- Waarom sommige landen telefoons op scholen verbieden
- De voordelen van mobiele telefoons in de klas
- Mobiele apps hebben grote impact op het leren van talen
- Nieuwe app van Google helpt leerlingen met leesvaardigheid
- Worden smartphones de norm in het klaslokaal?
Vanaf het moment dat smartphones hun intrede deden is de wereld onherkenbaar veranderd. Nu heeft bijna iedereen het internet als het ware in zijn of haar broekzak en staan we continu met elkaar in verbinding. Smartphones hebben de manier waarop we communiceren, werken en leren volledig getransformeerd. Een schaduwkant hiervan is wel dat miljoenen mensen uit de hele wereld, en met name tieners, verslaafd zijn aan hun mobieltjes, met alle mogelijke nadelige gevolgen van dien. Veel leraren en ouders zijn bijvoorbeeld van mening dat het gebruik van telefoon- of computerschermen voorkomt dat kinderen zich op hun schoolwerk concentreren. Bovendien leidt het in sommige gevallen tot conflicten met de schoolleiding en wordt het overmatige gebruik van smartphones soms zelfs in verband gebracht met psychische problemen, zoals angststoornissen en depressie.
Om deze redenen heeft men in sommige landen besloten het gebruik van mobiele apparaten op scholen volledig te verbieden. Maar omdat we in het digitale tijdperk leven, waarin technologische geletterdheid een belangrijk onderdeel is van de opvoeding van een kind, is het verbieden van mobieltjes misschien niet zo’n goed idee. Smartphone-apps kunnen namelijk zeer effectieve leermiddelen zijn, vooral voor het leren van talen en het verbeteren van de leesvaardigheid – voordelen die we niet over het hoofd mogen zien.
Waarom sommige landen telefoons op scholen verbieden
Frankrijk heeft het gebruik van slimme apparaten op scholen voor leerlingen tot 15 jaar inmiddels verboden. Het VK en ook andere landen overwegen een soortgelijk verbod. De aanleiding voor dit beleid is dat mobiele apparaten het leven van kinderen in toenemende mate domineren. 97 procent van de tieners in Duitsland en 80 procent in Frankrijk heeft een mobiel. De helft van de Amerikaanse tieners zegt non-stop online te zijn.
Uit een onderzoek gepubliceerd in het Journal of Communication Education blijkt dat het verbannen van telefoons ertoe leidt dat leerlingen 62 procent meer aantekeningen maken en meer onthouden van wat docenten tijdens de les uitleggen. Ook hebben onderzoekers van de London School of Economics geconstateerd dat een smartphoneverbod leidt tot hogere scores voor toetsen, vooral bij slecht presterende leerlingen. Tijd doorbrengen op schermen verhoogt het risico dat kinderen depressief worden en angststoornissen ontwikkelen en leidt ook tot afnemende nieuwsgierigheid en minder zelfbeheersing.
Met deze feiten in het achterhoofd is het geen verrassing dat men het gebruik van smartphones op scholen wil verbieden. Maar hoewel zo’n beslissing op de korte termijn een aantal voordelen kan bieden, maak je het hiermee voor leerlingen op de lange termijn onmogelijk om te profiteren van de nieuwste technologieën die hun leerervaring kunnen verbeteren en hen kunnen voorbereiden op de toekomstige arbeidsmarkt.
De voordelen van mobiele telefoons in de klas
Jamie Brooker, mede-oprichter van het game-based leerplatform Kahoot!, zegt dat politici in plaats van smartphones te verbieden onderwijsinstanties moeten helpen om “deze krachtige apparaten juist als belangrijke educatieve hulpmiddelen te zien”. Astrid Natley, een leraar Engels op een middelbare meisjesschool in Lincolnshire, betoogt dat mobiele telefoons van onschatbare waarde zijn omdat ze leerlingen in staat stellen hun werk op te nemen, foto’s te maken, deel te nemen aan groepsenquêtes en de lettergrootte aan te passen als ze bijvoorbeeld leesproblemen hebben. Bovendien kunnen leerlingen dankzij smartphones allerlei informatie opzoeken, profiteren van gepersonaliseerd leren en nieuwe apps en softwaretools testen. Natley voegt eraan toe: “Als we kinderen het gebruik van smartphones ontzeggen, verwerpen we iets waar ze om geven. Telefoons zijn belangrijk voor hen en dat gaat niet veranderen”.
Ook voor ouders is het belangrijk dat hun kinderen toegang hebben tot mobiele telefoons, vooral kinderen met een ernstige medische aandoening. De zoon van Kay Bellwood heeft type 1 diabetes en gebruikt zijn telefoon om zijn bloedglucosespiegel te monitoren. Via zijn smartphone kan hij een SOS-signaal naar zijn ouders sturen als hij ineens een gevaarlijk lage suikerspiegel zou krijgen waardoor hij niet meer in staat is om te lopen of praten. Zoals bovenstaand voorbeeld illustreert is een algemeen smartphoneverbod zeker geen effectieve oplossing voor iedereen. Een betere strategie zou zijn om kinderen op school te leren hoe ze mobiele apparaten op een verantwoorde en gezonde manier moeten gebruiken.
Volgens onderwijsexpert Pasi Sahlberg zou de eerste stap in die richting kunnen zijn dat ouders hun kinderen gaan motiveren de telefoon twee uur voor het slapengaan niet meer te gebruiken. Ook zouden ze kinderen moeten stimuleren om meer tijd buiten door te brengen en meer boeken te lezen. In Finland is één op de acht jongens functioneel analfabeet, omdat steeds minder kinderen voor hun plezier lezen. En aangezien kinderen die online met elkaar communiceren cybertaal, afkortingen en symbolen gebruiken, loopt de algemene schrijfvaardigheid enorm terug. Sahlberg adviseert scholen om juist meer aandacht te besteden aan schrijfvaardigheid en stelt een verantwoord en tijdsgebonden gebruik van smartphones voor. En dan bij voorkeur waarbij ouders en leerkrachten het juiste voorbeeld geven dat kinderen kunnen volgen.
Mobiele apps hebben grote impact op het leren van talen
Als smartphones op verantwoorde manier gebruikt worden, kunnen ze ons helpen met het ontwikkelen van allerlei nieuwe vaardigheden, zoals bijvoorbeeld het leren van een vreemde taal. Dankzij telefoon-apps kan iedereen in zijn of haar eigen tempo leren, wat bij traditionele taalcursussen zelden het geval is. Veel mensen gebruiken smartphone-apps om allerlei praktische redenen. Volgens een onderzoek van onderzoeksbureau CivicScience maakt 25 procent van de respondenten voor het leren van een nieuwe taal gebruik van apps. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat slechts vier procent van de respondenten deze apps gebruikt als een vorm van entertainment. Met deze wetenschap gaan steeds meer bedrijven aan de slag om nog veel innovatievere taal-apps op de markt te brengen.
Een van de meest recente is afkomstig van een team van Microsoft. Zij ontwikkelden Read My World, een app waarmee je je Engelse taalvaardigheid kunt verbeteren. Met de app kunnen gebruikers foto’s maken van objecten om hen heen, en de computer vision technologie zorgt er vervolgens voor dat het object geïdentificeerd wordt en de juiste spelling en uitspraak weergegeven worden. Microsoft ontwikkelt ook woordenschatspellen waarmee je de nieuw geleerde woorden kunt oefenen en daardoor beter onthouden. De app kan worden gebruikt als aanvulling op traditionele, klassikale taallessen maar is ook een goede oplossing voor mensen die geen tijd of geld hebben om taallessen te volgen.
Ook Magiclingua lanceerde in 2019 een innovatieve taal-app – via crowdfundingplatform Kickstarter. De app wordt omschreven als “de eerste taal-app die is ontwikkeld voor je tong, niet voor je duim” en belooft dat de app je helpt om direct allerlei nieuwe talen te leren spreken. De app laat je eerst een videoles bekijken om de grammatica en de principes van de nieuwe taal te begrijpen. In de volgende fase kun je je spreekvaardigheid met een slimme gespreksbot oefenen. De app heeft engelengeduld en omdat gebruikers niet met een echte persoon praten, zullen ze minder snel last hebben van schaamte of zich zorgen maken over wat anderen van hun taalvaardigheden vinden. De laatste stap – zodra de gebruiker het vertrouwen heeft dat hij de taal voldoende beheerst – is een echt gesprek met een native speaker. De app is naar verwachting eind 2019 beschikbaar in de iOS- en Android-appstores.
Net als bij andere innovaties maken sommigen zich zorgen dat dit soort apps de traditionele taallessen uiteindelijk zullen vervangen. Bovendien zet men vraagtekens bij de effectiviteit van deze apps. Om een goed begrip te krijgen van hoe deze apps werken en te bepalen of ze echt zo goed zijn als men beweert, hebben onderzoekers van het Centrum voor Taalstudie van Yale University een onderzoek uitgevoerd onder 117 deelnemers die de commerciële taalleer-app Babbel gebruikten om Spaans te leren. Babbel biedt korte lessen waarbij de focus ligt op dagelijkse gesprekken. Terwijl je spreekt, luistert de app aandachtig om je uitspraak te beoordelen.
Alle deelnemers waren beginners. Nadat ze Babbel drie maanden hadden gebruikt, werd hen gevraagd om online een toets te maken in de categorieën beginners, semi-gevorderden, gevorderden en vergevorderden. Uit het onderzoek bleek dat 79,5 procent van de deelnemers in de beginnerscategorie viel en 20,5 procent had het niveau van semi-gevorderden bereikt. Uit het onderzoek blijkt bovendien dat 91 procent van de deelnemers het leuk vond om de Babbel-app te gebruiken en 75 procent vond dat Babbel hen had geholpen hun doelen te bereiken. Onderzoeker Nelleke Van Deusen-Scholl zegt dat de app goed werk levert en mensen helpt met het bereiken van het basisniveau, maar dat je er daarna wel voor moet zorgen dat je de taal met anderen blijft spreken.
Nieuwe app van Google helpt leerlingen met leesvaardigheid
Om leerlingen met hun taalvaardigheden te helpen, heeft Google de Bolo-app gelanceerd. De app is ontworpen voor basisschoolleerlingen in India en maakt gebruik van spraakherkenning en tekst-naar-spraaktechnologie om leerlingen te helpen hun Hindi en Engelse leesvaardigheid te verbeteren. Bolo bevat 40 verhalen in het Engels en 50 verhalen in het Hindi. De leesassistent Diya in de app luistert naar hoe de leerling voorleest en geeft vervolgens feedback. Diya kan ook verhalen voorlezen en de betekenis van bepaalde woorden uitleggen. Om de leerlingen nog meer te motiveren, geeft Diya hen woordspellen waarmee ze in-app beloningen kunnen verdienen.
Omdat de app offline werkt, is het de perfecte oplossing voor leerlingen die geen toegang hebben tot het internet. Bolo is al in 200 dorpen in de regio Uttar Pradesh getest en is een efficiënt leermiddel gebleken. TechCrunch meldt dat 64 procent van de kinderen die de Bolo-app gebruikten de leesvaardigheid in drie maanden wist te verbeteren.
Worden smartphones de norm in het klaslokaal?
Dankzij technologie is het onderwijs niet langer beperkt tot saaie lessen en droge leerboeken. Leerlingen kunnen tegenwoordig genieten van interactief educatief materiaal dat leren leuk, boeiend en effectiever maakt. Mobiele apps met innovatieve audio-, video- en andere mogelijkheden transformeren de leerervaringen van leerlingen overal ter wereld. Smartphones zorgen ervoor dat het eenvoudiger is om een vreemde taal te leren en vormen bovendien een goede oplossing voor het lerarentekort. Steeds meer bedrijven ontwikkelen naast educatieve smartphone apps ook geavanceerde gadgets en wearables. Het is belangrijk dat docenten toekomstige generaties voorbereiden op een toekomst waarin technologie niet meer weg te denken is. De focus zou moeten zijn op het slim inzetten van technologie, in dit geval voor zelfontwikkeling. Het is de toekomst, en daar kunnen we niet omheen. Sterker nog, smartphones zijn hard op de weg om de norm te worden in het klaslokaal.
Share via: