- Zijn de dagen van de koe echt geteld?
- In Nederland wordt een nieuw soort ‘weed’ gekweekt
- Gezond fruit, geteeld in containers
- De menukaarten van de toekomst zien er heel anders uit
De wereldbevolking groeit maar door en over een jaar of tien hebben we er nog een miljard monden bij om te voeden. En naarmate de vraag naar voedsel toeneemt, neemt ook de druk op boeren toe, waardoor zij gedwongen worden hun landbouwgrond uit te breiden en hun productie te verhogen. Dit leidt weer tot een verdere achteruitgang van deze gebieden en een toename van de koolstofuitstoot, aangezien de moderne landbouw op geen enkele manier milieuvriendelijk is en de biodiversiteit en het voortbestaan van veel diersoorten in gevaar brengt. Hoe kan technologie ons helpen bij de ontwikkeling van duurzamere voedselproductiemethoden?
Het idee om technologie een broodnodige helpende hand te laten bieden lijkt zeker aan kracht te winnen, aangezien de waarde van de duurzame voedselmarkt in 2020 naar verwachting zal stijgen tot $872,7 miljard. Een aantal startups ontwikkelt technologieën die landbouwgrond kunnen vervangen door containers, en dierlijk vlees en melk met laboratorium-geteelde varianten. Daarnaast zijn er initiatieven om zeewier te introduceren als alternatieve, duurzame eiwitbron. Deze onconventionele producten hebben allemaal een lage ecologische voetafdruk, maar om de massamarkt te kunnen betreden moet hun productie wel opgeschaald worden. Investeerders zijn zeker optimistisch. Ze voorzien ondernemers graag van de broodnodige financiële middelen en steunen hun plannen in een poging om de planeet te redden — en daarmee geld te verdienen.
Zijn de dagen van de koe echt geteld?
Een van de pioniers op dit gebied is de Nederlandse hoogleraar Mark Post van de Universiteit Maastricht, die in 2013 een hamburger maakte van vlees dat in een laboratorium werd gekweekt. Na de eerste doorbraak richtte Post samen met een partner een nieuw bedrijf op, Mosa Meat, met als doel zijn technologie te commercialiseren en zijn schone, gekweekte vlees aan restaurants en supermarkten over de hele wereld aan te kunnen bieden. Het proces begint met stamcellen, ‘niet-gespecialiseerde’ cellen die “stamcel kunnen blijven of een ander type cel kunnen worden met een meer gespecialiseerde functie”. Deze cellen worden uit de spier van een koe gehaald en in een bioreactor geplaatst. Vervolgens worden er voedingsstoffen en groeimiddelen aan toegevoegd om de celproliferatie te stimuleren. Zodra het tijd is om ze om te zetten in spiercellen, worden ze in een gel geplaatst waarin de cellen spiervezels kunnen vormen, wat uiteindelijk ‘vlees’ wordt. Op deze manier kun je met één enkel celmonster van een koe genoeg vlees produceren voor 80.000 hamburgers.
Investeerders waren van het idee onder de indruk en steunden Mosa Meat met €7,5 miljoen om in 2021 een fabriek in Nederland te openen. Hoewel de kosten sinds de productie van de eerste hamburgers aanzienlijk zijn gedaald, kosten Mosa Meat-patty’s nog steeds rond de €8,50 per stuk. Daarnaast moet de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid dit vlees uitgebreid testen voordat het op de markt kan komen en vraagt de consument zich nog steeds af “of dit echt wel gezond is”, geeft Post toe. Toch is hij zeer gepassioneerd over en overtuigd van het succes van zijn schone vlees. “Er is geen toekomst voor traditioneel vlees en daarom kan het einde ervan ook niet snel genoeg komen”.
En ander interessant en inspirerend voorbeeld is Perfect Day, een startup die melk wil produceren zonder koeien. Het bedrijf doet dit door een specifieke genetische code in gist te programmeren waardoor er melkeiwitten als caseïne en wei geproduceerd worden. Solina Chau, de oprichter van de investeringsmaatschappij Horizon Ventures, proefde dit prototype melk en besloot uiteindelijk om $2 miljoen in Perfect Day te investeren. Tim Geistlinger, de chief technology officer van deze in Silicon Valley gevestigde startup, legt uit dat ze al yoghurt, kaas en ijs hebben gemaakt in hun laboratoria. En hoewel niet iedereen onder de indruk is van hun idee, zegt Geistlinger dat kritiek hen alleen maar helpt om “anders te denken”. Wij gaan ervan uit dat ze bedoelen dat ze er alleen maar ‘creatiever’ van worden.
In Nederland wordt een nieuw soort ‘weed’ gekweekt
Creatief denken was voor Jennifer Breaton, mede-oprichter van de Nederlandse startup Zeewaar ook de reden dat ze het enorme potentieel van zeewier ontdekte. Verschillende soorten van dit steeds populairder wordende ingrediënt zitten vol met eiwitten, anti-oxidanten en mineralen, waardoor zeewier inderdaad de titel ‘superfood’ verdient. Om het te kweken heb je geen land of zoet water nodig en bovendien helpt zeewier bij het terugdringen van C02 in oceaanwater. Hoewel men zeewier in de Aziatische keuken al eeuwenlang gebruikt, begint het nu – dankzij ondernemers als Breaton – ook in Europa steeds populairder te worden.
De koninklijke kombu en zeesla die Zeewaar produceert wordt gebruikt in producten als badzout, thee, chocolade, falafel, mayonaise, hotdogs en vleesloze burgers. Mark Kulsdom, de oprichter van The Dutch Weed Burger, zegt dat een zeewierburger “meer eiwit bevat dan vlees, meer calcium heeft dan melk en vetter is dan vis”. De burgers die hij maakt worden verkocht in meer dan 200 cafés en restaurants in heel Nederland. Het Amsterdamse bedrijf Seamore gebruikt ook zeewier – afkomstig uit Ierland en Frankrijk – voor de productie van pasta, wraps en zelfs ‘bacon’.
Gezond fruit, geteeld in containers
De selectie smakelijke gerechten op de menukaarten van de toekomst zou niet compleet zijn zonder duurzaam geproduceerde groenten en fruit. De Franse startup Agricool richt zich met zijn containers van 12 x 2,5 meter voor aardbeienteelt specifiek op deze markt. De containers zijn uitgerust met low-power LED’s en verticale torens waarlangs het fruit kan groeien. In deze technologierijke metalen boxen kan men met weinig water en een lage CO2-uitstoot maar liefst 7 ton aardbeien per jaar produceren. Ook gebruikt het bedrijf geen pesticiden en is het van plan om in de toekomst een verscheidenheid aan gewassen te produceren. En hoewel dit soort installaties (nog) niet in staat is om hele steden te voeden, zijn ze een teken dat steeds meer startups bereid zijn met alternatieven te komen voor de huidige schadelijke landbouwpraktijken en de milieuproblematiek die daarmee gepaard gaat.
De menukaarten van de toekomst zien er heel anders uit
Omdat de traditionele voedselproductie slecht is voor het milieu, komen steeds meer ondernemers met creatieve oplossingen: van diervriendelijk vlees en koevrije melk tot zeewier-hamburgers en containerfruit. De menukaarten van de toekomst zullen er in de toekomst in ieder geval heel anders uitzien dan nu. Nieuwe soorten voedsel zullen hopelijk bijdragen aan de vermindering van onze ecologische voetafdruk en de bescherming van onze bossen en vruchtbare grond. De grootschalige adoptie van deze nieuwe voedselsoorten zal echter ook sterk afhangen van de smaak en betaalbaarheid ervan. Gelukkig zijn deze startups ervan overtuigd dat ze hun beloften kunnen waarmaken en onze menukaarten op meerdere fronten kunnen verbeteren.
Share via: