaar aan Collapse OS, maar besefte dat het behoud van computerkracht alleen niet genoeg zou zijn om een in puin gevallen samenleving opnieuw op te bouwen. In 2022 begon hij met de ontwikkeling van Dusk OS, een versie die op moderne apparaten werkt, gangbare bestandsformaten en tekstarchieven kan openen en bewerken, en op smartwatches en oude tablets draait. Met behulp van Forth bouwde Dupras zijn eigen compiler waarmee Dusk OS geschikt werd voor de programmeertaal C, zodat je toegang hebt tot bestaande software zonder alles opnieuw te hoeven schrijven. Dupras ziet Dusk OS als een soort digitale zaadbank, waarin belangrijke kennis wordt bewaard voor de wederopbouw na een grote ramp. De vraag is alleen: zullen er genoeg mensen zijn die zowel een kopie van deze systemen hebben als de kennis om ze te kunnen gebruiken?

Overleven opnieuw uitgevonden

Met de Apocalyps voor de deur, bouwen de allerrijksten weelderige ondergrondse vestingen en krijgt ‘schuilen’ een compleet nieuwe betekenis.

Door de toenemende dreiging van kernwapens en terroristische aanslagen (en alle burgerlijke onrust waar dat toe leidt) is de markt voor ondergrondse bunkers de laatste jaren als een raket gegroeid. Bedrijven als Atlas Survival Shelters hebben nu een wachtlijst van zes maanden of meer. Het gaat hier niet om de simpele schuilkelders uit de Koude Oorlog. Moderne bunkers zijn supergeavanceerde technische hoogstandjes die in een gebouw of woonhuis worden geïntegreerd. Ze zijn voorzien van klimaatbeheersing, gefilterde lucht, bescherming tegen elektromagnetische pulsen en zelfs thuisbioscopen. Atlas Survival Shelters maakt modulaire schuilkelders die in delen worden geleverd en als een soort gigantische LEGO-blokken ondergronds aan elkaar worden gelast. Deze systemen worden volledig ‘onzichtbaar’ onder nieuwe huizen, opritten en bijgebouwen geplaatst. De gelukkigen die er toegang toe hebben zijn beschermd tegen onder andere radioactieve straling en natuurrampen.

Het bedrijf Safe (Strategically Armoured & Fortified Environments) pakt het nog een heel stuk groter aan met het Aerie-project van 300 miljoen dollar. Aerie is een club waar miljardairs lid van kunnen worden en bestaat uit een netwerk van luxe ondergrondse bunkers in steden. Zodat de miljardairs, als er een ramp plaatsvindt en ze niet op hun eigen, met bunkers beschermde landgoederen zijn, toch hun toevlucht kunnen zoeken in een van de luxe bunkercomplexen in de stad waar ze zich op dat moment bevinden. In die bunkers (met biometrische toegangscontrole) vind je medische voorzieningen en robotpersoneel. De woningen variëren van suites van 186 vierkante meter tot ondergrondse penthouses van 1858 vierkante meter waar je je voor 20 miljoen dollar eigenaar van mag noemen. “Stel je voor dat een enorme zonnevlam het wereldwijde elektriciteitsnet om zeep helpt en de wereld in chaos stort,” zegt Al Corbi, de oprichter van Safe, als hem wordt gevraagd wat het doel van zijn bedrijf is. “Binnen een paar uur vallen de toeleveringsketens stil, valt de samenleving uit elkaar en breken er rellen uit. Dit is geen fantasie, maar een reële mogelijkheid.”

De voorzieningen? Hyperbare kamers, ijsruimtes (voor wie de Wim Hof methode toepast),  IV-behandelingen en geavanceerde robotmassagesystemen. Zodat  de bunkerbewoners tijdens een langdurig ondergronds verblijf zowel fysiek als mentaal in topvorm blijven. Interactieve wanden en speciale verlichting creëren de illusie dat je bovengronds bent, terwijl SCIF-compatibele ruimtes volledige privacy en optimale beveiliging bieden. Het systeem is modulair, wordt prefab geleverd en kan dus snel worden geïnstalleerd, met zo min mogelijk overlast voor de buurt. De klant kan allerlei extra’s toe laten voegen, zoals wapenkluizen, wijnkelders en geheime vluchttunnels. Een bunker op maat dus, waarin de extreem rijken onder ons jarenlang in alle luxe kunnen leven.

“Mensen maken zich zorgen en willen een veilige plek voor hun gezin hebben. Hun houding is dat het beter is het te hebben en niet nodig te hebben, dan het niet te hebben en straks in de penarie te zitten.”

