Met het Brain-to-Vehicle-systeem van Nissan kan je auto binnenkort je gedachten lezen

Foto van Richard van Hooijdonk
Richard van Hooijdonk
  • MIT’s Computer Science and Artificial Intelligence Lab heeft de eerste stappen gezet
  • Met het Brain-to-Vehicle-systeem houdt de bestuurder nog steeds de controle
  • Zijn er teveel technische uitdagingen?
  • Critici maken zich zorgen om privacy

We staan aan de vooravond van de zelfrijdende autorevolutie. Binnenkort zijn slimme algoritmen in staat om ons het gevaarlijke stuurwerk uit handen te nemen en de veiligheid op de weg te verhogen, zodat wij onze tijd tijdens de rit in alle comfort aan andere zaken kunnen besteden. Een beetje relaxen bijvoorbeeld, of ons voorbereiden op de volgende meeting. Maar veel automobilisten staan niet te springen om de controle over hun voertuig volledig uit handen te geven. Uit een recent MIT-onderzoek bleek zelfs dat 48 procent van de respondenten “nooit een volledig zelfrijdende auto zou kopen”. De grote autoproducenten nemen deze geluiden serieus. Nissan experimenteert bijvoorbeeld met nieuwe technologie om een chauffeurloos systeem te ontwikkelen dat veilig is en de inzittende tegelijkertijd het gevoel geeft dat hij toch de controle heeft.

MIT’s Computer Science and Artificial Intelligence Lab heeft de eerste stappen gezet

Niet iedereen kan overweg met complexe geautomatiseerde systemen. En autonome systemen zijn zeer ingewikkeld. Om ervoor te zorgen dat zelfrijdende auto’s door het publiek worden geaccepteerd, is het cruciaal dat gebruikers de technologie begrijpen en weten wat ze kunnen verwachten.

Om de potentiële problemen met betrekking tot de interactie tussen mens en machine te begrijpen, kun je je bijvoorbeeld een eenvoudige robotarm voorstellen die onderdelen assembleert in een fabriek. Voor menselijke toezichthouders kan een werkruimte delen en communicatie met zo’n robot nogal frustrerend zijn. Misschien komt de machine te dicht bij werknemers in de buurt of beweegt hij op onverwachte manieren. Maar hoe kunnen we betere manieren vinden om veilig en praktisch met machines samen te werken?

Joseph DelPreto, promovendus bij het Computer Science and Artificial Intelligence Laboratory (CSAIL) van het MIT, legt uit: “Mensen die met robots samenwerken, moeten in principe de taal van de robot leren en nieuwe manieren om met elkaar te communiceren. Bovendien moeten ze zich aanpassen aan de interface van de machine”. Dat is een stuk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Daarom wilde het CSAIL-team een nieuwe aanpak proberen. “We wilden erachter komen hoe je een robot aan een mens kunt aanpassen in plaats van andersom”.

Een man met beide handen op zijn knieën zit in een zelfrijdende auto
Niet iedereen kan overweg met complexe geautomatiseerde systemen.

Tijdens hun experiment combineerden onderzoekers neurowetenschap met hightech sensoren. Als je een gedachte hebt, schieten de neuronen van je hersenen kleine elektrische signalen af. Sinds enige tijd hebben we de techniek om die ‘biochemische onweersbuien’ waar te nemen en te vertalen, waardoor we de taal van de hersenen in feite kunnen decoderen. Hiervoor maken onderzoekers gebruik van een brain-computer interface (BCI), een draagbare serie sensoren die deze inputs kunnen vastleggen en vertalen. Dit heeft ongelooflijke doorbraken mogelijk gemaakt, zoals de hersengestuurde protheses waarover we in eerdere artikelen al hebben geschreven.

In dit geval wilde het CSAIL-team dat de BCI op zoek zou gaan naar “error-related potentials” (ErrPs), signalen die onze hersenen automatisch produceren wanneer wij of anderen een fout maken. Het idee was vrij eenvoudig: als een supervisor, die een BCI draagt, ziet dat een robot een fout maakt, krijgt de machine automatisch feedback en leert hij in feite menselijke taal ‘spreken’.

“Ik voorzie dit voor gebruik in complexe mens-machine-interactie waarbij het grootste deel van de last aan de machinezijde ligt, vanwege zijn capaciteit om taken bijna autonoom uit te voeren en de mens alleen maar toezicht houdt”, zegt José del R. Millán, een geassocieerd hoogleraar aan de École Polytechnique Fédérale de Lausanne in Zwitserland. En als we het hebben over een toekomst met autonome auto’s, is dit soort onderzoek bepalend voor hoe we zelfrijdende voertuigen gaan ontwerpen.

Met het Brain-to-Vehicle-systeem houdt de bestuurder nog steeds de controle

Daniele Schillaci, een executive vice president bij Nissan, wil ons beeld van de toekomst met zelfrijdende auto’s veranderen. “Wanneer we aan autonoom rijden denken, hebben we een zeer onpersoonlijk toekomstbeeld van mensen die de controle aan machines overlaten”, zegt hij. “Brain-to-Vehicle (B2V-) technologie doet het tegenovergestelde”.

Nissan’s visie is BCI-ondersteund rijden, aangevuld met kunstmatige intelligentie (KI). Stel je bijvoorbeeld voor dat je op een snelweg rijdt. Voor je gebeurt een ongeval en je moet snel afremmen en het stuur scherp omgooien om op een andere rijstrook te komen. Het B2V-systeem van Nissan zou de gedachten tijdens zo’n situatie herkennen en de benodigde manoeuvres alvast initiëren voordat je handen en voeten kunnen reageren, waardoor de reactietijd met maar liefst een halve seconde afneemt. Op snelwegen betekent dat een verschil van maar liefst 17 meter – een verschil, wellicht, van leven een dood.

Zijn er te veel technische uitdagingen?

Maar niemand weet precies hoe dit systeem in de praktijk zal functioneren en er is nog maar weinig over bekend. Een van de problemen op dit moment is het dragen van een BCI, wat eruitziet alsof je een bekabelde vergiet op je hoofd hebt. Dat is tijdens een autorit natuurlijk geen prettige ervaring. Nissan is zich ervan bewust dat dit voor de verkoopbaarheid van de tech nogal een obstakel is. Een woordvoerder van Nissan vertelde The Verge dat het apparaat waar ze mee bezig zijn “licht in gewicht en makkelijk te dragen is en dat het over krachtige droog-sensoren beschikt. We hebben het apparaat draadloos gemaakt, zodat de bestuurder er nauwelijks iets van merkt”.

Met wat Nissan voorstelt gaan ook diepgaande technische uitdagingen gepaard. “De hersenen worden voor allerlei dingen gebruikt, dus een specifiek signaal uit het ‘lawaai’ van andere hersenactiviteit filteren is vaak moeilijk”, waarschuwt Dr. Chris Gerdes, professor aan Stanford University’s School of Engineering. Niemand weet nog zeker hoe Nissan van plan is om dat lawaai tot stilte te brengen en eruit te filteren wat de hersenen van de chauffeur van plan zijn te doen. Ook al zijn we enthousiast over de ontwikkelingen, dit is natuurlijk nog maar het begin. Gerdes dringt erop aan om er niet vanuit te gaan dat dit systeem binnenkort al op de markt komt. “Dit is iets wat we in een relatief vroege fase al laten zien, maar het is nog lang niet klaar voor implementatie… Een praktische toepassing kunnen we pas over 5 tot 10 jaar verwachten”.

Critici maken zich zorgen om privacy

Er zijn ook critici, zoals Dr. Jim Sayer, directeur van de University of Michigan Transportation Research Institute, die niet overenthousiast zijn over deze ontwikkelingen. “Het feit dat iets of iemand een bestuurder kan verplichten om wat voor soort sensor dan ook te dragen, beschouw ik als een inbreuk op de privacy”, vertelt hij NBC News. Omdat een BCI is ontworpen om je gedachten te lezen, maakt hij zich zorgen om wat het systeem nog meer van je weet. “Ik denk dat sommige chauffeurs zich misschien ook afvragen welke gedachten er nog meer worden gemonitord. Dus ik ben niet zo zeker van de praktische aspecten van de toepassing van dit soort technologie”, legt hij uit.

Ondanks deze bezorgdheden is het B2V-systeem van Nissan natuurlijk wel een interessante potentiële optie als het gaat om de toekomst van autonoom rijden, vooral omdat veel consumenten niets voelen voor volledig zelfrijdende auto’s. Nissan anticipeert op die bezorgdheid voordat deze de ontwikkeling van zelfrijdende auto’s stagneert of zelfs saboteert. Met hun intrigerende experimenten maken ze de weg vrij voor een toekomst waarin automobilisten toch een zeker mate van controle houden over hun zelfrijdende voertuigen.

Share via
Copy link