Samenvatting
De academische wereld zit met een groot probleem. Anno 2025 is AI de onzichtbare sidekick van bijna elke student. En dat is allang geen tijdelijke trend meer. Het betekent niet alleen dat studenten anders leren, maar ook dat ze AI voor allerlei opdrachten gebruiken. Wat is een diploma dan nog waard?
- Studenten gebruiken AI voor van alles, van het schrijven van papers tot programmeeropdrachten.
- In Groot-Brittannië gebruikt 92% van de studenten AI voor hun studie.
- Twee derde van de Amerikaanse studenten vertrouwt op chatbots.
- 68% van de docenten gebruikt AI-detectiesoftware.
- “De grootste zorg over generatieve AI is niet dat het de menselijke intelligentie zou kunnen aantasten, maar dat het dat al heeft gedaan”, zegt Robert Sternberg, hoogleraar Menselijke Ontwikkeling aan de Cornell University.
De vraag is niet óf studenten AI blijven gebruiken; dat antwoord is natuurlijk een volmondig ja. En daar ligt dan ook de uitdaging – het ombuigen van een probleem naar een kans. Universiteiten staan voor een keuze: vasthouden aan verouderde modellen of het onderwijs opnieuw uitvinden voor een wereld waar AI niet meer uit weg te denken is. Er staat veel op het spel: groeien we als mensen, of geven we al het denkwerk uit handen aan AI?
Ieder semester zien we in het hoger onderwijs hetzelfde tafereel: studenten die in een hoekje van de bibliotheek over laptops gebogen zitten en verwoed papers aan het typen zijn, met de deadline als zwaard van Damocles boven hun hoofd. Maar de afgelopen jaren is er iets fundamenteels veranderd in die (vaak nachtelijke) schrijfmarathons. Vroeger waren studenten in een strijd verwikkeld tegen een leeg scherm en zochten ze verbeten naar woorden, terwijl ze nu in een handomdraai gepolijste alinea’s uit een AI-tool toveren, simpelweg door een paar geraffineerde opdrachten te geven.
Een blik op de statistieken laat zien dat AI steeds populairder wordt onder studenten. In het collegejaar 2024-25 gebruikte 92% van de Britse studenten AI-tools voor hun studie; een flinke stijging vergeleken met 66% het jaar ervoor. Aan de andere kant van de oceaan, in de Verenigde Staten, zegt twee derde van de studenten AI-chatbots te gebruiken; 42% werkt wekelijks met generatieve AI. En in Nederland ligt het AI-gebruik van studenten volgens onderzoek uit 2024 op 65%, al durven we te wedden dat ook dit percentage inmiddels de hoogte in is geschoten. Sinds de komst van het internet heeft de academische wereld niet zo’n storm van technologische veranderingen meegemaakt. Maar deze keer voelt het anders. We digitaliseren niet alleen informatie, we automatiseren in feite het denkproces zelf.
Huiswerk op de automatische piloot
AI heeft zich in het onderwijs genesteld en verandert hóe studenten leren en wát ze leren.
Valsspelen met AI beperkt zich niet tot een af en toe gekopieerde alinea. Essays en papers (die thuis geschreven kunnen worden) zijn erg vatbaar voor sabotage. Veel studenten geven toe dat ze AI als hulp gebruiken bij het schrijven van een paper. Sommigen laten AI 80% van het werk doen en vullen de resterende 20% zelf in om de tekst menselijker te laten klinken. Veel docenten melden dat ze robotachtige teksten nakijken die grammaticaal perfect zijn, maar een menselijke vonk missen – het onmiskenbare teken dat AI huis heeft gehouden.
Ook studenten informatica gebruiken steeds vaker tools zoals GitHub Copilot voor hun programmeeropdrachten. Want waarom zou je urenlang duizenden regels code debuggen als AI dat in een paar seconden kan? Een vraagstuk uit de natuurkunde of wiskunde? Voer ‘m in een groot taalmodel in en je krijgt stapsgewijze oplossingen die, hoewel niet altijd perfect, wel als solide uitgangspunt kunnen dienen. Hetzelfde geldt voor lab-rapporten en data-analyse: studenten vragen om kant-en-klare analyses of laten ChatGPT de conclusies schrijven. Het drijft docenten tot wanhoop. Ze zien vaak overduidelijke, tenenkrommende fouten uit AI-teksten langskomen. De student heeft in die gevallen niet eens de moeite genomen de tekst eerst even door te lezen voor ‘m bij de docent in te leveren.
