- China breidt zijn geopolitieke en economische invloed uit
- ‘Made in China 2025′ – de afhankelijkheid van buitenlandse technologie neemt af
- Het Thousand Talents-programma haalt toonaangevende onderzoekers terug naar huis
- China is een magneet voor startups: (market) size matters
De eerste piepende stoommachine markeerde het begin van de Industriële Revolutie en de westerse superioriteit op het wereldtoneel dankzij technologische en politieke dominantie. En toen kwam de wereldwijde financiële crisis van 2008 die de meeste ontwikkelde economieën lamlegde en het einde van dat tijdperk inluidde. Ook de Aziatische financiële sector werd getroffen, maar deze herstelde zich snel. Als reactie op deze wereldwijde economische ineenstorting introduceerde China een uitgebreid “stimuleringspakket” ter waarde van $586 miljard om de infrastructuur van het land te verbeteren en te zorgen voor landhervormingen, betaalbare huisvesting en milieubescherming.
Voor het eerst in de recente geschiedenis was de VS niet langer het toonbeeld van macht. “Dat was het begin van een tijdperk waarin Azië niet meer naar het Westen kijkt”, zegt investeringsmanager Hugh Young. “Die verschuiving was al in beweging gezet maar de wereldwijde financiële crisis heeft dat in een stroomversnelling gebracht. Nu zien we China een net zo grote rol spelen op het wereldtoneel als de VS, misschien zelfs wel een grotere rol”. Stap voor stap, met elk nieuw strategisch initiatief, zou China zich binnen enkele jaren wel eens tot de nieuwe supermacht kunnen ontwikkelen.
China breidt zijn geopolitieke en economische invloed uit
Terwijl de macht van de VS langzaam afneemt, lanceert China een reeks gedurfde initiatieven die de basis moeten vormen voor wereldwijde marktdominantie. Het ‘Belt and Road Initiative’, bijvoorbeeld, ook wel de ‘New Silk Road’ of ‘One Belt, One Road’ genoemd, is bedoeld om het Chinese economische en politieke domein via netwerken van wegen, onderwaterpijpleidingen en platforms verder uit te breiden naar Azië, Afrika, Europa en het Midden-Oosten. Dit initiatief is bij de EU echter in het verkeerde keelgat geschoten. Zevenentwintig van de achtentwintig nationale EU-ambassadeurs bekritiseerden het initiatief omdat ze het zien als een manier om Chinese bedrijven een voordeelspositie te geven. Joe Kaeser, CEO van het Duitse Siemens, is er echter van overtuigd dat “China’s ‘One Belt, One Road’ de nieuwe Wereldhandelsorganisatie wordt. Of we het nu leuk vinden of niet”.
Ook de Balkan en Oost-Europa worden niet over het hoofd gezien. China’s visie voor deze regio, die met het 16+1 investeringsplatform verwezenlijkt moet worden, is ambitieus: betere infrastructuur, geavanceerde technologie, investeringen, partnerschappen en nog veel meer. Maar niet iedereen is ervan overtuigd dat China deze beloften waar zal maken, vanwege “het gebrek aan inhoud van het platform”. Het wantrouwen gaat zelfs zo ver dat “het platform ervan wordt beschuldigd de eenheid van de EU aan te tasten en dat het riekt naar China’s ‘verdeel-en-heers’-benadering in Europa”, meldt The Diplomat. Maar de Midden- en Oost-Europese landen die bij het programma betrokken zijn verwelkomen elk beetje steun om hun economieën weer overeind te helpen met open armen.
‘Made in China 2025′ – de afhankelijkheid van buitenlandse technologie neemt af
Een andere enorme Chinese stap op de wereldmarkt – met name in de industriële sectoren – is het tienjarige, door de staat geleide industriële programma ‘Made in China 2025’. Het programma werd in 2015 gelanceerd, met als doel de Chinese productiebasis op te bouwen en te versterken door tien hightechmarkten – waaronder IT-technologie en telecommunicatie, robotica en KI, lucht- en ruimtevaarttechniek en biotechnologie – op ‘agressieve’ manier te betreden. Met voldoende middelen van de staat, het mobiliseren van staatsbedrijven en steun voor wetenschappelijk onderzoek, willen de Chinezen hun afhankelijkheid van buitenlandse technologie verminderen en hun eigen hightechfabrikanten aanmoedigen wereldwijd het voortouw te nemen in de techwereld.
En terwijl China overal ter wereld technologiebedrijven overneemt, is het kopen van Chinese bedrijven bijna een onmogelijke opgave. In theorie worden buitenlandse investeringen door de Chinese wet niet beperkt, maar “als je een bedrijf in China wilt kopen, heb je te maken met allerlei hindernissen, zoals het doorlopen van ondoorzichtige goedkeuringsprocedures. Bedrijven met buitenlandse investeerders worden niet behandeld als lokale bedrijven in China. Maar dat zou eigenlijk wel het geval moeten zijn. In het Westen is dat juist standaardpraktijk,” verklaart Ulrich Ackermann, een buitenlandse handelsdeskundige bij de Duitse engineering industry association VDMA. Bovendien gaat de toegang tot de Chinese markt vaak gepaard met de overdracht van intellectueel eigendom van die buitenlandse bedrijven, wat sommigen zien als uitbuiting. Er zijn echter ook andere manieren om knowhow te verwerven en China wil dit doen door zijn eigen Chinese talenten die nu over de wereld verspreid zijn terug te brengen naar China.
Het Thousand Talents-programma haalt toonaangevende onderzoekers terug naar huis
In 2008 riep China het Thousand Talents-programma in het leven, met name om Chinese onderzoekers in het buitenland aan te moedigen terug te keren naar Chinese universiteiten en instellingen, maar ook om internationaal toptalent aan te trekken. Dit heeft bij landen die met Chinese instellingen samenwerken, zoals Australië, Canada, Duitsland, het VK en de VS, geleid tot bezorgdheid. Waar de VS zich bijvoorbeeld druk over maakt is dat “Beijing westers-opgeleide terugkeerders ook in dienst neemt om belangrijke veranderingen in Chinese wetenschappelijke, technische en wiskundige curricula door te voeren, wat bij de Chinese topuniversiteiten leidt tot meer creativiteit en toegepaste vaardigheden”, aldus Tony Schinella, de Amerikaanse nationale inlichtingenfunctionaris voor militaire zaken.
Er is groeiende bezorgdheid dat het initiatief zou kunnen leiden tot diefstal van intellectueel eigendom, aangezien het programma “een belangrijk onderdeel is van pluriforme inspanningen om Amerikaanse militaire en commerciële technologie over te dragen, te repliceren en uiteindelijk te overtreffen”, aldus Amerikaanse inlichtingendiensten,” rapporteert Bloomberg. Maar niet iedereen deelt deze mening. Een hoogleraar in het hoger onderwijs aan de Universiteit Utrecht, Marijk van der Wende, maakt duidelijk hoe “bredere geopolitieke kwesties altijd van invloed zijn geweest op de (academische) samenwerking, zowel op positieve als negatieve wijze, dus in die zin zijn de recente ontwikkelingen in de West-Chinese academische samenwerking niets nieuws”.
China is een magneet voor startups: (market) size matters
Het is begrijpelijk dat jonge bedrijven in toenemende mate kiezen voor de Chinese, in plaats van de Europese of Amerikaanse markt, aangezien het om bijna een miljard consumenten gaat. Vorig jaar investeerde China nog zo’n $60 miljard in startende bedrijven, wat vrij dicht in de buurt komt van de $70 miljard die men in de VS investeert. Maar ondanks deze vergelijkbare aantallen lijken de markten qua omvang totaal niet op elkaar. Als gevolg van de enorme omvang en het groeitempo worden Duitse ondernemers aangemoedigd om de Chinese markt te betreden. “De kansen liggen daar nu voor het oprapen. Er zijn nog steeds veel startups die bang zijn om naar China te gaan, maar de moedige westerse ondernemers die vandaag de sprong wagen, krijgen een unieke kans om deel uit te maken van de grootste economische boom in de geschiedenis. Deze markt is hongerig naar innovatie en mensen die dit kunnen uitvoeren. Voor startups wacht er een enorme markt”, zegt Eran Davidson, een beroemde VC-investeerder in Berlijn.
Terwijl China het ene gedurfde initiatief na het andere strategisch uitvoert, maakt de VS zich zorgen om het verlies van zijn wereldwijde marktdominantie. Een goede aanpak zou kunnen zijn om in het onderwijs, de wetenschap en infrastructuur te investeren. Niet om de strijd met China aan te gaan, maar om een evenwicht te creëren tussen kennis en macht.
Share via: