Tekst: Alfred Monterie
Bron: Dagblad De Telegraaf
In de strijd tegen het terrorisme staat een arsenaal aan geavanceerde technologie ter beschikking. De keerzijde is echter dat terreurgroepen als IS naar dezelfde middelen grijpen. Door hun grotere wendbaarheid en kortere bevelslijnen zijn ze daarbij in het voordeel.
Trendwatcher Richard van Hooijdonk, die voor diverse Nederlandse en buitenlandse veiligheidsdiensten werkt, krijgt er hoofdpijn van. “Traagheid, bureaucratie en een gebrek aan samenwerking, ook internationaal, breekt hen op. Lagere officieren en ambtenaren die vaak meer technologische kennis hebben, worden niet gehoord door hun superieuren. Het nationaal bestuur heeft bovendien weinig kennis van de exponentiële veranderingen die ons te wachten staan.”
Terreurgroepen zijn helaas voortvarender. “Bijna iedere IS-strijder gebruikt digitale techniek. Vooral internet vormt de ruggengraat van IS en is het fundament voor de operaties van de terrorist,” aldus Van Hooijdonk. Volgens hem is IS zeer ver met methoden om communicatie te versleutelen. “Ze kunnen ongezien via internet contacten onderhouden. In het kat-en-muisspel met Westerse inlichtingendiensten staan ze voor.” Drones worden door beide kampen gebruikt. Die onbemande vliegtuigjes hebben menig terrorist weten uit te schakelen. In verkeerde handen kunnen ze echter ook explosieve ladingen met zich dragen en rampen veroorzaken. Terroristische organisaties als Al-Qaeda zijn volop bezig de mogelijkheden hiertoe te bezien, schrijft veiligheidsexpert Marc Goodman in zijn boek The Future of Crime.
Ook robots hebben hun aandacht. Jihad-strijders hoeven dan niet meer als martelaar te sterven, maar kunnen hun verwoestende werk overlaten aan deze, op afstand bedienbare machines. In 2011 wist de FBI een aanval op het Pentagon en Capitol Hill met twee drones vol explosieven te verhinderen. Een Amerikaan afkomstig uit Bangladesh werd hiervoor veroordeeld. De dodelijke robots die we kennen uit speelfilms als The Terminator, Blade Runner en RoboCop, zijn realiteit aan het worden. Ook 3D-printing vormt een gevaar. De FBI onderzoekt hoe terroristen dit soort printers kunnen gebruiken om autobommen te maken. Een wapenembargo heeft weinig zin. Op 3D-printers kunnen criminelen gemakkelijk allerlei wapens vervaardigen. De werktekeningen staan op internet.
Gezichtsherkenning is ook zo’n technologie waar beide partijen hun voordeel mee kunnen doen. Veiligheidscamera’s kunnen videobeelden van mensenmenigtes vergelijken met foto’s van verdachten. Identificatie op basis van lichaamskenmerken biedt terreurbestrijders enorme mogelijkheden. Van Hooijdonk: „De techniek is beschikbaar. Maar de adoptie gaat langzaam. Bovendien schort het aan internationale samenwerking. Dit is een doorn in het oog van veiligheidsdiensten. Een bondgenoot in de strijd tegen de terreur is de snuffelsensor. Een Europees samenwerkingsverband waar ook TNO deel van uitmaakt, heeft een systeem ontwikkeld om van buitenaf bommakers en explosieven op te sporen.
Geavanceerde sensoren kunnen in de lucht verhoogde concentraties van bepaalde chemische stoffen detecteren. Bij verdachte hoeveelheden bekijkt slimme software of verdachte stoffen bij elkaar kunnen worden gebruikt om een bom te vervaardigen. Dit kan helpen bij het vinden van locaties waar bommen worden gemaakt. Haatzaaiende groeperingen gebruiken steeds vaker sociale media en YouTube om nieuwe leden te rekruteren. Van Hooijdonk: „Terroristen maken ook volop gebruik van het ’deep web’. De toegang daartoe gaat via een netwerk waarop ze anoniem kunnen zijn. Naast illegale wapenhandel vind je daar forums van Jihadi die broedplaatsen zijn van extremisme.”
Ook het aanvallen van vitale infrastructuur staat hoog op de agenda van terroristen. De Britse minister van Financiën, George Osborne, verwacht dat groepen als IS binnenkort in staat zijn om nutsvoorzieningen, ziekenhuizen en de luchtverkeersleiding lam te leggen met alle catastrofale gevolgen vandien.
Lees ook: Terrorisme van de toekomst is een digitale oorlog – deel 1
Share via: