Hoe bereiden we scholen voor op het ‘nieuwe normaal’ in een post-pandemische wereld?

Foto van Richard van Hooijdonk
Richard van Hooijdonk
  • Een kijkje bij de heropende Deense scholen
  • E-learning is geen ‘quick fix’
  • Nieuwe Apple-features ondersteunen post-pandemisch leren
  • Adaptieve educatieve software helpt leerlingen hun achterstand in te halen
  • Edsights chatbot verbindt universiteiten met hun studenten
  • Gaan we eindelijk echt van start met virtual reality?
  • Een toekomst van veranderingen

Het onderwijs is al jaren bezig met het bedenken van manieren om technologie te implementeren. Maar wie had gedacht dat er een pandemie nodig was om de adoptie van technologie in het onderwijs echt goed te kickstarten? Als gevolg van de wereldwijde lockdowns werden onderwijsinstellingen overal ter wereld binnen enkele weken gedwongen om over te schakelen op online onderwijs, een transitie waar meer dan 60 procent van de leerlingen en studenten in de wereld van de een op andere dag mee te maken kregen. Hoewel we op dit moment moeilijk kunnen voorspellen hoe het onderwijs er na de pandemie precies uit zal zien, is het wel al klinkklaar dat de uitbraak een betekenisvolle verandering teweeggebracht heeft en dat er talloze nieuwe mogelijkheden zullen ontstaan zodra we aan de andere kant van de pandemie weer tevoorschijn komen.

Een kijkje bij de heropende Deense scholen

Verschillende landen zijn zelfs al begonnen met het heropenen van hun scholen. Om verdere verspreiding van het virus te voorkomen is het echter van cruciaal belang om allerlei voorzorgsmaatregelen te treffen. In pas heropende Deense scholen staan ​​bijvoorbeeld de bureaus minimaal twee meter uit elkaar. Leerlingen moeten bovendien elke twee uur hun handen wassen en daarnaast worden alle oppervlakken in de school twee keer per dag gedesinfecteerd. Er worden nu meer lessen in de buitenlucht gegeven en leerlingen worden gewaarschuwd niet te dicht bij elkaar te komen. Alle klassen zijn opgesplitst in twee kleinere groepen, waardoor docenten tijdens de lessen meer tijd met individuele leerlingen kunnen doorbrengen, wat een positief effect heeft op hun welzijn. In tegenstelling tot Denemarken zijn landen als Italië, Argentinië en India nog steeds terughoudend met betrekking tot het heropenen van hun scholen en geven ze voorlopig nog de voorkeur aan online tools die afstandsonderwijs mogelijk maken.

E-learning is geen ‘quick fix’

Het concept van online leren is zeker niet nieuw. Vóór de COVID-19-crisis zou de markt voor online onderwijs volgens de voorspellingen van ResearchAndMarkets tegen 2025 sowieso al een waarde van $350 miljard hebben bereikt. En de verwachtingen zijn dat de pandemie deze cijfers nog verder omhoog zal drijven. Bovendien verwacht men dat docenten ook nadat de crisis is weggeëbd meer openstaan voor experimenteren met innovatieve onderwijsmodellen.

De vele voordelen van online leren zijn al lang duidelijk. Volgens de onderwijsadviesorganisatie Study International is leren op afstand kosteneffectiever en biedt het meer flexibiliteit dan leren in een traditioneel klaslokaal. Online leren kan leerlingen helpen bij het ontwikkelen en verbeteren van zelfmotivatie en zelfdiscipline, vaardigheden die cruciaal zijn voor de moderne werkplek. In het conventionele onderwijs wordt daarentegen meer aandacht besteed aan het ontwikkelen van traditionele academische vaardigheden. Een ander gunstig aspect van leren in een online omgeving is dat het voor leerlingen minder intimiderend is, wat leidt tot meer betrokkenheid en efficiëntere deelname aan de lessen.

Op basis van de gegevens in het Online Education Trends Report 2020 lijken de meeste leerlingen en studenten zeer tevreden te zijn met online leren. Het rapport  bevat reacties van 1.500 leerlingen/studenten en 398 schoolbestuurders en laat zien dat 95 procent van de leerlingen online leren graag aan anderen zou aanbevelen. Leerkrachten moeten zich echter realiseren dat digitaal leren geen ‘quick fix voor de pandemie is’ en dat het creëren van waardevolle online leerervaringen veel tijd, moeite en toewijding vergt. Allison Littlejohn van University College London (UCL) Institute of Education is het hiermee eens en voegt toe dat “het van cruciaal belang is dat de online leerervaring goed doordacht ontwikkeld is en dat we de bestaande content niet gewoon in een andere vorm moeten gieten”.

Nieuwe Apple-features ondersteunen post-pandemisch leren 

Om goed te kunnen lesgeven en leren in post-pandemische tijden zullen we hybride benaderingen moeten implementeren die klassikale instructie combineren met online activiteiten. Om ervoor te zorgen dat dit proces zo soepel mogelijk verloopt, heeft Apple onlangs zijn Schoolwork- en Classroom-apps geüpdatet met nieuwe functies. Met de Schoolwerk-app kunnen docenten werk aan hun leerlingen toewijzen en hun voortgang volgen en beoordelen. De nieuwe functie maakt het gemakkelijk om educatieve content te delen. Docenten kunnen bijvoorbeeld hand-outs maken – in het dashboard van de app – die leerlingen vervolgens per lesgroep en op vervaldatum kunnen rangschikken. Docenten kunnen bovendien real-time feedback geven en coachen door tekst- of audio-opmerkingen toe te voegen. Met de Classroom-app kunnen docenten het klaslokaal en het apparaatgebruik van hun leerlingen beter monitoren en managen en kunnen ze lessen als één-op-één sessies of groepen organiseren. Ze kunnen ook het scherm van een leerling bekijken, het geluid dempen en hun toegang tot andere apps regelen. Na elke les genereert de app een samenvatting met de voortgang en activiteit van elke leerling.

https://www.youtube.com/watch?v=VNlbH7AbzXk&feature=emb_logo

Adaptieve educatieve software helpt leerlingen hun achterstand in te halen

Hoewel digitale leerplatforms en apps hun effectiviteit tijdens de lockdowns al bewezen hebben, zal het belang en de waarde van sommige edtech-oplossingen pas na de pandemie echt duidelijk worden. Vóór de uitbraak was een team van onderzoekers van Carnegie Mellon University al bezig met het testen van KI-aangedreven adaptieve leersoftware die speciaal ontwikkeld werd om leren persoonlijker te maken. Maar toen de COVID-19-crisis begon te escaleren, moesten onderzoekers de pilot op Pittsburgh Public School District helaas tijdelijk stopzetten. Voor wetenschappers die bij het project betrokken zijn is dit echter niet per se een slechte zaak. Wanneer de scholen weer beginnen zal de software namelijk pas echt goed getest kunnen worden en laten zien of het leerlingen echt kan helpen om hun leerachterstand in te lopen.

De tool maakt gebruik van KI om de leertrajecten van leerlingen te volgen en zicht te krijgen in hun voortgang, successen en uitdagingen. Deze gegevens worden aan de docent gepresenteerd in de vorm van een statistische kaart, op basis waarvan ze eenvoudig de leerbehoeften van elke leerlingen kunnen identificeren en hun leerplannen kunnen personaliseren. Als een leerling met een bepaald vak achterloopt en lesstof moet inhalen, stelt de software de docent hiervan op de hoogte. In tegenstelling tot diverse andere geavanceerde technologieën op de markt, is deze technologie niet ontworpen om menselijke docenten te vervangen. Het doel ervan is om leren efficiënter te maken zonder de relatie tussen leerlingen en hun docenten – wat een belangrijk onderdeel is van het leerproces – te verstoren.

Edsights chatbot verbindt universiteiten met hun studenten

De meeste leerlingen van deze generatie groeien op met technologie, dus het is voor scholen relatief eenvoudig geweest om tijdens de lockdowns contact met hen te houden. Voor grotere scholen kan het echter overweldigend zijn om alle vragen van leerlingen in behandeling te nemen. In de meeste gevallen beschikken onderwijsinstellingen niet over voldoende middelen om elke student afzonderlijk te bereiken. Chatbot-technologie biedt een efficiënte en goedkope oplossing voor deze uitdaging.

Op het hoogtepunt van de pandemie lanceerde edtech-bedrijf EdSights een gratis chatbot die is ontwikkeld om studenten te verbinden met hun universiteiten. De COVID-19 chatbot is kort na de lancering door meer dan 25 hogeronderwijsinstellingen in de VS geïmplementeerd. De bot communiceert via sms-berichten met studenten, vraagt ​​hen naar hun levensomstandigheden en verstrekt, indien nodig, informatie over huisvestingsprogramma’s. Verder vraagt ​​het studenten naar hun welzijn en of de pandemie hun werkgelegenheid en voedselzekerheid negatief heeft beïnvloed. Alle studenten willen graag voelen dat ze ertoe doen, maar niet iedereen is bereid om zijn of haar problemen aan een menselijke adviseur toe te vertrouwen. Voor sommigen is het versturen van een tekstbericht en daarop een reactie van een chatbot ontvangen een prettigere optie.

Gaan we eindelijk echt van start met virtual reality?

Vanwege de uitbraak van het coronavirus werden scholen over de hele wereld gedwongen om excursies, sportevenementen en andere bijeenkomsten of uitstapjes te annuleren, wat voor veel leerlingen een enorme teleurstelling is. Gelukkig worden er ook veel creatieve alternatieven bedacht. Jennifer Revels, wiskundedocent aan de Harris Middle School in North Carolina, wilde niet dat haar leerlingen het reisje naar Outer Banks zouden missen – een excursie die al twee decennia onderdeel is van de schooltraditie. In plaats van naar de eigenlijke bestemming te reizen, konden leerlingen de eilanden en stranden van Outer Banks in een virtuele omgeving bezoeken. Natuurlijk niet zo indrukwekkend als the real thing, maar toch een mooi – en veilig – alternatief.

Door middel van video’s, diavoorstellingen en zoomsessies leerden de leerlingen over de plaatsen die ze normaal gesproken in het echt zouden hebben bezocht en spraken ze met hun leraren over andere reizen die ze in het verleden hebben gemaakt. Docent Deb Blevins omschreef de ervaring als bitterzoet. “Maar het was een mooie gelegenheid om te zien en te praten over waar we naartoe zouden zijn gegaan en de activiteiten die we zouden hebben ondernomen”, vertelt Blevins.

Studenten van de New York University Tisch School of the Arts volgen hun dramalessen in virtual reality met Oculus Quest-headsets. Vanuit huis creëren studenten een scripted performance die ze vervolgens aan een telepresence-publiek in een virtuele omgeving presenteren. Hoewel ze al drie jaar bezig zijn met het idee voor deze virtuele lessen, is de school pas enkele weken voor de pandemie daadwerkelijk met de VR-dramacursus van start gegaan, wat achteraf gezien de perfecte timing bleek te zijn.

Een toekomst van veranderingen

Nu veel onderwijsinstellingen in het laatste kwartaal van het jaar waarschijnlijk weer opengaan, vragen we ons af hoe de post-pandemische school er in de praktijk uit zal zien. De aanhoudende crisis biedt ons tal van uitdagingen en kansen. De grootste uitdaging voor docenten is het creëren van een veilige leeromgeving waar leerlingen de best mogelijke resultaten kunnen behalen. De veranderingen zullen met name betrekking hebben op de indeling van de klaslokalen, de configuratie van de bureaus en het aantal leerlingen per lokaal.

Docenten zullen ook in de lesmethoden een aantal wijzigingen moeten aanbrengen – zoals het implementeren van meer digitale leermiddelen om tegemoet te komen aan de behoeften van leerlingen. Wat het integratieproces van technologie mogelijk zou kunnen vertragen, is het gebrek aan (financiële) middelen. Hierdoor zouden miljoenen leerlingen wereldwijd niet kunnen deelnemen aan digitaal leren. Het is dan ook van essentieel belang dat onderwijsinstellingen partnerschappen aangaan met organisaties, bedrijven en gemeenschappen om deze digitale kloof te verkleinen.

Share via
Copy link