Samenvatting
We hebben altijd al gefantaseerd over robots die net mensen zijn: ze zien er net uit als wij en gedragen zich ook op dezelfde manier. Fabrieksrobots zijn inmiddels de normaalste zaak van de wereld, maar een robot die écht op een mens lijkt? Dat leek tot voor kort technisch bijna niet haalbaar. Maar dankzij belangrijke doorbraken in AI, robotica en nieuwe materialen wordt wat ooit sciencefiction was steeds meer werkelijkheid.
- De nieuwste humanoïde robots combineren hun menselijke vorm met slimme AI. Ze vinden moeiteloos hun weg in complexe omgevingen, kunnen allerlei voorwerpen hanteren en leren nieuwe vaardigheden aan door gewoon te kijken en na te doen.
- Momenteel werken bedrijven als Tesla en 1X Technologies aan humanoïde robots die ons straks met het huishouden gaan helpen.
- De productie- en logistieke sector lopen voorop met de inzet van humanoïde robots. Zo hebben grote fabrikanten als BMW en Mercedes-Benz ze zelfs al in hun fabrieken aan het werk gezet.
- “Wij zijn waarschijnlijk de laatste generatie die deze sciencefictiontaferelen alleen nog uit films kent”, aldus Alexander Khazatsky, die als onderzoeker bij Stanford University werkt aan machine learning en robotica.
- “We bevinden ons in een tijd waarin humanoïde robots echt nuttig zijn”, zegt Jenny Read van het Advanced Research and Invention Agency (Aria), waar zij het roboticaprogramma leidt. “Maar voordat we robots hebben die écht alles kunnen, zijn we nog vele jaren verder. Daar is nog heel wat ontwikkeling voor nodig.”
Wanneer we voor het eerst zo’n humanoïde robot tegen zullen komen – bijvoorbeeld in het park of bij de bakker om de hoek – valt nog moeilijk te zeggen, maar dat is waarschijnlijk een kwestie van tijd. Deze machines worden in elk geval steeds slimmer, veiliger en goedkoper en worden waarschijnlijk al snel onderdeel van ons dagelijks leven. Een belangrijke vraag is echter welke plek deze mechanische helpers in onze maatschappij zullen krijgen en hoe we straks met deze mensachtige machines omgaan.
De opmars van humanoïde robots
In sciencefictionfilms zien we al jaren robots die op mensen lijken. Ze lopen door de straten, doen de afwas, of gaan naar hun werk. In sommige gevallen willen ze zelfs de wereld overnemen. Tot voor kort was de werkelijkheid een stuk saaier: robots waren gewoon machines die in fabrieken simpele klusjes opknapten. Maar dat gaat nu eindelijk veranderen.
Dankzij een aantal belangrijke doorbraken in AI, robotica en nieuwe materialen krijgen we steeds meer robots die echt op mensen lijken en ook zo bewegen. Maar geen zorgen: dit zijn niet de angstaanjagende machines waar Hollywood ons altijd voor gewaarschuwd heeft. Ze zijn niet uit op wereldheerschappij of een robotrevolutie. De humanoïde robots van nu worden juist ontwikkeld om al die klusjes op te knappen waar wij mensen eigenlijk geen zin in hebben.
In magazijnen gaan ze bijvoorbeeld saaie en herhalende taken overnemen. Ook kunnen ze ingezet worden om op gevaarlijke plekken onderhoud of reparaties uit te voeren en straks helpen ze misschien ook wel met het huishouden. Sommige robots worden zelfs speciaal ontwikkeld als maatje voor mensen die wat extra hulp en gezelschap kunnen gebruiken in het dagelijks leven. Misschien niet zo spannend als een sciencefictionfilm, maar het wordt wel een behoorlijk indrukwekkende werkelijkheid.
Net zo soepel als een mens
Je zou bijna denken dat het mensen waren, zo natuurlijk bewegen de nieuwste robots. En dat allemaal dankzij slimme AI en geavanceerde sensoren.
Een humanoïde of mensachtige robot is precies wat de naam doet vermoeden – een robot die in veel opzichten sterk lijkt op mensen. Ze hebben meestal de standaarduitrusting die je zou verwachten: twee benen om te lopen, twee armen om voorwerpen vast te pakken en een hoofd vol sensoren en camera’s. Maar wat ze echt bijzonder maakt is niet zozeer hoe ze eruitzien, maar dat ze zich net zo kunnen bewegen als mensen.
Deze geavanceerde robots lopen makkelijk op allerlei soorten ondergronden en kunnen gewoon dingen oppakken en vasthouden. Sommige rennen, springen en dansen zelfs. Ze hebben een soort kunstmatige intelligentie (AI) die ervoor zorgt dat ze begrijpen wat er om hen heen gebeurt. Ze zien waar dingen staan, weten hoe ze ergens naartoe kunnen lopen zonder overal tegenaan te botsen, en kunnen steeds beter omgaan met alles wat ze tegenkomen.
En door de opkomst van generatieve AI kunnen ze straks nog veel meer. In plaats van alleen maar vaste instructies te volgen, kunnen deze mensachtige robots nu ook echt van hun ervaringen leren. Ze kunnen zelf oplossingen bedenken voor nieuwe problemen die ze tegenkomen – een beetje zoals wij mensen dat doen als we ergens mee te maken krijgen.
Al deze nieuwe mogelijkheden zorgen ervoor dat deze mensachtige robots in allerlei sectoren kunnen worden gebruikt. De meest voor de hand liggende – en snelst haalbare – toepassing is in de industrie, waar ze het saaie, vieze of gevaarlijke werk van mensen kunnen overnemen. Humanoïde robots kunnen ook nuttig zijn in de gezondheidszorg, waar ze bijvoorbeeld patiënten kunnen verzorgen. In winkels en de horeca kunnen ze worden ingezet als klantenservicemedewerker of onderhoudswerk doen. Uiteindelijk zouden mensachtige robots zelfs de ruimte in kunnen gaan, om te werken op plekken die voor mensen te gevaarlijk zijn.
Met welke obstakels hebben we te maken?
Humanoïde robots zouden een oplossing kunnen zijn voor het groeiende tekort aan arbeidskrachten, maar de hoge ontwikkelingskosten en zorgen over veiligheid vormen lastige obstakels.
Nu de arbeidskosten de laatste jaren stijgen en veel sectoren moeite hebben om personeel te vinden, is het logisch dat bedrijven geïnteresseerd zijn in humanoïde robots. Anders dan menselijke werknemers hebben robots geen pauzes, vakanties of ziektedagen nodig. Ze kunnen 24 uur per dag doorwerken, worden niet moe of afgeleid, en zullen niet opstappen voor een betere baan bij de concurrent. Dus als ze echt zoveel beter zijn dan wij, waarom hebben ze ons dan nog niet vervangen?
Ten eerste zijn de ontwikkelingskosten van humanoïde robots een groot struikelblok. Er zijn namelijk enorme investeringen nodig in geavanceerde hardware, hightech sensoren en complexe besturingssystemen. En zelfs met de recente technologische vooruitgang blijft het een behoorlijke uitdaging om robots te maken die net zo behendig zijn als mensen.
Het gebrek aan voldoende trainingsdata is een ander groot obstakel. Waar grote taalmodellen hebben kunnen profiteren van enorme verzamelingen menselijke teksten, bestaat er geen vergelijkbare dataset om robots te leren hoe ze met de fysieke wereld moeten omgaan. Voor elke beweging – van het vastpakken van voorwerpen tot het bewaren van evenwicht tijdens het lopen – moet uitgebreid geprogrammeerd en geëxperimenteerd worden.
Maar de allergrootste uitdaging is veiligheid. Waar industriële robots al tientallen jaren bestaan – en in gecontroleerde omgevingen met strikte veiligheidsprotocollen aan het werk zijn – is het een ander verhaal als je een robot van 70 kilo in iemands huis of in een druk winkelcentrum plaatst. Eén verkeerde beweging of storing kan ernstige schade veroorzaken.
“Wat kan hij allemaal? Alles wat je maar wilt. Hij kan lesgeven of op je kinderen passen. Hij kan je hond uitlaten, het gras maaien, boodschappen doen, gewoon je vriend zijn of drankjes serveren. Wat je ook maar kunt bedenken – hij doet het.”
Tesla-topman Elon Musk
Humanoïde robots onder ons
Ze moeten zich nog bewijzen, maar overal ter wereld werken bedrijven aan humanoïde robots die ons leven op ingrijpende manieren beloven te veranderen.
Een robot die alles kan wat je maar wilt
Ondanks alle uitdagingen bij het ontwikkelen van humanoïde robots zijn er toch genoeg bedrijven druk bezig hun eigen ontwerpen te perfectioneren. Zo onthulde Tesla tijdens het omstreden robotaxi-evenement in oktober 2024 bijvoorbeeld de nieuwste versie van zijn Optimus-robot. Social media werd al snel overstroomd met beelden en video’s van de gezichtsloze humanoïde robot die zelfverzekerd door de zaal liep, spelletjes steen-papier-schaar speelde en zelfs wat danspasjes liet zien.
Tesla-topman Elon Musk was razendenthousiast over zijn nieuwe creatie. “Wat kan hij allemaal? Alles wat je maar wilt,” beweerde hij. “Hij kan lesgeven of op je kinderen passen. Hij kan je hond uitlaten, het gras maaien, boodschappen doen, gewoon je vriend zijn of drankjes serveren. Wat je maar kunt bedenken – hij doet het.” En dat klónk niet alleen te mooi om waar te zijn – dat was het ook. Ook met de opwinding op social media was het al snel gedaan toen bleek dat sommige dingen die de robot deed niet zo autonoom waren als ze in eerste instantie leken.
Hoewel Optimus met behulp van AI inderdaad zelfstandig rondliep, werden veel van de complexere interacties – zoals gesprekken – in werkelijkheid door operators op afstand aangestuurd. Tesla heeft weliswaar nooit beweerd dat de robot volledig autonoom was, maar zei ook niet specifiek dat hij dat níet was. Typisch gevalletje van ‘verzwijgen is niet hetzelfde als liegen’… Maar sommige aspecten waren toch wel behoorlijk indrukwekkend. Zo was Optimus echt heel behendig. De manier waarop hij bewoog en objecten vastpakte bijvoorbeeld. Dit gaf een fascinerende blik in een mogelijke toekomst waarin robots harmonieus met mensen samenleven. Maar dat gebeurt waarschijnlijk allemaal wat later dan Musk voorspelt.
Geen vervelende huishoudelijke klusjes meer
Een bedrijf dat al wat verder lijkt te zijn met deze ontwikkelingen is het Noorse 1X Technologies. Ze hebben pasgeleden aangekondigd dat hun nieuwe humanoïde robot NEO Beta eind dit jaar al in een aantal huishoudens aan de slag kan. Hij is ongeveer 1.65m lang, weegt 30 kilo, en is gemaakt om allerlei huishoudelijke klusjes te doen, zoals schoonmaken en opruimen. De robot maakt gebruik van AI en geavanceerde sensoren om op stemcommando’s en gebaren te reageren. Hij kan zelfs de emotionele toestand van zijn eigenaar herkennen, waardoor hij natuurlijker kan communiceren. In tegenstelling tot de meeste andere humanoïde robots heeft NEO Beta kleding aan, waardoor hij er nog levensechter uitziet.
De robot kan ook naadloos met bestaande domoticasystemen integreren, waardoor hij allerlei verschillende smart home-apparaten kan aansturen. Naarmate hij je routine steeds beter leert kennen, kan hij bijvoorbeeld ook automatisch de verlichting en temperatuur in je huis aan jouw voorkeuren aanpassen. “Wij willen een robot leveren die de taken uitvoert die je liever niet zelf doet. Hij is bovendien op jouw specifieke voorkeuren en levensstijl afgestemd,” zegt Bernt Øivind Børnich, oprichter en algemeen directeur van 1X. De robot kan ook met je beveiligingssysteem verbinding maken. Zo let hij op ongebruikelijke activiteiten en stuurt direct een waarschuwing als hij iets verdachts opmerkt. En dankzij een andere veiligheidsfunctie, het ingebouwde botsingsvermijdingssysteem, botst de robot als hij zich door je huis verplaatst niet per ongeluk tegen je aan.
Humanoïde robots in fabrieken
Het lijkt zo leuk en handig: een robotmaatje dat met je kletst, klusjes voor je doet en je leven makkelijker maakt. Maar zover is het nog niet – het duurt waarschijnlijk nog even voor we thuis allemaal zo’n bot hebben rondlopen. Toch zijn er al sectoren waar humanoïde robots al een tijdje aan het werk zijn. Zo lanceerde het Californische roboticabedrijf Figure in augustus 2024 de tweede generatie van zijn humanoïde robot, die speciaal ontwikkeld is voor gebruik in bijvoorbeeld fabrieken, logistieke centra en magazijnen. De robot, die heel saai gewoon Figure 02 heet, kreeg flink wat verbeteringen ten opzichte van zijn voorganger – zowel qua hardware als software.
Wat vooral opvalt is dat de robot nu op AI-modellen draait die in samenwerking met OpenAI zijn ontwikkeld. Dankzij ingebouwde speakers en microfoons kan hij op gesproken opdrachten reageren en met mensen praten. Verder gebruikt hij een geavanceerd vision language model dat beelden van zes RGB-camera’s analyseert. Hiermee begrijpt de robot zijn omgeving beter en kan hij bepalen hoe hij een taak het beste kan aanpakken. Het bedrijf wilde de robot grondig testen en deed dat in de BMW-fabriek in South Carolina. Daar liet Figure 02 twee weken lang zien wat hij in zijn mars had. De robot bleek prima overweg te kunnen met verschillende taken bij de assemblage van auto’s. Zo lukte het hem onder meer om metalen plaatdelen heel precies in de montageframes te plaatsen – best knap, want daar heb je echt vingervlugge bewegingen voor nodig.
Ook Apptronik werkt aan humanoïde robots. Het robotbedrijf uit Texas sloot in maart 2024 een deal met Mercedes-Benz om zijn robot Apollo in een aantal Mercedes-fabrieken aan het werk te zetten. Volgens het bedrijf kan de robot uiteenlopende productie- en logistieke taken uitvoeren, zoals het lossen van vrachtwagens, orderpicken en palletiseren. De robot heeft ledschermen in zijn hoofd, mond en borst waarop je zijn status kunt zien, zoals de taak waar hij mee bezig is en hoeveel ‘juice’ er nog in zijn accu zit. Om Apollo in een menselijke omgeving veilig te laten werken, rustte Apptronik hem uit met geavanceerde veiligheidsvoorzieningen. Zo stopt de robot direct met zijn werkzaamheden zodra een object te dicht in de buurt komt, waardoor de kans op ongelukken afneemt.
De ruimte, het laatste onontdekte gebied
Humanoïde robots zijn niet alleen hier op aarde nuttig, zoals in huizen en fabrieken, maar kunnen in de toekomst ook in de ruimte aan de slag. Voor astronauten zijn zelfs de simpelste onderhoudstaken daar namelijk gevaarlijk. Bij elke ruimtewandeling lopen ze risico’s. Denk aan schadelijke straling of haperende apparatuur. Om deze gevaren te verkleinen ontwikkelde NASA de Valkyrie-robot.
Met een lengte van 1,88 meter en een gewicht van 136 kilo is deze humanoïde robot een indrukwekkende verschijning die zijn mythologische naam – uit de Noorse mythologie – eer aan doet. Valkyrie werd in eerste instantie ontwikkeld voor reddingswerk op plekken die voor mensen te gevaarlijk zijn. Nu test NASA de robot in het Johnson Space Center in Houston om te kijken of hij ook in de ruimte zijn werk kan doen.
Volgens NASA kan de robot allerlei onderhoudstaken uitvoeren, zoals zonnepanelen schoonmaken en apparatuur aan de buitenkant van het ruimtevaartuig controleren. Zo kunnen de astronauten zich volledig richten op onderzoek en verkenning. “Het is niet de bedoeling om de bemanning te vervangen,” benadrukt Shaun Azimi, projectleider van het robotica-team bij NASA’s Johnson Space Center. “De robot moet alleen het saaie, vieze en gevaarlijke werk overnemen, zodat de bemanning zich met belangrijkere taken kan bezighouden.”
“Het verschil tussen het hacken van robots en het hacken van computers is dat computers zelf niet bewegen. Maar robots kunnen echte fysieke schade aanrichten en mensen verwonden,”
Alex Ivkovic, hoofdinformaticus CDF Corporation
Heeft iedereen straks een robot in huis?
Sommige experts geloven dat we straks allemaal een humanoïde robot in huis of op het werk hebben, maar de meerderheid is daar nogal sceptisch over.
Hoe lang duurt het nog voordat humanoïde robots een vertrouwd gezicht worden in ons dagelijks leven? Sommigen denken dat dit binnen een paar decennia zal gebeuren. “Ik denk dat er tegen 2040 waarschijnlijk meer humanoïde robots dan mensen zullen zijn,” voorspelt Elon Musk. Maar we moeten deze voorspelling met een flinke korrel zout nemen, aangezien Musk nogal de neiging heeft om gewaagde toekomstvoorspellingen te doen en daarnaast natuurlijk flink in deze technologie heeft geïnvesteerd. Hij is echter niet de enige die denkt dat we binnenkort humanoïde robots in huis hebben. “Wat voor ons nog sciencefiction lijkt is voor de volgende generatie waarschijnlijk doodnormaal,” zegt Alexander Khazatsky, onderzoeker machine learning en robotica aan Stanford University.
Volgens experts wordt er zeker wel vooruitgang geboekt met humanoïde robots, maar ze betwijfelen of ze bij ons thuis of in openbare ruimten ooit echt op hun plek zullen zijn. “Als ze in een Amazon-magazijn of Ford-fabriek met een collega samenwerken is dat wat anders – daar werk je met speciaal getraind personeel,” zegt Aaron Prather, directeur van het Robotics and Autonomous Systems Program bij standaardenorganisatie ASTM International. “Maar wat als we zo’n robot in een openbaar park neerzetten? Hoe gaat die dan bijvoorbeeld met kinderen om, of hoe reageert hij op mensen die niet weten wat ze zien of wat er gebeurt?”
Daarbij komt nog dat gehackte robots veel gevaarlijker kunnen zijn dan gehackte computers, vooral als ze in verkeerde handen vallen. “Het verschil tussen het hacken van robots en het hacken van computers is dat computers zelf niet bewegen. Maar robots kunnen echte fysieke schade aanrichten en mensen verwonden,” zegt Alex Ivkovic, hoofdinformaticus bij de Amerikaanse verpakkingsfabrikant CDF Corporation.
Gezien deze risico’s zal het nog wel even duren voor we robots bij ons thuis zien. “Het tijdperk van nuttige humanoïde robots is wel aangebroken, maar voordat we een echt veelzijdige robot hebben zijn we nog wel een paar jaar bezig,” zegt Jenny Read, directeur van het roboticaprogramma bij Aria. “Laten we er eerst maar eens voor zorgen dat een robot betrouwbaar een laptop uit elkaar kan halen of een boterham kan smeren. Daarna kunnen we nadenken over robotzorg voor ouderen.”
Hoe ziet een toekomst met deze ‘mensachtigen’ eruit?
Als we kijken naar de snelheid van de technologische ontwikkelingen, zouden robots op een dag ver genoeg ontwikkeld kunnen zijn om in elk deel van onze samenleving veilig ingezet te kunnen worden. Maar dit roept ook verschillende ethische vragen op.
Hoewel het nooit eenvoudig is om de koers en snelheid van technologische ontwikkelingen te voorspellen, zien we nu al bepaalde trends ontstaan. De verwachting is dat humanoïde robots tegen het einde van dit decennium hun intrede doen in industriële omgevingen. Ze beginnen waarschijnlijk met eenvoudige taken in fabrieken en magazijnen, en naarmate de technologie zich verder ontwikkelt nemen ze steeds meer werkzaamheden voor hun rekening. Tegen 2030 en daarna zien we mogelijk de eerste echt praktische huishoudrobots verschijnen. Dit zullen nog niet de veelzijdige robotbutlers zijn die we uit sciencefictionfilms kennen. Het worden wel gespecialiseerde assistenten die specifieke taken kunnen uitvoeren, zoals de vaatwasser inruimen, de was doen of ouderen helpen met dagelijkse activiteiten. In het begin zijn ze waarschijnlijk nog enorm kostbaar, waardoor alleen rijke huishoudens en luxe verzorgingstehuizen ze kunnen aankopen. Maar langzaam maar zeker zullen steeds meer mensen zo’n assistent kunnen aanschaffen.
Tegen 2040 is de technologie waarschijnlijk geavanceerd genoeg om humanoïde robots in complexere omgevingen in te zetten. Dan komen we ze tegen in ziekenhuizen waar ze medisch personeel assisteren, op bouwplaatsen waar ze samenwerken met menselijke bouwvakkers, of zelfs in de ruimte waar ze helpen bij het bouwen en onderhouden van bases op de maan of Mars. Daarna zien we nog meer ontwikkelingen die onze samenleving ingrijpend zullen veranderen, zodat ze zelfs als leraren, zorgverleners en kunstenaars aan het werk kunnen. Humanoïde robots zouden ook wetenschappelijk onderzoek kunnen gaan doen en allerlei manieren kunnen ontdekken om de menselijke kennis nog meer uit te breiden. Sommige futuristen voorspellen zelfs dat robots hun eigen culturen en samenlevingen zouden kunnen ontwikkelen, parallel aan – maar verschillend van – die van mensen.
Het introduceren van humanoïde robots in onze samenleving roept belangrijke ethische vragen op en kan leiden tot lastige debatten over robotburgerschap en stemrecht. Er zouden zelfs relaties tussen robots en mensen kunnen ontstaan. Wanneer zou een robot bijvoorbeeld bepaalde rechten moeten krijgen? Als een robot kan denken, voelen en zelfstandig beslissingen kan nemen, moeten we die dan nog steeds als voorwerp en eigendom beschouwen, of eerder als een vorm van kunstmatig leven behandelen? En zouden robots bezittingen mogen hebben? Moeten ze betaald worden voor hun werk? En wat als een robot een misdaad begaat – wie is er dan verantwoordelijk? Dit soort vragen kunnen tot felle ethische discussies leiden en volledig nieuwe wetgeving noodzakelijk maken.
Leerpunten
We hebben alle ins en outs van humanoïde robots in dit artikel besproken, maar wat kunnen we nu concluderen? Hoewel de media vaak focust op mogelijke gevaren, is het werkelijke verhaal genuanceerder en uiteindelijk positiever. Humanoïde robots zijn er namelijk niet om ons te vervangen, maar om menselijke capaciteiten uit te breiden en vervelende, simpele, of gevaarlijke taken uit handen te nemen. Net als bij de industriële revolutie veranderen banen vooral van aard – verdwijnen doen ze niet – en humanoïde robots gaan ervoor zorgen dat wij onze energie op zinvollere bezigheden kunnen richten.
De opkomst van humanoïde robots verloopt misschien niet precies zoals Hollywood het zich voorstelde, maar zal niet minder ingrijpend zijn. De echte uitdaging die voor ons ligt is niet alleen technologisch – het gaat erom deze machines op een doordachte manier in onze samenleving te integreren, op een manier die het menselijk welzijn versterkt in plaats van ondermijnt.
Share via: