Verbazing als constante kracht voor verandering

Foto van Richard van Hooijdonk
Richard van Hooijdonk

Richard van Hooijdonk is trendwatcher en futurist. In zijn bevlogen webinar voor Sweco op donderdag 18 juni over de stad van de toekomst, stond hij stil bij alle technologische, ethische en sociale aspecten die de stad Utrecht in zich heeft. Van biotechnologie en urban farming tot sociale kampvuren om meer met elkaar in verbinding te komen. De inwoner van de stad van de toekomst staat heel wat veranderingen te wachten. We spraken Richard over die transitie en de impact op het stedelijk leven, precies dat wat ons vak zo interessant maakt. 

Iedereen probeert de stad van de toekomst te voorspellen, de code te kraken. Digitalisering, andere vormen van mobiliteit, robots. Toch is het altijd de vraag of de sleutel in de techniek ligt. Wat denk jij? Mens of machine?

Technisch gezien is er al veel mogelijk en er kan nog veel meer. We moeten uitgaan van een wereld waarin technologie álles voor ons kan regelen, maken, bouwen, veranderen. Ik denk aan het voorbeeld van de ‘adaptive roads’. Ondanks deze ontwikkelingen bepalen wij zelf wat onze rol als mens is. Wat mij betreft gaat die rol over het bouwen van ethische hekjes om te kunnen samenleven met technologie. Ik zal een paar voorbeelden geven: veel oudere mensen kampen met hun gezondheid. Maar elke dag naar de dokter gaan past niet in ons systeem. Daar zoek je oplossingen voor, zoals zelf meten hoe je ervoor staat. Techniek helpt daarbij, ook voor deze doelgroep. Of neem zelfrijdende auto’s. Sommige mensen vinden dat leuk en andere maken veel liever gebruik van het openbaar vervoer.

Menselijke vaardigheden als empathie en humor zijn belangrijk en worden gewaardeerd. Techniek heeft dat niet. We moeten alert zijn op het moment dat machines en technologie de waarden van mensen overschrijden. Dan moeten we in opstand komen en ons afvragen of het kán: wordt het niet misbruikt? 

We gaan naar een situatie waarin techniek ons een fijn en comfortabel leven geeft. We bepalen zelf in welke mate die techniek inbreuk maakt op ons leven. Tot hoever we het voor ons comfort laten werken. Enerzijds betekent dat meegaan met techniek, maar we moeten wel zelf inspraak houden. We zijn zélf verantwoordelijk voor de balans tussen mensen en machine en moeten daar vaardigheden voor ontwikkelen. Daar hebben we onderwijs bij nodig, denk aan filosofie en antropologie. Nieuwe vaardigheden zijn belangrijk, zodat we hiermee om kunnen gaan. Dat is voor mij de sleutel om grip te krijgen op die techniek. We moeten het gaan begrijpen. 

Om te voorkomen dat de techniek je vooruitsnelt of de regie overpakt, zul je die techniek op een bepaalde manier moeten inregelen. Pas omgevingsvariabelen toe, zoals bij een verkeersregelsysteem – het systeem mag wél oordelen over verkeer, maar niet over personen. Stel daar ethische regels voor op en zorg dat we er slim mee omgaan. Hoever mag het strafrecht gaan? In hoeverre mag je als gemeente beschikbare data inzetten? Met goede regels kunnen we  voorkomen dat een rechter over dit soort vraagstukken moet oordelen.

De afgelopen tijd markeert een nieuwe fase. Is het nieuwe normaal echt de nieuwe norm, of vervallen we in oude patronen? Wat zijn nieuwe good & bad habits?

Deze periode wordt ook wel een beetje gezien als een afrekening met de welvaart. We zijn ver weggeraakt van de natuur en zijn niet lief voor de natuur. Ik vind het een goede zaak om ons op deze manier echt even kwetsbaar op te stellen.  Zowel privé als op het werk. Voorbeelden van good habits zijn wat mij betreft dan ook nederigheid, terug naar de basis. Door drukte weg te halen, ontstaat tijd en ruimte waar je andere dingen mee kunt doen. Dingen die op een andere, menselijke manier waarde toevoegen.

Aan de andere kant zie ik ook dat veel mensen niet uit het isolement komen. Vooral mensen die niet uit zichzelf ondernemend zijn, blijven hangen in de bad habits. Het verschil tussen de ‘glas vol’ en ‘glas half leeg’ mensen wordt groter. Deze situatie, COVID-19, dwingt je om te ondernemen. Een stap te zetten naar wat je wilt en kunt. 

De wereld verstedelijkt. Ruimte, groen en frisse lucht zijn schaars. Klimaatadaptatie levert veel goeds op. We kunnen combinaties maken waardoor we goed meebewegen met al deze veranderingen. Toch is er letterlijk ‘minder’ nodig. Ons gedrag moet anders. Hoe kunnen we mensen motiveren en stimuleren om met minder ‘meer’ te doen? 

Er komt een grote crisis aan en die crisis wordt het nieuwe normaal. Met minder geld meer doen, daar worden we creatiever van. Dingen die eerst niet leken te kunnen, worden nu ter discussie gesteld. Alles wordt vloeibaar en opnieuw bespreekbaar. Dat vind ik een goede ontwikkeling. Een vriendin van mij woont in een community. Daar hebben ze geen stromend water, maar wél wifi. Een andere vriend is vlak voor de coronacrisis naar Thailand gegaan om te onthaasten, te breken met hoe het hier gaat. Een good habit is dat we alles ter discussie durven te stellen. Het is de kunst om dat vast te houden. 

We kunnen mensen motiveren om met minder meer te doen door te laten zien hoe het anders kan. Naarmate de welvaart toeneemt, groeit ook de roep om simplificering. De afgelopen periode was daar heel goed voor. Bonussen worden teruggedraaid, bedrijven en organisaties worden meer mensen-merken. Timon de Jong noemt het ook wel de ‘nursing mentality’: we gaan veel meer zorgen voor de dingen en mensen om ons heen. En dat geldt ook voor steeds meer bedrijven en overheden. 

Thailand en alleen wifi, denk je dat het zo extreem moet zijn om balans te herstellen?

Op kritieke momenten moeten we elkaar meenemen naar een andere wereld, een ander perspectief. Als het water kookt, is de tijd rijp voor verandering. Dat is nu. In crisissituaties staan we open voor andere gedachten. Als we in een crisis zitten, zijn we meer in staat om dingen over een andere boeg te gooien. Mensen meer in hun hart te raken.  We hebben minder nodig, met eenvoudige middelen kun je ook heel veel bereiken. Ik denk dat het water nu dat kookpunt heeft bereikt en we aan de slag kunnen. Er liggen kansen. Alle grote bedrijven van de afgelopen jaren ontstonden in dit soort tijden, van Uber tot Spotify. Daar ligt dus een kans voor Sweco. Laat maar zien waar je voor staat en trek het naar je toe. Het domein, de stad van de toekomst en alle onderliggende uitdagingen, is de perfecte aanleiding. 

Jij kiest zelf voor verandering, crisis of geen crisis. Je hebt de ruimte om te ondernemen, een chip in je lichaam te plaatsen en te innoveren. Dat geldt niet voor iedereen. Welke ruimte is er dan?

Sociale cohesie in de buurt is heel belangrijk. Op elkaar letten, voor elkaar zorgen. In het faciliteren van die sociale cohesie kan de gemeente  veel betekenen.  Daar ligt de sleutel. Je hebt locaties nodig om dat te doen, daar ligt weer een mooie opgave voor Sweco. Ontwerp het op zo’n manier dat je deelgebruik en ontmoeting stimuleert. Zo ontstaan verbanden en nieuwe kansen. 

Als trendwatcher is jouw blik vooruit gekeerd. Wat zijn de dingen die we meenemen uit het verleden die bepalend zijn voor onze toekomst? Wat is jouw visie?

Grootste innovaties en veranderingen hebben juist in recessies plaatsgevonden. Dingen veranderen ‘when shit hits the fan’. Dát is het moment om verandering in te zetten voor de toekomst. De algemene lijn is er een van groei, welvaart en geluk. Dat gaat gewoon door. Menselijke kracht is groot, we hebben onszelf iedere keer verbaasd. Dat is wat we meenemen uit het verleden. 

Sweco onderzoekt met Urban Insight de wereld van morgen. En we zien 6 grote uitdagingen. Welke zie jij? 

Er ligt een ethisch vraagstuk vanuit de toepassingsmogelijkheden van de technologie waar we mee om moeten leren gaan. Dat vraagt om bewustwording en besef. En die ethiek is voor mij gekoppeld aan cultuur. Er is een cultureel besef nodig om dat een plek te geven. De straat op te gaan als je het er niet mee eens bent, grenzen te stellen en een hek te zetten om dat wat we acceptabel vinden. Als derde uitdaging zie ik digitale kennis. ‘Digital first’ is hoe het gaat zijn, maar onze kennis is nog zo beperkt. 

Waar kunnen we jou voor wakker maken?

Ik ben nu bezig met een hersenchip. Ik had al een chip in mijn hand en ga dus nu voor mijn hoofd. Het intrigeert me. Mijn hersenen te mergen met technologie, reikt mijn intelligentie dan verder? Tot hoever kan ik gaan? Tot waar reikt de menselijke intelligentie en in hoeverre mag je daarop ingrijpen? Ja, dat vind ik spannend. 

Wanneer laten wij los dat wij als mensen alle kennis hebben en hoe willen we techniek en ethiek daarin integreren? Denk aan quantum computing: dat is de sleutel tot een nieuwe fase. Zoveel kennis dat alles binnen handbereik komt. Een overvloed zo je wilt. Wat gaan wij, als mensheid, dan doen? Dan kom ik weer terug bij het ‘kampvuur’, het hart van mensen. De essentie waar het om gaat. Het wordt pas echt leuk als je praat over waar jouw hart van gaat kloppen. Waar kun je je over verbazen? Dat zijn mooie discussies. 

Share via
Copy link