Generatieve AI-platforms kunnen ook handige studieschema’s en oefentoetsen voor studenten opstellen en literaire romans en studieboeken samenvatten. In feite kunnen ze elke stap van het leerproces automatiseren. Aantekeningen maken, samenvatten, schrijven, coderen, studeren – laat het maar aan AI over. Voor studenten met tijdgebrek en andere verantwoordelijkheden (zoals werk of de zorg voor familie) is het een onweerstaanbare uitkomst. In hun ogen is het niet onethisch, maar efficiënt: waarom zou je zwoegen op taken die de technologie je uit handen kan nemen? De traditionele academische leerweg, die bestond uit zelf onderzoek doen, lesstof verwerken en eigen inzichten formuleren, wordt als onnodig tijdverlies gezien.
“Laten we onszelf niet wijsmaken dat studenten AI gebruiken omdat ze zo enthousiast zijn over de nieuwe technologie… Iedereen zoekt naar manieren om het zichzelf makkelijker te maken.”
Megan Fritts, docent filosofie aan de Universiteit van Arkansas
Efficiëntie versus ethiek
Van Columbia tot Cambridge; wereldwijd worstelen universiteiten met de onstuitbare opmars van AI.
Universiteiten over de hele wereld slaan het alarm over AI-fraude. Een opvallend voorbeeld komt van Columbia University, waar een student informatica in 2024 de tool Interview Coder ontwikkelde. Hiermee kon hij tijdens online sollicitatiegesprekken stiekem technische vragen over codering in realtime naar een AI doorsturen. Hij livestreamde zichzelf terwijl hij het gebruikte om een stageplaats bij Amazon te bemachtigen. De academische integriteitscommissie van Columbia kwam er achter en een faculteitscommissie oordeelde dat hij schuldig was aan het adverteren van een link naar een tool voor fraude. Hij werd geschorst.
In plaats van zijn excuses aan te bieden, kaartte hij de hypocrisie van Columbia aan. De universiteit werkt zelf samen met AI-bedrijven, maar verbiedt studenten het gebruik ervan, tenzij ze uitdrukkelijk toestemming hebben. Toch, zo liet hij weten, maakt vrijwel elke student die hij kent er stiekem gebruik van om de eigen prestaties te verbeteren. “Veel opdrachten op de universiteit zijn nutteloos… Ze zijn hackbaar met AI,” zegt hij. “Ik denk dat het niet lang meer duurt voordat het gebruik van AI voor huiswerk niet langer als fraude wordt gezien.”
Nóg veelzeggender is misschien wel wat er op de Universiteit van Arkansas gebeurde. Filosofiedocent Megan Fritts ontdekte AI-fraude op de laatste plek waar ze het verwachtte: bij een eenvoudige introductieopdracht voor haar vak Ethiek en Technologie. De opdracht kon niet simpeler zijn: stel jezelf kort voor en vertel wat over de verwachtingen die je van het vak hebt; iets waar je gewoonlijk gegarandeerd een prachtig cijfer mee haalt. Maar in plaats van zelf iets te schrijven, leverden veel studenten gelikte paragrafen in die door ChatGPT waren gegenereerd. De door AI geschreven introducties waren flets en nietszeggend, en lieten niets van de persoonlijkheid van de studenten zien.
Fritts was hoogst verbaasd dat studenten voor zoiets eenvoudigs naar AI grepen: “Het verbaasde me echt dat ze zo’n ‘weggevertje’ door een LLM lieten genereren.” Het voorval zette ook vraagtekens bij de motivatie van de studenten. “Laten we onszelf niet wijsmaken dat studenten AI gebruiken omdat ze zo enthousiast zijn over de nieuwe technologie… Iedereen zoekt naar manieren om het zichzelf makkelijker te maken,” merkt Fritts op. Toch ziet ze in dat het lastig is om tot een duurzame en doeltreffende oplossing te komen. Een totaalverbod is onrealistisch, omdat veel beleidsmakers de integratie van AI juist aanmoedigen.
