Een reis naar Mars is niet alleen fysiek gezien een uitdaging – je kunt er ook kierewiet van worden!

Foto van Richard van Hooijdonk
Richard van Hooijdonk
  • Sociaal isolement en ‘eenzame opsluiting’ kunnen leiden tot geestelijke problemen
  • NASA simuleert Mars-achtige omgeving op aarde
  • Virtual reality kan hulp bieden bij het bestrijden van depressie

De mensheid droomt al lang over reizen naar Mars en tot voor kort waren deze dromen niet meer dan inspiratie voor sciencefictionverhalen. Maar dat is veranderd. Dankzij de nieuwste technologische doorbraken zijn we nu eindelijk klaar voor de volgende stap en kunnen we over een paar jaar echt mensen naar de rode Planeet sturen. Sterker nog, er lopen al een aantal projecten, waaronder Mars One – een enkele reis naar Mars die gepland staat voor 2022 – en een bemande missie van NASA die ergens in de jaren 2030 moet plaatsvinden. De enige uitdaging waar nog een oplossing voor gevonden moet worden is: hoe zorgen we voor het welzijn en de veiligheid van onze mensen tijdens de reis en als ze daar eenmaal aangekomen zijn?

Astronauten worden blootgesteld aan allerlei soorten gevaar – van meteorieten en zonnevlamstraling tot de effecten van lage zwaartekracht op hun cardiovasculaire en musculoskeletale systemen. Maar het grootste gevaar is misschien wel hun geestelijke gezondheid. Sociaal isolement, verlies van privacy en het gebrek aan geestelijke gezondheidszorg zijn maar een paar van de vele uitdagingen waar astronauten mee te maken krijgen.

Sociaal isolement en ‘eenzame opsluiting’ kunnen leiden tot geestelijke problemen

Sociaal isolement is een van de grootste uitdagingen van de ruimtevaart. Het duurt tot 45 minuten voordat radiogolven van Mars de aarde bereiken, wat betekent dat astronauten niet in real time met vrienden en familie thuis kunnen communiceren. Bovendien zitten ze maanden-, zo niet jarenlang met hun medereizigers in dezelfde kleine ruimte. Onder zulke omstandigheden kan zelfs het meest onnozele akkefietje na verloop van tijd ondraaglijk worden. “Als je lange tijd met dezelfde mensen bij elkaar zit, kunnen microstimuli erg irritant worden”, zegt Kim Binsted, een psycholoog aan de Universiteit van Hawaï die de effecten van de menselijke ruimtevlucht bestudeert. “Het kan bijvoorbeeld zijn dat je je stoort aan de manier waarop je medebemanningslid zijn cornflakes eet. Dan kan een gedachte als “Ik wou dat hij ophield met smakken” al snel escaleren in “Ik steek hem zo neer”. En je kunt niet even naar buiten voor een wandelingetje om een beetje af te koelen. Onderzoek heeft aangetoond dat langdurig isolement kan leiden tot een verscheidenheid aan geestelijke problemen, waaronder angst, depressie, vermoeidheid, verveling, slapeloosheid en emotionele instabiliteit. En zelfs de meest intensief getrainde astronauten zijn niet immuun voor deze effecten.

Een man in een wit ruimtepak ingegraven in de grond op Mars
Sociaal isolement is een van de grootste uitdagingen van de ruimtevaart.

Dan is er nog de kwestie van de ‘eenzame opsluiting’ – wat een reis naar en verblijf op Mars in feite is. Met een atmosfeer waarin je niet kunt ademen en gemiddelde temperaturen van min 60 graden Celsius zullen de astronauten het grootste deel van hun tijd binnen in hele kleine ruimtes moeten doorbrengen. Het huidige Mars Transit-habitatconcept van NASA, dat plaats moet bieden aan vier astronauten en al hun benodigdheden, is bijvoorbeeld maar 8,5 meter hoog, 8,5 meter breed en 5 meter lang. De deelnemers aan het Mars One-project zullen zich met maar 50 vierkante meter per persoon in een vergelijkbare situatie bevinden. Een langdurig verblijf in een kleine ruimte kan sociaal isolement, angst, depressie en cognitieve stoornissen veroorzaken.

NASA simuleert Mars-achtige omgeving op aarde

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de mensen die we daarheen sturen geen psychische problemen krijgen? De beste manier om hiermee te experimenteren is door de omstandigheden hier op aarde zo waarheidsgetrouw mogelijk na te bootsen en te onderzoeken hoe mensen hierop reageren. NASA heeft een habitat gebouwd van 110 vierkante meter, genaamd de Hawaii Space Exploration Analog and Simulation (HI-SEAS). In HI-SEAS, dat zich in een afgelegen gebied aan de vulkaan Mauna Loa in Hawaï bevindt, worden vrijwilligers maximaal een jaar in een mars-achtige omgeving geplaatst. Daar kunnen onderzoekers bestuderen hoe factoren als extreme isolatie en vertraagde communicatie de vrijwilligers beïnvloeden.

Voorheen gebruikte NASA de Human Exploration Research Analog (HERA) om ‘isolatietesten’ van 45 dagen uit te voeren op hun bemanning. Maar volgens Binsted is dat niet lang genoeg om gedegen onderzoek te doen. Het duurt namelijk ongeveer zes maanden voordat de tekenen van stress zichtbaar worden. Tot nu toe zijn vijf HI-SEAS simulaties succesvol afgerond. Een belangrijke conclusie van de onderzoeken is dat er onder alle bemanningsleden op een gegeven moment conflict ontstaat, ongeacht hoe goed de groepsdynamiek is. Maar er zijn ook manieren om de kans op een succesvolle missie te vergroten, onder andere door ervoor te zorgen dat de bemanningsleden goed op elkaar afgestemd zijn.

Tijdens Mars 500, een psychosociaal isolatie-experiment dat tussen 2007 en 2011 door de Russische Federatie, het Europees Ruimteagentschap en de Chinese nationale ruimtevaartautoriteiten werd uitgevoerd, verbleven zes mannelijke vrijwilligers 520 dagen lang in een gesimuleerd ruimtevaartuig in Rusland. Gedurende die periode moesten de vrijwilligers elke week vragenlijsten invullen om hun stemming, stress, depressieniveaus, vermoeidheid, reactietijd en conflicten met anderen te beoordelen. Wat zij ontdekten was dat de bemanningsleden verschillend op stressoren reageerden. Eén man vertoonde in meer dan 90 procent van de missieweken symptomen van depressie, terwijl er bij twee andere tijdens de simulaties geen indicatie was van psychische- of gedragsstoornissen.

Virtual reality kan hulp bieden bij het bestrijden van depressie

NASA is ook bezig met de ontwikkeling van systemen die de hersenactiviteit, hartslag en cortisolniveaus van astronauten in hun bloedbaan kunnen monitoren. Verhoogde niveaus kunnen indicaties zijn van een hogere kans op depressie en psychische aandoeningen. Het probleem met dit soort invasieve monitoring is dat het de astronauten extra belast. NASA onderzoekt nu subtielere methoden, zoals bijvoorbeeld AI-systemen die de gezichtsuitdrukking en het taalgebruik van astronauten kunnen analyseren, of sociometrische badges die boze stemmen kunnen detecteren en de commandant kunnen waarschuwen. Daarnaast onderzoekt NASA ook andere technieken – zoals virtual reality simulatoren en interactieve computerspelletjes – waarmee astronauten kunnen leren hoe ze met angst en depressie om moeten gaan. Deprexis, bijvoorbeeld, is een geautomatiseerd computerprogramma voor cognitieve gedragstherapie dat kan helpen de symptomen van depressie te verminderen. Hoewel het slechts half zo effectief is als normale psychotherapie, kan het in omstandigheden waar real-time counseling en psychotherapie niet mogelijk is zeker een uitkomst bieden.

Nu bemande missies naar Mars steeds dichterbij komen, is de race begonnen om ervoor te zorgen dat alles soepel verloopt en dat de mensen die we daarheen sturen optimaal functioneren en zich goed voelen. Naast verschillende fysieke gevaren vormt ruimteverkenning ook risico’s voor de geestelijke gezondheid van astronauten. NASA doet er alles aan om haar bemanning voor te bereiden op een langdurige blootstelling aan deze stressoren, waaronder het simuleren van vergelijkbare omstandigheden hier op aarde. Het feit blijft echter dat we niet zeker weten wat we kunnen verwachten; we zullen het pas ontdekken als ze daar eenmaal aangekomen zijn.

Share via
Copy link