Ron Hubbard, directeur van Atlas Survival Shelter

De ongelijkheidsparadox

Wie redt het als de wereld vergaat?

De opkomst van overlevingstechnologie heeft  er helaas niet toe geleid dat iedereen er ook toegang toe heeft. Het is een bittere paradox: de mensen die het meest kwetsbaar zijn als de wereld om ons heen instort, zijn ook het minst in staat zich ertegen te beschermen. Terwijl miljardairs weelderige ondergrondse villa’s laten bouwen, zijn voor de mensen uit de onderklasse en middenklasse zelfs basisvoorzieningen onbetaalbaar. Het standaard model van een nucleaire schuilkelder kost al gauw ruim 150.000 euro. En off-grid zonne-energiesystemen? Die kosten tussen de 40.000 en 80.000 euro. Ook je eigen energie opwekken als het stroomnet uitvalt is voor de meeste gezinnen dus onbereikbaar.

Douglas Rushkoff legt in zijn analyse van de bunkercultuur van miljardairs uit dat deze stinkend rijke mensen “zijn gevallen voor de misvatting dat ze genoeg geld kunnen verdienen om zich te beschermen tegen de realiteit die ze zelf hebben gecreëerd door op deze manier geld te verdienen”. Hij noemt dit de ‘insulation equation’ (isolatie-vergelijking): het idee dat rijkdom je volledige bescherming biedt als het systeem ineenstort. Deze op zichzelf gerichte miljardairs hebben een ‘mindset’ die ervan overtuigd is dat de wereld naar hun hand gezet kan worden. Chris Turpin, directeur van de handelsbeurs Be Prepared Expo, zegt: “Als je voorbereid bent, hoef je je buurman niet op te eten.” Maar als alleen de rijken het zich kunnen veroorloven om goed voorbereid te zijn, kunnen de sociale spanningen tijdens crisissituaties juist toenemen.

Critici stellen dat als we alleen maar bezig zijn met hoe je als individu kunt overleven, dat afbreuk doet aan het opbouwen van een weerbare samenleving en het voorkomen van rampen. Al het geld dat aan privé-bunkers wordt besteed zou beter gebruikt kunnen worden voor rampenplannen in de hele gemeenschap, systemen die vroegtijdig waarschuwen en het versterken van de infrastructuur. Want daar heeft iedereen baat bij. Toch blijft de markt voor individuele rampenparaatheid groeien, van $190 miljard in 2024 naar waarschijnlijk $ 426 miljard in 2034, zo blijkt uit recent onderzoek van Coherent Market Insights. Ron Hubbard, directeur van Atlas Survival Shelters, verklaart deze trend als volgt: “Mensen maken zich zorgen en willen een veilige plek voor hun gezin hebben. Hun houding is dat het beter is het te hebben en niet nodig te hebben, dan het niet te hebben en straks in de penarie te zitten.”

Conclusie

De technologieën die opkomen om de mensheid te helpen overleven als de beschaving instort, laten zien hoe vindingrijk we zijn, maar ze brengen ook grote ongelijkheden aan het licht. Van apparaten die drinkwater maken uit de lucht tot programmeertalen voor hele oude hardware: stuk voor stuk briljante staaltjes van hoe inventief we kunnen zijn wanneer de nood hoog is. En toch… deze levensreddende innovaties ontstaan in een diep verdeelde wereld. En dat dwingt ons tot de ongemakkelijke vraag: zijn het alleen de ultrarijken die straks, als de wereld ten onder gaat, overleven? We kunnen ons daarmee ook de vraag stellen of dit soort overlevingstechnologieën de afbraak van de samenleving niet versnellen in plaats van deze te voorkomen.

De échte uitdaging is niet de technologie; die hebben we al in huis. We kunnen gemeenschappen volledig zelfvoorzienend maken op het gebied van energie, water, voedsel en onderdak, zodat ze een grote ramp kunnen doorstaan als de infrastructuur wegvalt. Waar het om gaat is: gebruiken we deze technologieën om iedereen een kans te geven, of creëren we er enkel luxere toevluchtsoorden voor de rijken mee? Nu het spookbeeld van een instortende beschaving zich aandient, bepalen de keuzes die we over de toegang tot overlevingstechnologie maken niet alleen wie de storm doorstaat. Ze bepalen ook wie we als mensheid zullen zijn wanneer we, als een feniks, uit de as van onze huidige wereld herrijzen.

Share via
Copy link