- Wat vinden docenten van generative AI in het onderwijs?
- Zorgen over het gebruik van generative AI door studenten
- Onderwijsinstellingen die al aan de slag gaan met generative AI
Door de komst van de Vierde Industriële Revolutie is technologie inmiddels in de structuur van ons dagelijks leven verweven: van de manier waarop we communiceren tot de manier waarop we werken en meer. Het is dan ook geen verrassing dat deze digitale transformatie, en met name generative AI met zijn vermogen om verhalen, artikelen, muziek, kunst en zelfs softwarecode te produceren, ook zijn stempel drukt op het onderwijs. Maar welke invloed heeft deze technologie eigenlijk op het onderwijsecosysteem? Voor studenten zijn de talloze voordelen vrij duidelijk. Generative AI maakt bijvoorbeeld gepersonaliseerde leerervaringen mogelijk, waarbij de content in realtime wordt aangepast op basis van individuele prestaties en voorkeuren. Worstel je met algebra? Geen probleem, want AI kan je hierin stapsgewijs begeleiden. Moet je voor een opdracht alles weten over renaissancekunst? Ook hiervoor kan AI een zeer relevante les samenstellen die helemaal op jou is afgestemd. Ook docenten hebben baat bij het gebruik van gen-AI, bijvoorbeeld door het als assistent in te zetten. Zo kan generative AI allerlei handige tools bieden, toetsvragen genereren en zelfs verschillende lesmethoden voorstellen, gebaseerd op het niveau of de prestaties van de klas of die van individuele leerlingen. Zoals bij elke nieuwe innovatieve technologie heeft generative AI echter ook zijn minpunten. Een te grote afhankelijkheid van AI zou bijvoorbeeld kunnen leiden tot een afname van de kritische denkvaardigheden onder studenten. Ook de ‘menselijke benadering’ die het onderwijs juist tot een transformerende ervaring maakt, zou in het gedrang kunnen komen. Daarnaast is er een terechte bezorgdheid over dataprivacy, omdat algoritmen voortdurend het gedrag en de prestaties van studenten analyseren. Willen we wel zo intensief gemonitord worden en waar trekken we de grens? In dit artikel kijken we naar de perspectieven van docenten en maken we kennis met onderwijsinstellingen waar ze al met generative AI aan de slag gaan.
Het is duidelijk dat de implementatie van generative AI binnen het onderwijs door docenten overal ter wereld met gemengde gevoelens wordt bekeken, variërend van enthousiasme over de mogelijkheden tot zorgen over de risico’s.
Wat vinden docenten van generative AI in het onderwijs?
In de onderwijssector heeft de komst van AI al een aanzienlijke transformatie teweeggebracht. Zo hebben tools als ChatGPT bijvoorbeeld al veel veranderingen veroorzaakt op het gebied van de betrokkenheidsdynamiek bij studenten. In plaats van aan traditionele methoden vast te houden en de golf van verandering te negeren, is het echter belangrijk om de voordelen ervan te zien en manieren te vinden waarop je het meest effectief met deze veranderingen kunt meeschakelen. De opkomst van AI en ChatGPT biedt een kans om proactief met innovatie aan de slag te gaan en om de adoptie van deze technologieën in het onderwijs serieus te overwegen, in plaats van ze direct af te wijzen. Uit een survey van onderzoeksbureau McCrindle blijkt dat 62 procent van de docenten enthousiast is over het implementeren van AI in hun lesmethoden. Ongeveer 38 procent staat hier terughoudender tegenover. Deze cijfers laten zien dat er over het algemeen wel openheid is en dat men wel wil onderzoeken hoe deze tools het beste kunnen worden ingezet — mits ze het leerproces van de studenten ten goede komen.
In onze zoektocht naar de meest effectieve manieren om technologie in het onderwijs te integreren, is het ook belangrijk dat we de taken van de leraar, de technische middelen en de evaluatiemethoden helder definiëren. Ook moeten we er rekening mee houden dat wanneer we van de gebaande paden afwijken, dit aanvankelijk tot bedenkingen kan leiden. Hoewel docenten dus wel openstaan voor innovatie en verandering, willen zij ook kritisch blijven bij het beoordelen van nieuwe onderwijspraktijken. Ze zijn vaak wat terughoudend over nieuwe ontwikkelingen, wat hun sterke toewijding aan evidence-based onderwijs laat zien. Maar onvoorziene negatieve resultaten zouden hun huidige optimistische standpunt snel kunnen verstoren. De implementatie van generative AI binnen het onderwijs wordt door docenten overal ter wereld dus met gemengde gevoelens bekeken, variërend van enthousiasme over de mogelijkheden tot zorgen over de risico’s. Naarmate de technologie evolueert en steeds meer in onderwijsomgevingen verankerd raakt, zullen ook de verschillende perspectieven veranderen.
Zorgen over het gebruik van generative AI door studenten
Generative AI belooft veel op het gebied van onderwijsinnovatie maar roept ook zorgen op bij docenten, voornamelijk over academische integriteit en de zuiverheid van het onderwijsproces. Het potentiële misbruik door studenten zorgt ervoor dat gen-AI-tools als ChatGPT onder een vergrootglas liggen en zeer kritisch worden beoordeeld. Veel docenten maken zich zorgen dat leerlingen afhankelijk worden van deze tools voor het maken van opdrachten of huiswerk en daardoor niet de essentiële cognitieve en analytische processen doorlopen die voor het uitvoeren van dit soort taken normaliter nodig zijn. Om diezelfde reden zijn in het onderwijs ook bronnen als Google, Wikipedia en YouTube al onder een vergrootglas gelegd. Wat gen-AI echter onderscheidt van deze platforms is het vermogen om content te genereren die mogelijk niet te onderscheiden is van het werk van een student. Het voornaamste probleem is dus dat studenten die (te veel) op door AI gegenereerde content vertrouwen, het iteratieve leerproces missen van het onderzoeken, begrijpen en verwoorden van kennis. De grens tussen zelf echt onderzoek doen en content gewoon reproduceren wordt dus steeds vager.
Wiskunde- en spellingstools leiden wat dat betreft zo mogelijk tot nog meer bezorgdheid. Hoewel ze als hulpmiddel zijn ontworpen, fungeren ze in handen van een student die op zoek is naar ‘shortcuts’ juist als middel om een opdracht te maken zonder zich echt in de materie te verdiepen. Dit stelt docenten voor een serieus vraagstuk: hoe geef je studenten tools om het leren te vergemakkelijken zonder dat je academische oneerlijkheid in de hand werkt? Als potentiële oplossing voor deze uitdaging hebben sommige onderwijsinstellingen besloten studenten de toegang tot ChatGPT te ontzeggen. Docenten kunnen echter nog wel van de technologie gebruikmaken omdat zij — met hun professionele opleiding en verantwoordelijkheid — het inzetten om het onderwijsproces te verbeteren en er minder snel misbruik van zullen maken. Veel docenten zijn echter van mening dat een strikt verbod niet de oplossing is. Deze digital-native generatie studenten, waar technologie met de paplepel is ingegoten, zal ongetwijfeld snel manieren gevonden hebben om dit soort obstakels te omzeilen. Bovendien zou het opleggen van beperkingen de verkeerde boodschap kunnen afgeven, bijvoorbeeld dat technologie inherent schadelijk is voor het leerproces. In plaats daarvan moet juist de nadruk gelegd worden op verantwoord gebruik van de technologie. De essentie ligt dus niet in het beperken of ontzeggen van toegang, maar in het onderwijs zelf. Onderwijsinstellingen moeten zich verdiepen in de subtiele aspecten van deze technologieën.
Het is belangrijk dat docenten leren om op verantwoorde manier van deze tools gebruik te maken en dat ze hun studenten informeren over de ethische implicaties ervan. Een diepgaand begrip van gen-AI en de mogelijkheden ervan kan docenten bovendien helpen door AI geproduceerde content te herkennen, waardoor ze de integriteit van het beoordelingsproces kunnen behouden. Een ander punt dat het overwegen waard is, is het aanpassen van het curriculum. Zo zouden onderwijsinstellingen zich meer kunnen richten op vaardigheden die niet gemakkelijk door AI kunnen worden gerepliceerd, zoals kritisch denken, probleemoplossend vermogen en creatieve expressie. Door de focus te verschuiven — van uit het hoofd leren naar eerder genoemde kerncompetenties — kunnen docenten ervoor zorgen dat studenten een waardevollere academische ervaring hebben. De zorgen rond gen-AI in het onderwijs zijn oprecht en terecht, maar door deze uitdagingen proactief aan te pakken kunnen docenten een toekomst vormgeven waarin technologie en leren harmonieus naast elkaar bestaan en elkaar verrijken.
Onderwijsinstellingen die al aan de slag gaan met generative AI gebruikmaken
Hoewel veel onderwijsinstellingen nog steeds bezig zijn het potentieel van gen-AI te onderzoeken, hebben een aantal deze technologie inmiddels als een kerncomponent van hun onderwijsmethodologieën geïntegreerd — of zetten stappen om dit op korte termijn te doen. Deze instellingen zijn zich ervan bewust dat de strategische implementatie van gen-AI meer kan bieden dan alleen een aanvullend hulpmiddel: het kan het onderwijsproces opnieuw vormgeven. Hier zijn een aantal onderwijsinstellingen die al met gen-AI aan de slag zijn of gaan.
Harvard introduceert Chat-GPT-aangedreven onderwijs
Harvard University, een van de meest vooraanstaande onderwijsinstellingen van Amerika, heeft bij een populaire codeeropleiding al AI geïntegreerd. De universiteit overweegt bovendien een ChatGPT-gestuurde onderwijsassistent aan te stellen voor de CS50-introductieopleiding. Dit is een opleiding die niet alleen op de hoofdcampus van Harvard populair is maar ook op edX, een prominent online onderwijsplatform dat gezamenlijk is ontwikkeld door Harvard en MIT en elk semester ongeveer 1.000 studenten trekt. Volgens professor David Malan, die nauw bij de opleiding betrokken is, past deze beslissing binnen de traditie om de meest recente software in lesprogramma’s op te nemen. Malan vertelt: “Onze hoop is dat we in CS50, door middel van AI, uiteindelijk dichtbij een een-op-een docent-studentverhouding kunnen komen. Dit kan door hen op software gebaseerde tools te geven die het leerproces 24/7 kunnen ondersteunen in een tempo en in een stijl die voor elk individu het beste werkt. Cursuspersoneel experimenteert momenteel met zowel GPT 3.5- als GPT 4-modellen. De cursus bevat altijd nieuwe software, wat betekent dat het implementatie van een AI-docent gewoon de volgende stap is in die traditie”. Professor Malan is optimistisch dat de AI een hoop routinetaken van cursuspersoneel kan overnemen, waardoor ze waardevollere, meer persoonlijke sessies met studenten kunnen hebben. Malan voegt toe: “We maken studenten ook duidelijk dat ze altijd kritisch moeten nadenken als ze bepaalde informatie als input gebruiken, zij het van mensen of van software”. Harvard geeft met deze keuze — de traditionele onderwijsbenadering met geavanceerde AI-tools combineren — een richting aan die de toekomst van het hoger onderwijs zou kunnen vormgeven.
“We staan aan de vooravond van een AI-revolutie. Dit zal een diepgaande impact hebben op de manier waarop we onderwijzen en leren”.
Sunny Thakral, award-winning global teacher 2018
Brighton College in Bangkok integreert AI in zijn klaslokalen
De in Groot-Brittannië gevestigde Sunny Thakral, award-winnende docent van het jaar 2018 en voormalig directeur ICT van The British School in Kathmandu in Nepal, deelt zijn ervaringen met gen-AI en de manieren waarop Brighton College Bangkok is begonnen de technologie in hun klaslokalen te integreren. Thakral zegt: “We staan aan de vooravond van een AI-revolutie. Dit zal een diepgaande impact hebben op de manier waarop we onderwijzen en leren”. De AI-strategie van de school bestaat uit drie principes: de werkdruk van docenten verlichten, de leertrajecten van de studenten individualiseren en de studenten op een symbiotische toekomst met AI voorbereiden. Naast ChatGPT maakt de school ook gebruik van Education Copilot voor baanbrekende AI-gestuurde pedagogiek. Sommige examengerichte klassen hebben ChatGPT geïmplementeerd als een tool om studenten directe interactie te bieden en ervoor te zorgen dat ze onbeperkt toegang hebben tot informatie. Door persoonlijk geschreven essays te vergelijken met door AI gecorrigeerde versies krijgen studenten inzicht in hoe ze beter kunnen leren schrijven. En door gebruik te maken van ChatGPT, vragen te stellen en verduidelijking te zoeken, beginnen zelfs studenten die voorheen moeite hadden met bepaalde lesonderwerpen deze beter te begrijpen. Dankzij Gen-AI-tools kunnen docenten van Brighton College de instructie voor elke leerling personaliseren. Plagiaat is zeker een potentieel probleem, maar de basisoorzaken daarvan — zoals externe (sociale) druk of verwarring bij leerlingen — zijn over het algemeen meer systemisch van aard. Gelukkig heeft de school, zoals veel andere onderwijsinstellingen, protocollen opgesteld om deze problemen aan te pakken. De school biedt ook lessen in onderzoeksmethoden, waarbij de nadruk ligt op origineel denken door middel van technieken als het koppelen van ideeën en voorbereidend schrijven, waardoor studenten meer vertrouwen krijgen in hun eigen schrijfstijl. Docenten van Brighton College integreren AI in hun lessen om voor meer persoonlijke interactie te zorgen en te voorkomen dat studenten te afhankelijk worden van de technologie.
Zuid-Korea implementeert op AI gebaseerde systemen op openbare scholen
Steeds meer scholen in Zuid-Korea implementeren op AI gebaseerde systemen. Volgens een aankondiging van de minister van Onderwijs krijgt elk kind toegang tot een gepersonaliseerde AI-docent en een online leerplatform. Leeropdrachten en huiswerk worden afgestemd op het individuele onderwijsniveau en leergedrag van de leerlingen. Dankzij deze transitie naar op AI gebaseerde systemen kunnen docenten zich meer toeleggen op praktijkgerichte lessen en sociaal-emotioneel contact met de leerlingen. Deze vernieuwingen zijn volgens de minister van Onderwijs essentieel. Mede dankzij de AI-systemen kunnen openbare scholen net zulke verrijkende en gepersonaliseerde onderwijservaringen aanbieden als particuliere instellingen. Ook hoeft hierdoor minder focus gelegd te worden op ‘stampen’ en kennis onthouden. Hij verwacht dat er bovendien een transitie zal plaatsvinden in het beoordelen van studenten — in plaats van traditionele eindexamens te moeten maken kunnen leerlingen nu op hun dagelijkse voortgang beoordeeld worden. De minister heeft bekendgemaakt dat er in 2025 ook digitale AI-boeken op basis- en middelbare scholen zullen worden geïntroduceerd om tegemoet te komen aan de groeiende vraag naar gediversifieerde onderwijscontent. Digitale boeken die met AI zijn geïntegreerd kunnen de opgedane kennis en het begrip van een onderwerp direct beoordelen en het lesmateriaal aan de behoefte van de leerling aanpassen. Bovendien kan AI beoordelen hoe snel een leerling vooruitgang boekt en extra lessen voorstellen voor degenen die extra hulp nodig hebben. Omdat AI in de toekomst op veel banen een enorme impact zal hebben, zijn landen als China en Zuid-Korea van mening dat het belangrijk is om kinderen op jonge leeftijd al met AI-onderwijs te laten starten. Deze aanpak moet ervoor zorgen dat de volgende generatie de vaardigheden bezit die nodig zijn om in de toekomst — die door AI zal worden gedomineerd — mee te kunnen komen en goed voorbereid te zijn om kansen te kunnen grijpen en uitdagingen het hoofd te kunnen bieden.
‘With great power comes great responsibility’, en nu we deze technologische ontwikkelingen steeds meer omarmen is het van essentieel belang dat we ook waakzaam blijven voor de mogelijke valkuilen. Ethische zorgen, zoals dataprivacy en de kans dat AI vooroordelen in stand houdt, moeten dan ook de hoogste prioriteit hebben.
Een laatste overweging
De toenemende implementatie van generative AI in het onderwijs biedt niet alleen geweldige mogelijkheden maar zorgt ook voor uitdagingen. We hebben in dit artikel kunnen lezen dat deze tech conventionele onderwijsmethoden kan hervormen. Zo kan het taken van docenten die ooit urenlang in beslag namen automatiseren en iedere leerling op maat gemaakte support bieden zodat aan de leerbehoeften van elk individu kan worden voldaan. Maar er zijn ook nadelen waar we rekening mee moeten houden. Studenten die bijvoorbeeld teveel afhankelijk zijn van AI ontwikkelen mogelijk geen robuuste vaardigheden op het gebied van kritisch denken. Bovendien kan daardoor de essentie van persoonlijke verbinding in het onderwijs in het gedrang komen. Het voortdurend algoritmisch monitoren van studenten leidt ook tot zorgen over privacy. Hoe brengen we innovatie in balans met privacy en ethiek, en waar trekken we de grens? ‘With great power comes great responsibility’ en nu we deze technologische ontwikkelingen steeds meer omarmen is het van essentieel belang dat we ook waakzaam blijven voor de mogelijke valkuilen. Ethische kwesties als dataprivacy en de kans dat AI vooroordelen in stand houdt moeten dan ook de hoogste prioriteit hebben. Het is aan onderwijsinstellingen om een robuust beleid — en regelmatige trainingssessies — te ontwikkelen om ervoor te zorgen dat docenten geen passieve, maar goed geïnformeerde en kritische gebruikers zijn van AI-tools. Door potentiële problemen in het vizier te houden, kunnen docenten werken aan een toekomst waarin technologie en onderwijs hand in hand gaan en elkaar kunnen aanvullen en versterken.
Share via: