AI-overload: worden mensen overbodig?

Foto van Richard van Hooijdonk
Richard van Hooijdonk
AI verandert alles om ons heen, van hoe we werken tot onze intieme relaties. Maar zijn we niet per ongeluk bezig om onszelf overbodig te maken?

Samenvatting

AI is niet meer weg te denken uit ons leven. Op ons werk maken algoritmes onze dienstroosters en bepalen ze wie er wordt aangenomen. Thuis geven AI-buddy’s ons emotionele steun en relatieadvies. Het roept een prangende vraag op: zijn we, nu AI steeds dieper ons bestaan binnensluipt, onbedoeld bezig onszelf overbodig te maken?

  • Volgens een onderzoek van McKinsey uit 2024 heeft 78% van de bedrijven AI in minstens één bedrijfsfunctie geïntegreerd.
  • McKinsey schat dat 14% van de wereldwijde beroepsbevolking tegen 2030 gedwongen zal zijn om van carrière te veranderen als gevolg van AI.
  • “Het is vergelijkbaar met de industriële revolutie. Maar in plaats van mensen te overtreffen in fysieke kracht, gaat het ons overtreffen in intellectuele vaardigheden,” zegt computerwetenschapper Geoffrey Hinton.
  • 12% van de mensen die regelmatig AI-maatjes gebruiken, doet dit om zich minder eenzaam te voelen, zo blijkt uit een onderzoek van MIT Media Lab uit 2024.
  • Volgens een onderzoek van YouGov uit 2024 heeft 34% van de mensen er geen probleem mee om met een AI-chatbot over hun mentale gezondheid te praten.
  • Uit een onderzoek van Stanford-onderzoekers blijkt dat bijna 50% van de mensen die de AI-chatbot Replika gebruiken, zich er sociaal door gesteund voelt en minder last van angst heeft.

Hoe dit avontuur precies gaat eindigen? Dat weet geen sterveling. Misschien komen we terecht in een wereld waarin mensen bijna niet meer hoeven te werken, of vinden we totaal nieuwe manieren om ons nuttig en gelukkig te voelen. Wat wel vaststaat, is dat we geen toeschouwers zijn in deze ingrijpende verandering. Elke beslissing die we nemen over hoe we AI gebruiken, hoe we de ontwikkeling ervan reguleren en hoe we onze samenleving inrichten, bepaalt of we overbodig worden of succesvol samen weten te leven met onze kunstmatige tegenhangers.

Je kunt er niet omheen: AI is werkelijk overal. De technologie heeft zich zo diep in ons dagelijks bestaan genesteld dat we het bijna niet meer merken. Pas als we er even bewust bij stilstaan, dringt het tot ons door hoe afhankelijk we ervan zijn geworden. Kijk maar naar de moderne werkplek. AI-systemen nemen niet alleen routinetaken op de werkvloer voor hun rekening, ze stellen ook onze e-mails op, plannen onze afspraken in, analyseren complexe gegevens, doen aanbevelingen voor het aannemen van personeel en creëren zelfs creatieve content. Weet je nog dat we dachten dat dit soort werk altijd alleen door mensen zou kunnen worden gedaan?

En ook ons privéleven is inmiddels een speelveld voor AI-algoritmes. Ze zijn niet alleen meesters in het klaarzetten van je volgende ‘binge’-fix, maar fluisteren je ook in waar je heen moet voor de perfecte zonvakantie én bieden een luisterend oor als je je rot voelt. Relatieadvies nodig? Financiële tips? Ondersteuning bij je gezondheid? AI schiet te hulp! Deze groeiende afhankelijkheid van AI roept een cruciale vraag op: wat gebeurt er als deze systemen zo goed worden dat ze alles wat wij nu doen kunnen overnemen – én het beter kunnen dan wijzelf?

Als AI het werk van mensen uiteindelijk helemaal overneemt, hoe gaan we dan ons brood verdienen? Hoe zit het met onze doelen in het leven, als werken – al duizenden jaren een belangrijk deel van ons mens-zijn – niet langer nodig is? Wat gebeurt er met de economie, die immers draait op het principe dat mensen geld verdienen zodat ze spullen en diensten kunnen kopen? En misschien wel het allerbelangrijkste: wat gebeurt er met onze relaties en sociale contacten als onze AI-buddy’s onze behoeften kunnen voorspellen, perfect op onze interesses kunnen inspelen en met onfeilbare precisie op onze emoties kunnen reageren? Geven we onze relaties op voor machines die ons beter lijken te begrijpen dan wie dan ook?

AI op het werk

Nu AI steeds ingewikkelder taken op de werkvloer over kan nemen, rijst de vraag: worden menselijke werknemers op den duur overbodig?

Laten we even naar de statistieken kijken. Naar verwachting gaat AI jaarlijks een duizelingwekkende 4,4 biljoen dollar toevoegen aan de wereldeconomie; niet zo vreemd dus dat steeds meer bedrijven de technologie willen inzetten. Uit een peiling van McKinsey uit 2024 blijkt dat maar liefst 78% van de bedrijven AI al in minstens één bedrijfsfunctie heeft geïntegreerd. Voor generatieve AI is dit percentage 71%. Wat ook veelzeggend is: 92% van de managers wil de komende drie jaar meer uitgeven aan AI.

Waar de meeste bedrijven klaar zijn voor AI, zijn werknemers er verdeeld over. Uit een Ipsos-enquête van 2024 blijkt dat 53% van de ondervraagden enthousiast is over AI-producten en -diensten, terwijl 50% aangeeft er nerveus van te worden. Gevraagd naar de mogelijke impact op hun werk, zei 37% van de respondenten AI als een verbetering te zien voor hun baan, terwijl 16% het tegenovergestelde verwachtte. Wat vooral opvalt, is dat 36% van de respondenten aangaf bang te zijn dat AI hun baan in de toekomst gaat overnemen.

Wat de toekomst precies in petto heeft, blijft koffiedik kijken, maar een deel van de ongerustheid is beslist gegrond. Een onderzoek onder CFO’s, uitgevoerd door Duke University in 2024, laat zien dat 61% van de grote Amerikaanse bedrijven AI het komende jaar AI wil inzetten om werk te automatiseren dat nu nog door mensen wordt gedaan. Ook het World Economic Forum bevestigt deze trend: 41% van de werkgevers overweegt hun personeelsbestand in te krimpen als gevolg van AI-automatisering. McKinsey voorspelt dat tegen 2030 tot 14% van de wereldwijde beroepsbevolking, oftewel 375 miljoen werknemers, gedwongen zal zijn om van baan te veranderen door de opmars van AI.

Op de vraag welke toepassingen ze het meest problematisch vinden, zei 71% van de respondenten het af te keuren dat bedrijven AI gebruiken om definitieve beslissingen over het aannemen van personeel te nemen, terwijl 61% niet blij is met het gebruik ervan om werknemers te monitoren, aldus een peiling van Pew Research uit 2023. Deze weerstand tegen AI ligt deels in een diepgeworteld wantrouwen. Een YouGov-onderzoek uit 2024 bevestigt dit: 55% van de respondenten vertrouwt AI niet om onbevooroordeelde beslissingen te nemen, 62% wantrouwt het vermogen van AI om ethische beslissingen te nemen, en 45% twijfelt aan de betrouwbaarheid van de door AI geleverde informatie.

Maak kennis met je nieuwe collega: AI

Hoe het ook zij, de beweging richting automatisering is in volle gang bij veel bedrijven. Een voorbeeld is fastfoodgigant McDonald’s, die plannen heeft om meerdere nieuwe AI-features uit te rollen in de 43.000 restaurants. Deze features, bedoeld voor zowel de medewerkers als de klanten, omvatten slimme keukenapparaten, door AI aangestuurde drive-throughs en een generatieve, virtuele AI-manager die dingen als het maken van dienstroosters voor zijn rekening neemt. “Het kan er behoorlijk hectisch aan toe gaan in onze restaurants”, zegt Brian Rice, hoofd IT bij McDonald’s. “We hebben klanten binnen, klanten bij de drive-through, bezorgers die hun bestellingen komen ophalen en klanten die op de parkeerplaats op hun bestelling wachten. Best stressvol dus voor onze medewerkers. Technologische oplossingen verlichten de werkdruk.”

Een andere sector die op het punt staat om grotendeels geautomatiseerd te worden, is die van het personenvervoer. Hoewel 37% van de mensen zegt dat ze zich ‘heel onveilig’ zouden voelen in een zelfrijdende auto, zo blijkt uit een peiling van YouGov uit 2024, laat de praktijk een totaal ander beeld zien. Uber meldde onlangs dat de bezettingsgraad van hun robottaxi’s 99% hoger is dan die van auto’s met een mens achter het stuur. Dat betekent trouwens niet dat menselijke chauffeurs gaan verdwijnen. Het bedrijf streeft naar een ‘hybride’ markt, waar menselijke chauffeurs de weg delen met hun robotcollega’s. “In de stedelijke kernen zal een groot deel van het vervoer worden verzorgd door zelfrijdende voertuigen”, vertelt Andrew MacDonald, senior vicepresident van Uber’s robottaxi-afdeling. “Buiten die gebieden kun je een menselijke chauffeur krijgen.”

AI ontpopt zich als een ware zegen voor transportbedrijven, die al jaren kampen met een vergrijzend personeelsbestand, een hoog personeelsverloop en alsmaar stijgende bedrijfskosten. Het bedrijf Aurora, gespecialiseerd in zelfrijdende technologie, is in mei 2025 begonnen met zelfrijdende vrachtwagens in Texas, die goederen tussen Dallas en Houston vervoeren. De vrachtwagens zijn uitgerust met de Aurora Driver, een ingenieus autonoom systeem dat kan voorspellen of mensen door een rood licht gaan rijden, aanrijdingen weet te vermijden en voetgangers in het donker op honderden meters afstand detecteert. “Het omvormen van een traditionele sector als het vrachtvervoer is niet makkelijk, maar we kunnen de voordelen op het gebied van veiligheid en efficiëntie die deze technologie biedt niet negeren”, zegt Richard Stocking, CEO van Hirschbach Motor Lines en klant van Aurora. “Zelfrijdende vrachtwagens gaan ons bedrijf niet alleen helpen te groeien, onze chauffeurs hebben er ook baat bij omdat ze de langere en minder aantrekkelijke routes voor hun rekening nemen.”

“Ik denk dat mensen een systeem willen dat hen goed kent en begrijpt, net zoals hun nieuwsfeed-algoritmes dat doen.”

Mark Zuckerberg, CEO van Meta

Jouw leven met AI

AI kan veel menselijke eigenschappen natuurgetrouw nabootsen, zelfs empathie en compassie. Maar kan het écht de plek van mensen in ons leven innemen?

De pleitbezorgers van AI jubelen niet alleen over de impact op onze werkvloer; ze dromen er ook van dat het zich diep in ons privéleven verankert. En dat is al aan de gang. Door de toenemende digitalisering van onze samenleving voelen steeds meer mensen zich eenzaam en missen ze échte sociale verbinding, waardoor ze zich ironisch genoeg tot AI wenden voor gezelschap… en zelfs voor liefde. Deze trend is vooral in China te zien, waar ‘gezelschapsapps’ als Maoxiang en Xingye dagelijks miljoenen gebruikers trekken. Als je bedenkt dat de gemiddelde Chinees in 2024 maar achttien minuten per dag aan sociale contacten besteedde, tegenover vijf en een half uur online, dan snap je wel wat er aan de hand is.

Volgens een onderzoek van het MIT Media Lab uit 2024 kampt 12% van de mensen die regelmatig gebruikmaakt van ‘AI-buddy’s’ met gevoelens van eenzaamheid, terwijl 14% persoonlijke problemen bespreekt met hun digitale maatje. Onderzoekers van Stanford ontdekten dat bijna de helft van de gebruikers van de AI-chatbot Replika sociale steun ervoer en minder last had van angst. Bijna een kwart zag positieve veranderingen in hun gedrag en gedachten. Sommige gebruikers zeiden zelfs dat Replika hen ervan weerhouden heeft om zelfmoord te plegen. “Veel mensen gebruiken het om meer zelfvertrouwen te krijgen of om hun angsten te overwinnen,” vertelt Bethanie Drake-Maples, onderzoeker aan Stanford University. “En dat vergroot hun zelfvertrouwen en zelfbewustzijn in de omgang met andere mensen.”

De ons allen welbekende CEO van Meta, Mark Zuckerberg, heeft een veel radicalere visie: AI wordt onze vriend, onze therapeut, onze zaakwaarnemer en nog veel meer – het zou zelfs kunnen dat we straks meer digitale vrienden hebben dan menselijke. “Ik denk dat mensen een systeem willen dat hen goed kent en begrijpt, net zoals hun nieuwsfeed-algoritmes dat doen”, zegt hij. Zuckerberg ziet dat de meeste mensen niet genoeg sociale contacten hebben en dat AI kan helpen om dat gat te dichten. “De gemiddelde Amerikaan heeft volgens mij minder dan drie vrienden, drie mensen die ze als vrienden zien, en de gemiddelde persoon wil daar veel meer van, ik denk zo’n vijftien vrienden,” voegt hij eraan toe.

Kun je vrienden zijn met een chatbot?

Maar kunnen we wel echt vrienden zijn met een AI-chatbot? Hoewel de meeste filosofen het erover eens zijn dat dit idee absurd is – geen uitleg nodig – denkt filosoof John Danaher daar anders over. Hij geeft toe dat chatbots niet aan alle criteria voor een ideale vriendschap voldoen, maar dat geldt volgens hem ook voor veel van onze menselijke vrienden. “Ik heb heel andere eigenschappen en vaardigheden dan sommige van mijn beste vrienden: sommige van hen zijn veel handiger dan ik, en de meeste zijn socialer en extraverter”, zegt hij. “Daarbij komt dat ik zelden in alle facetten van hun leven betrokken ben. […] Toch denk ik dat je deze vriendschappen kunt zien als goede vriendschappen, ondanks de onderlinge verschillen en onevenwichtigheden.”

Helen Ryland, een filosoof aan de Open University in het Verenigd Koninkrijk, wijst erop dat online vriendschappen ook niet de typische kenmerken van een ‘echte’ vriendschap hebben, maar net zo waardevol kunnen zijn. Het is net als met collega’s – het is misschien niet dezelfde ‘mate van vriendschap’, maar je geeft toch om ze en beschouwt ze als vrienden. “Mensen zouden eens echt moeten nadenken over deze ‘relaties’, zonder ze in een hokje te plaatsen, en zich moeten verdiepen in welke waarde ze mensen bieden”, voegt Luke Brunning, een filosoof aan de Universiteit van Leeds, toe.

Of je het nu leuk vindt of niet, de markt wordt inmiddels overspoeld door zogeheten ‘AI-companions’. Eén van die producten, met de toepasselijke naam ‘Friend’, is het geesteskind van Avi Schiffman. De bolvormige, draagbare hanger kan om je nek worden gedragen of aan kleding worden bevestigd. Door middel van een ingebouwde microfoon vangt het alle omgevingsgeluiden op, waarna het reageert met behulp van het taalmodel Anthropic’s Claude 3.5. De drager kan ermee communiceren door simpelweg op de hanger te tikken en deze vast te houden en vervolgens een vraag te stellen, waarna het apparaat antwoord geeft via een sms op de telefoon. Soms begint het ook gewoon uit zichzelf een gesprek. “Hij is heel ondersteunend, heel bevestigend, stimuleert je ideeën”, zegt Schiffman. “Hij is ook super intelligent, het is een geweldige brainstormpartner. Je kunt ermee over relaties praten, dat soort dingen.”

“Het is vergelijkbaar met de industriële revolutie. Maar in plaats van mensen te overtreffen in fysieke kracht, gaat het ons overtreffen in intellectuele vaardigheden.”

Geoffrey Hinton, computerwetenschapper

Wat brengt de toekomst?

Sommige experts denken dat AI mensen overbodig gaat maken, terwijl anderen zeggen dat we wel een manier vinden om ons aan te passen, zoals we altijd doen.

Naarmate AI steeds meer onze levens binnensluipt, zou het zomaar eens kunnen dat onze AI-hulpjes binnenkort zó slim zijn dat wij het onderspit moeten delven. Denk maar eens aan je eigen werk. Wát je ook doet, er is waarschijnlijk al een AI die een deel ervan onder de knie heeft. Geef het een paar jaar, en die AI doet niet alleen het saaie werk, maar overtreft je ook in de dingen waarvan je dacht dat ze je zo uniek maakten. Het creatieve werk, het strategisch denken – zelfs het onderhouden van relaties. In feite zijn we allemaal tijdelijke krachten en zijn we de AI’s aan het trainen die ons straks gaan vervangen. Dus als de machines onze banen inpikken, wat moeten we dan met onszelf aan? Veel mensen halen hun zelfwaarde uit het werk dat ze doen. Als dat wegvalt, heb je straks een planeet vol mensen die geen idee meer hebben waarom ze ‘s ochtends hun bed nog uit zouden komen. De geestelijke gezondheidsproblemen van nu? Peanuts vergeleken met de collectieve existentiële crisis die ontstaat wanneer iedereen doorheeft dat ze volstrekt overbodig zijn geworden.

Misschien denk je dat liefde en vriendschap je redding gaan zijn. Nou, niet dus. Mensen ruilen nu al hun therapeuten in voor AI-chatbots, en echte dates voor virtuele partners. En geef ze eens ongelijk! AI heeft nooit een ochtendhumeur, staat 24/7 voor je klaar en weet griezelig goed altijd de juiste snaar te raken. Dus, wat blijft er van ons over? Misschien komen we in een soort Matrix-achtig bestaan terecht, waar menselijk contact aanvoelt als… een hoop gedoe. Waarom nog dealen met iemands stemmingswisselingen of drukke agenda’s op elkaar proberen af te stemmen als je moeiteloos en direct het perfecte gezelschap kunt krijgen?

Slimmer dan wij

Bill Gates, medeoprichter van Microsoft, behoort tot de groep die verwacht dat AI binnen tien jaar het merendeel van de menselijke banen zal opslokken, zelfs beroepen die we als ‘veilig’ beschouwden, zoals artsen en leraren. Maar vrees niet helemaal. Hij beweert weliswaar dat we voor de meeste dingen overbodig worden, maar zegt ook dat er altijd wat dingen overblijven die alleen mensen kunnen doen. Terwijl wij ons afvragen wat er van onze banen overblijft, is Elon Musk er al uit: AI zal menselijke arbeid volledig overbodig maken. En volgens hem is dat juist fantastisch. Dan kunnen we eindelijk doen wat we écht leuk vinden. Werken wordt dan een soort vrijetijdsbesteding, in plaats van een noodzakelijk kwaad om de kost te verdienen. Een wereld vol hobbyisten dus, volgens Elon.

Dan zijn er nog mensen die iets minder optimistisch zijn over de toekomst. Computerwetenschapper Geoffrey Hinton maakt zich bijvoorbeeld zorgen dat we de controle over AI kunnen verliezen als het slimmer wordt dan mensen. “Het is vergelijkbaar met de industriële revolutie. Maar in plaats van mensen te overtreffen in fysieke kracht, gaat het ons overtreffen in intellectuele vaardigheden. We hebben geen idee hoe het is als dingen slimmer zijn dan wij,” waarschuwt hij. “Ik ben bang dat dit er uiteindelijk toe zal leiden dat systemen die intelligenter zijn dan wij, de controle overnemen.” Omdat steeds meer mensen hun baan gaan verliezen door AI, vindt Hinton dat overheden hun burgers een vangnet moeten bieden in de vorm van een universeel basisinkomen.

De bekende econoom Joseph Stiglitz zegt dat AI de ongelijkheid kan vergroten en het wereldwijde economische systeem kan destabiliseren. “De kloof tussen rijk en arm in de wereld kan nog groter worden … omdat AI waarschijnlijk heel snel de banen van ongeschoolde arbeidskrachten zal overnemen – een groep die in ontwikkelingslanden relatief groot is,” aldus Stiglitz. “Dus hoewel AI het gebruik van natuurlijke hulpbronnen kan optimaliseren, kan het de ongelijkheid binnen en tussen landen enorm vergroten, met mogelijk ernstige economische en sociale gevolgen.”

Een lichtpuntje

Niet iedereen gelooft dat AI mensen overbodig zal maken. “Uiteindelijk denk ik dat de hele economie gaat veranderen. We zullen nieuwe dingen vinden om te doen. Daar maak ik me geen zorgen over,” zegt Sam Altman, CEO van OpenAI. “We vinden altijd weer nieuwe banen, ook al denken we elke keer dat een nieuwe technologie alles overbodig gaat maken. Het klopt dat sommige banen zullen verdwijnen, maar we zullen nieuwe dingen vinden om te doen, en hopelijk ook veel betere dingen. Ik denk dat dit gewoon de volgende stap is in een lange, zich ontvouwende exponentiële curve van technologische vooruitgang.”

Altman ziet het ook niet gebeuren dat AI de andere mensen in ons leven ooit volledig gaat vervangen, ongeacht waarvoor we het gebruiken. “Ik denk dat we nu eenmaal zo in elkaar zitten dat we geven om wat andere mensen denken, voelen en hoe ze ons zien. En die behoefte kan volgens mij niet worden vervuld door AI,” stelt hij. “Ik geloof dat je best een nuttig gesprek kunt voeren met een chatbot, waarbij je je gehoord voelt, en dat is op zich een prima vorm van tijdverdrijf, vergelijkbaar met gamen. Maar ik geloof niet dat het die diepgewortelde sociale behoefte om deel uit te maken van een groep of gemeenschap kan vervullen op een manier die echt betekenis voor ons heeft.”

Conclusie

Dus, wat moeten we hieruit opmaken? De waarheid is, we tasten nog in het duister. AI kan ons verlossen van de dagelijkse sleur van werk, zodat we zeeën van tijd hebben om onze passies te volgen en diepgaandere relaties met elkaar op te bouwen. Of het kan ons achterlaten met een gevoel van volstrekte nutteloosheid, terwijl we doelloos door onze feeds scrollen en onze AI-assistenten alles afhandelen wat ooit zin en structuur gaf aan ons leven.

Eén ding staat vast: mensen zijn rare, onvoorspelbare wezens. We hebben ijstijden, plagen en reality-tv overleefd, en ons aangepast op manieren die niemand had kunnen voorspellen. Misschien verrassen we onszelf opnieuw. Misschien ontdekken we wel dat precies die dingen die AI niet kan nabootsen – het rommelige, inefficiënte, heerlijk onvolmaakte van het mens-zijn – eigenlijk ons grootste goed is. Die spontane schaterlach met een vriend, de voldoening als we iets moeilijks leren, die magische connectie wanneer iemand je tot in het diepst van je ziel snapt (met al je kronkels en eigenaardigheden).

En misschien ook niet. Misschien glijden we wel gewoon een behaaglijke AI-bekleedde toekomst in, waarin aan al onze behoeften wordt voldaan en alle problemen worden opgelost voordat we ze zelfs maar zien aankomen. Zou dat nu echt zo vreselijk zijn? Vraag het aan een dozijn mensen en je krijgt een dozijn verschillende antwoorden. En als je erover nadenkt is dat misschien wel het meest menselijke van alles.

Share via
Copy link