Ook de prestigieuze Cambridge University, een van de meest vooraanstaande universiteiten ter wereld, begon zich grote zorgen te maken over het gebruik van AI. Voor het eerst in de geschiedenis van de universiteit heeft Cambridge gevallen van academisch wangedrag met generatieve AI formeel geregistreerd: drie incidenten op een totaal van 49 gevallen van examenfraude in 2023-24. De universiteit introduceerde hiervoor een specifieke AI-fraude categorie en bepaalde dat zelfs gevallen die intern binnen afdelingen worden opgelost, centraal moeten worden gemeld. Ondertussen veegde de faculteit Sociale en Politieke Wetenschappen van Cambridge de online examens van tafel. Eerste- en tweedejaarsstudenten moeten voor sommige examens weer met pen en papier aan de slag, als antwoord op het groeiende gebruik van AI tijdens online examens. In een open brief werd de studenten een spiegel voorgehouden: wie te veel op AI vertrouwt, ontneemt zichzelf de kans om écht iets te leren.
“De universiteit heeft duidelijke regels met betrekking tot het gedrag van studenten en academische integriteit,” benadrukte een woordvoerder van Cambridge. “Werk dat door een AI-platform is gegenereerd, is geen origineel werk van een student en wordt daarmee als een vorm van academische fraude beschouwd.” Maar het bestuur van de universiteit vindt ook dat het belangrijk is om pragmatisch te blijven en dat een totaalverbod op AI niet verstandig is vanwege de alomtegenwoordigheid van de technologie. De verschillende faculteiten hebben hun eigen regels opgesteld over wat ze als acceptabel AI-gebruik zien. De faculteit Engels zegt bijvoorbeeld dat het prima is om AI te gebruiken om een bibliografie op te stellen, terwijl sommige technische opleidingen ChatGPT toestaan voor het structureren van opdrachten, op voorwaarde dat de studenten de gebruikte prompts vermelden.
Pak me dan, als je kan
Met het groeiende AI-gebruik door studenten, investeren universiteiten massaal in software die AI-gegenereerde inhoud moet opsporen.
De opkomst van AI-fraude leidde bij universiteiten tot een voorspelbare reactie: als studenten technologie gebruiken om fraude te plegen, dan kan diezelfde technologie toch ook ingezet worden om hen te betrappen? Bedrijven als Turnitin storten zich gretig in de strijd, met grote beloftes over AI-tools die met algoritmische nauwkeurigheid AI-gegenereerde teksten zouden herkennen. In het voorjaar van 2024 gebruikte 68% van de docenten AI-detectiesoftware. Helaas bleek de software onbetrouwbaar, met verschillende detectors die totaal verschillende resultaten rapporteerden voor exact dezelfde papers. Van een waterdicht systeem was dus geen sprake.
Valse positieven zijn een hardnekkig probleem bij deze detectietools. AI-detectors zijn geneigd om teksten die geschreven zijn door mensen die een andere moedertaal hebben, te markeren als door AI-gegenereerd. En het wordt nog gekker: een passage uit het Bijbelse boek Genesis werd door zo’n detector voor 93% als AI-gegeneerd aangemerkt, terwijl papers van studenten die overduidelijk door AI geschreven waren, met een AI-score van nog geen 20% heel makkelijk door de mazen van het net glipten. Uit analyses blijkt dat studenten detectie kunnen omzeilen met wat kleine aanpassingen, een iets andere formulering of via ‘AI-humanisers’, die speciaal ontworpen zijn om detectors om de tuin te leiden. De Association for Computing Machinery is overduidelijk: “Het betrouwbaar herkennen van de output van generatieve AI ligt buiten de huidige mogelijkheden, en dit zal naar verwachting voorlopig niet veranderen.”
Het gebruik van deze gebrekkige detectors heeft een sfeer van wantrouwen gecreëerd die schadelijk is voor het leerklimaat. Veel onschuldige studenten worden vals beschuldigd van AI-gebruik en moeten dan maar met materiaal dat het tegendeel bewijst op de proppen zien te komen, zoals conceptversies. De échte fraudeurs komen er ondertussen zonder een zweem van verdenking vanaf. Het is niet verwonderlijk dat docenten langzamerhand paranoïde worden: in een onderzoek van het Center for Democracy & Technology uit 2024 gaf de helft van de docenten aan dat ze door AI zo achterdochtig zijn geworden dat ze eigenlijk geen enkel werk van hun studenten nog vertrouwen.
“De grootste zorg over generatieve AI is niet dat het de menselijke intelligentie zou kunnen aantasten, maar dat het dat al heeft gedaan.”
Robert Sternberg, hoogleraar Menselijke Ontwikkeling aan Cornell University
Gaat het hoger onderwijs naar de haaien?
Het voortbestaan van het hoger onderwijs staat op het spel doordat AI de missie van universiteiten ondermijnt.
De groei van AI-fraude leidt tot een ongemakkelijke vraag. Want als studenten AI gebruiken voor hun opdrachten en vervolgens hoge cijfers halen, wat is een universitair diploma dan nog waard? Troy Jollimore, docent ethiek aan de California State University, maakt zich er zorgen over dat universiteiten diploma’s verstrekken aan studenten die “in essentie analfabeet zijn – zowel letterlijk als wat betreft kennis van hun eigen cultuur.” Hij drukt ons ook met de neuzen op het feit dat de arbeidsmarkt straks een toestroom krijgt van afgestudeerden die wel een diploma hebben, maar essentiële vaardigheden op het gebied van schrijven, redeneren en kritisch denken missen.
Het gemak waarmee AI opdrachten op universitair niveau kan uitvoeren, legt de ‘rotte plek’ in de kern van het universiteitsmodel bloot. Het laat zien dat een groot deel van het werk dat van studenten wordt verlangd niet gericht is op diepgaand begrip, maar op het simpelweg afvinken van opdrachten voor een cijfer. Dit ondermijnt waar het hoger onderwijs voor staat: intellectuele ontwikkeling en het leren van vaardigheden. Tegelijkertijd nemen de zorgen over de arbeidsmarkt alleen maar toe. Werkgevers twijfelen steeds vaker of ze wel de juiste mensen aannemen, met afgestudeerden die er op hun cv perfect uitzien, maar er in de praktijk niets van bakken. Een student informatica die dankzij Copilot topcijfers haalde, valt door de mand zodra hij op zijn werk zelfstandig code moet schrijven. Lakshya Jain, docent informatica aan de Universiteit van Californië in Berkeley, waarschuwt studenten dat als ze te veel op AI vertrouwen, ze “eigenlijk niet anders zijn dan een menselijke assistent van een AI… en dat maakt je heel makkelijk vervangbaar.”
Door het denkwerk uit handen te geven aan AI, beroven studenten zichzelf van cruciale vaardigheden en maken ze zichzelf in feite overbodig. Uit onderzoek blijkt dat het aan AI ‘uitbesteden’ van het kritisch denkvermogen verstrekkende cognitieve gevolgen heeft. Het geheugen, het probleemoplossend vermogen en de creativiteit lijden eronder. Meerdere onderzoeken leggen een direct verband tussen intensief AI-gebruik en de achteruitgang van kritisch denken, waarbij het effect bij jongere studenten het sterkst is. Ook onderzoek van Microsoft en Carnegie Mellon wijst in die richting: meer vertrouwen in generatieve AI leidt tot minder mentale inspanning. Robert Sternberg, hoogleraar Menselijke Ontwikkeling aan de Cornell University, windt er geen doekjes om: “De grootste zorg over generatieve AI is niet dat het de menselijke intelligentie zou kunnen aantasten, maar dat het dat al heeft gedaan.”
De terugkeer van het leren in het AI-tijdperk
Hoe behoud je academische integriteit terwijl je de technologische realiteit omarmt?
In plaats van een op voorhand verloren strijd te voeren tegen het gebruik van AI, moeten onderwijsinstellingen goed doordachte oplossingen bedenken die rekening houden met de technologische realiteit en tegelijkertijd de kernwaarden van het onderwijs beschermen. De oplossing begint met het lesgeven in AI, in plaats van tegen AI. Door AI-vaardigheden op te nemen in het onderwijsprogramma kunnen we studenten helpen de mogelijkheden en beperkingen van AI-tools in te zien en verantwoord gebruik stimuleren. Veel studenten zeggen trouwens al dat AI het best werkt als hulpmiddel om dingen te begrijpen, in plaats van als een manier om ‘vals te spelen’. Docenten kunnen hierop inspelen door studenten ChatGPT in de les te laten gebruiken om ideeën of conceptteksten te genereren, en ze deze vervolgens kritisch te laten beoordelen en verbeteren. Zo wordt de technologie minder mysterieus en wordt het gebruik ervan een leerervaring in plaats van verboden terrein.
Het beleid rond academische integriteit moet aangepast worden om bij te blijven met het AI-tijdperk. Er moeten duidelijke regels komen over wat wel en wat niet is toegestaan. Een totaalverbod leidt tot stiekem gebruik, terwijl onbeperkte vrijheid de kwaliteit van het onderwijs ondermijnt. Een goede regel zou kunnen zijn: ‘Het is toegestaan om AI te gebruiken voor vooronderzoek, brainstormen of verbetersuggesties, maar je bent verplicht AI-gegenereerde content te vermelden, en de inhoudelijke ideeën moeten van jezelf blijven.’ Daarnaast moet de toetsing herzien worden en ‘AI-proof’ gemaakt. Docenten moeten opdrachten kritisch bekijken en zich steeds afvragen of ChatGPT er makkelijk voor gebruikt kan worden. Als het antwoord ja is, moet de opdracht worden veranderd. Dat kan met recente of minder bekende onderwerpen die nauwelijks in AI-data te vinden zijn, het verplicht stellen van verwijzingen naar specifieke klassikale discussies of minder bekende literatuur, en met opdrachten die een schriftelijk onderdeel combineren met een mondelinge presentatie of reflectie op het project.
Om sjoemelen tegen te gaan kunnen docenten eisen dat ze het proces achter het product zien. Dit kan betekenen dat ze om meerdere conceptversies vragen of dat van studenten verlangd wordt dat ze tools gebruiken die de revisiegeschiedenis bijhouden. Ook een portfolio, waarbij studenten hun eindwerk vergezellen van aantekeningen, mindmaps en conceptversies, maakt het een stuk lastiger om AI-gegenereerde tekst te kopiëren. Maar het allerbelangrijkste? Het stimuleren van een cultuur van nieuwsgierigheid en doelgerichtheid onder studenten. Als studenten diep van binnen voelen dat in een bepaald onderwerp duiken belangrijk is voor henzelf, zullen ze veel minder snel geneigd zijn het aan AI over te laten. Docenten moeten daarom duidelijk maken wat het nut en de meerwaarde van een bepaalde opdracht is, los van de cijfers. En net zo belangrijk: de lesprogramma’s moeten gemoderniseerd worden, zodat ze beter aansluiten bij de belevingswereld en ambities van studenten.
Conclusie
De ‘AI-fraude-crisis’ in het onderwijs gaat eigenlijk over veel meer dan de fraude zelf. Het gaat over de vraag wat onderwijs nog betekent in een tijdperk waarin technologie al het werk voor ons kan doen. De grootste fout die we nu kunnen maken is verlamd toekijken hoe de academische integriteit afbrokkelt omdat we krampachtig vasthouden aan achterhaalde onderwijsmodellen. De vraag is niet meer óf studenten AI gebruiken; die boot is allang vertrokken. De cruciale vraag is of we de technologische veranderingen kunnen omarmen en iets kunnen creëren dat beter is dan onze oude systemen.
Universiteiten staan voor een tweesprong: irrelevant worden of zichzelf opnieuw uitvinden. Als onderwijs simpelweg neerkomt op het overgieten van kennis en het afvinken van vaardigheden, heeft AI de strijd al gewonnen. Maar als de missie draait om het ontwikkelen van wijsheid, kritisch denkvermogen, creativiteit en persoonlijkheid – dingen die AI (nog) niet kan nabootsen – dan is deze crisis misschien precies wat we nodig hebben om die beloftes waar te maken. Aristoteles begreep het al: echt onderwijs gaat over menselijke groei. AI mag dan veel kunnen, het heeft geen wijsheid of persoonlijkheid. Dat blijft het unieke concurrentievoordeel van de mens. Hoe sneller we dit weer beseffen en ons onderwijs daarop afstemmen, hoe beter we de toekomst met elkaar ingaan.
Share via: