- Ook de moderne Luddieten hebben het bij het verkeerde eind
- Menselijke werknemers blijven
- Robots hebben meer beperkingen dan je denkt
- Even voorstellen: de cobot
- Zo ziet de toekomst van automatisering eruit
De angst voor automatisering is niet nieuw. In het Engeland van begin 19e eeuw was er een sociale beweging, het Luddisme, dat veel aanhang had onder textielarbeiders. De Luddieten verzetten zich – door het vernielen en saboteren van machines – tegen technologische vooruitgang. In naam van de vermoedelijk mythische wever Ned Ludd – die naar verluidt in 1779 een aantal weefmachines vernielde – braken de Luddieten ’s nachts in textielfabrieken in om de machines te vernielen waarvan ze dachten dat deze hun banen bedreigden.
De realiteit was dat deze innovatie er juist voor zorgde dat de productiviteit en de waarde van de wolhandel toenam. Deze nieuwe machines waren helemaal geen job killers, maar de motoren van de economische groei. De term Luddieten wordt nu nog steeds gebruikt voor de omschrijving van mensen die irrationeel gekant zijn tegen technologie of industrialisatie.
Ook de moderne Luddieten hebben het bij het verkeerde eind
Ook nu voelen werknemers zich bedreigd. En dat is begrijpelijk – de arbeidswereld maakt door allerlei vormen van automatisering grote veranderingen door. In een rapport van Pew Research Center staat dat ongeveer de helft van de 1.896 ondervraagde experts “een toekomst voorziet waarin robots en digitalisering grote aantallen werknemers het werk zal kosten. Velen uiten hun bezorgdheid over het feit dat dit zal leiden tot een grote toename van de inkomensongelijkheid, enorme aantallen mensen die niet meer aan het werk kunnen en ernstige maatschappelijke verstoringen”.
Dit is zeker geen ongegronde angst, maar een fout die in deze rapporten vaak wordt gemaakt is dat automatisering afgeschilderd wordt als zijnde een vervanging van banen, in plaats van een vervanging van taken. Vooral in sectoren die waarschijnlijk het zwaarst worden getroffen door de komende veranderingen, zijn het de zware, repetitieve taken die robots gaan overnemen, iets dat elke fabrieksarbeider alleen maar kan toejuichen. Onze manier van werken is al anders geworden door de opkomst van een nieuw soort robot – de collaborative robot of cobot. Innovatieve vormen van automatisering verhogen de productiviteit en fungeren als groeimotoren, net als de machines van het begin van de 19e eeuw – ze creëren banen in plaats van ze over te nemen.
Menselijke werknemers blijven
Maar hoe kan de toenemende automatisering werknemers helpen? Worden we uiteindelijk niet tóch vervangen door machines?
Een goed voorbeeld is Amazon. Deze e-commercegigant heeft een leger van robots in zijn fulfilment centers. Sterker nog, het bedrijf probeert langzaam maar zeker alles te automatiseren. Zoals Sarah Kessler voor Quartz schrijft: “Het bedrijf heeft de laatste drie jaar het aantal robots in zijn magazijnen verhoogd van 1.400 naar 45.000. In dezelfde periode is het tempo waarin Amazon werknemers in dienst neemt niet veranderd”.
Ook al zijn robots in heel veel taken beter dan mensen, toch zijn menselijke werknemers nog steeds nodig, ook in fabrieken en magazijnen waar automatisering het makkelijkst te implementeren is. Enerzijds komt dat omdat mensen dankzij automatisering hun tijd niet meer hoeven te verdoen met geestdodende, repeterende werkzaamheden en daardoor ruimte hebben voor waardetoevoegend werk. Anderzijds zijn er nog verschillende technologische problemen die automatisering in de weg staan. Het is bijvoorbeeld gemakkelijker om een machine medisch op te leiden dan het te leren hoe het een hotelkamer schoon moet maken.
Robots hebben meer beperkingen dan je denkt
Hans Moravec, een gerenommeerd futuroloog en roboticus, vat deze uitdaging als volgt samen – ook wel Moravec’s paradox genoemd: “Wat mensen makkelijk en zelfs triviaal vinden is moeilijk voor robots, en andersom”. Computers als Deep Blue en AlphaGo verslaan met het grootste gemak schaakmeester Kasparov en de Go wereldkampioen, maar schoenveters strikken – wat voor een kind eenvoudig is – of bijvoorbeeld wasgoed opvouwen, een bal vangen, schoonmaken en handwerk zijn voor robots nagenoeg onmogelijk onder de knie te krijgen. Het is niet zozeer dat ze de logica ervan niet begrijpen, het is die menselijke handigheid waar ze moeite mee hebben, vooral wanneer het gaat om de onvoorspelbaarheid van taken. Daarom zullen er waarschijnlijk altijd menselijke werknemers nodig blijven.
Even voorstellen: de cobot
Lange tijd waren de leveranciers van robots in de maakindustrie ervan overtuigd dat hun machines vooral groot, sterk en snel moesten zijn. Denk bijvoorbeeld aan de enorme, gevaarlijke, dure machines in de industriële robotica. “Robots in fabrieken zijn meestal grote apparaten in kooien die repetitief, gevaarlijk werk van mensen overnemen”, rapporteert CB Insights. Maar dat verandert veel sneller dan experts hebben voorspeld. We zien tegenwoordig steeds meer ontwikkelingen in kleine, wendbare en slimme automatisering. Kazuo Hariki, executive director bij het automatiseringsbedrijf Fanuc, legt uit: “We hadden niet verwacht dat grote fabrikanten dergelijke robots zouden willen gebruiken, omdat ze niet zo zwaar kunnen tillen en beperkte mogelijkheden hebben”. Maar het ziet ernaar uit dat kleinere, lichtere, langzamere en slimmere machines inderdaad de toekomst zijn.
Zo ziet de toekomst van automatisering eruit
Deze cobots zijn klein en veilig en maken – zoals de naam al doet vermoeden – collaboratieve automatisering mogelijk. Vaak zijn ze niet veel groter dan een persoon en kunnen ze ingezet worden op een assemblagelijn, in een kleine fabriek of workshop en op plekken waar weinig ruimte is. Niet alleen bieden cobots logistiek gezien veel voordelen – geen veiligheidszones meer of gevaarlijke robots in kooien – het betekent ook dat mensen en machines met elkaar kunnen samenwerken.
Zoals de onderstaande video laat zien, kan een cobot van Universal Robots direct met een mens samenwerken, waardoor de productiviteit toeneemt zonder dat de veiligheid in het gedrang komt:
Dit is mogelijk omdat cobots, in tegenstelling tot de vorige generatie robots, zó ontworpen zijn dat ze hun menselijke collega’s niet kunnen verwonden. Ze zijn bijvoorbeeld uitgerust met force-feedbacksensoren waarmee de cobot kan zien wanneer hij met een voorwerp of persoon in contact komt. Vervolgens gaat de machine langzamer te werk of stopt hij volledig, om ongelukken te voorkomen. En naarmate de sensortechnologie verbetert, kunnen ze zien wat er om hen heen gebeurt en hun werkzaamheden aanpassen om de veiligheid te verbeteren.
In de onderstaande video zie je wat er gebeurt wanneer iemand fysiek contact maakt met de cobot van Fanuc:
De robots zijn ook makkelijk te trainen. In plaats van complexe programmering door experts leren cobots door samenwerking. De menselijke werknemer leidt de machine door het proces, controleert of de cobot de bewegingen goed onder de knie heeft en vervolgens kan het apparaat zelf aan het werk. Dat bespaart een hoop tijd, elimineert hoge programmeerkosten en maakt het ook mogelijk om de cobot snel nieuwe dingen te leren.
In de volgende video zie je hoe eenvoudig het is om een cobot van KUKA iets te leren:
We zullen in de toekomst steeds meer collaborative robots tegenkomen. Deze machines maken ons werk sneller en minder zwaar zodat wij ons bezig kunnen houden met waardevolle werkzaamheden. Deze cobots zijn niet op onze banen uit. Integendeel, het zijn de motoren van economische groei: job creators, in plaats van job killers.
Share via: