Hoe zorgen we ervoor dat onze jongeren floreren in een snel veranderende wereld?

Foto van Richard van Hooijdonk
Richard van Hooijdonk
De samenleving verandert in rap tempo, en dat betekent dat ons onderwijssysteem op de schop moet. Om ervoor te zorgen dat jongeren met succes de toekomst in stappen, moeten we nu investeren in innovatief onderwijs.

Samenvatting

In een samenleving die razendsnel verandert, moet het onderwijs mee veranderen. Voor de ontwikkeling van jongeren is het belangrijk dat ze weer plezier in leren krijgen. Dat kan door nieuwe technologieën zoals AI en VR in het klaslokaal te gebruiken. Daarnaast hebben jongeren, in een wereld waarin technologie een steeds grotere rol speelt, gedegen digitale kennis en vaardigheden nodig. Pas dan kunnen ze de toekomst goed voorbereid in stappen. 

  • Uit het driejaarlijkse PISA-onderzoek van 2023 blijkt dat Nederlandse leerlingen extreem laag scoren voor motivatie en digitale geletterdheid.
  • Op alle middelbare scholen in Nederland hebben leerlingen toegang tot computers en het internet; in India is dit percentage slechts 53,9 procent.
  • VR in het onderwijs zal naar verwachting groeien van 17,18 miljard dollar in 2024 naar 65,55 miljard dollar in 2032.
  • Aan de Universiteit Utrecht gebruiken studenten een Mixed Reality bril om 3D-modellen van dieren te bestuderen en klinische procedures te oefenen. Studenten zijn daardoor beter voorbereid op de praktijk en het voorkomt dierenleed doordat er minder proefdieren nodig zijn. 
  • Elders in Arizona gaat een nieuwe basisschool AI inzetten voor de basisvakken, terwijl docenten ‘gidsen’ worden die levenslessen leren. 
  • De Rijksuniversiteit Groningen brengt met het project Generation AI lessen over mediawijsheid en programmeren naar basisscholen.
  • “We moeten met de tijd meegaan, want wat gebeurt er als een jongere volwassen wordt? Ze moeten de wereld in om te werken, en technologie is daar een onlosmakelijk onderdeel van,” zegt Jamie Evans van het Cardiff and Vale College.

Er zijn veel voorbeelden van hoe het onderwijs vooruit wil, maar om technologieën als AI en VR op grote schaal in te voeren, zijn grote investeringen nodig. Ook moeten we ervoor zorgen dat iedereen ervan profiteert, niet alleen prestigieuze scholen in rijke landen. Alle jongeren, ongeacht hun achtergrond, moeten gelijke kansen hebben om mee te kunnen doen op de arbeidsmarkt van de toekomst.

“Onderwijs is ons paspoort voor de toekomst, want morgen is voor de mensen die zich er vandaag op voorbereiden.” Nog altijd snijdt deze uitspraak van Malcolm X hout. We kunnen niet zonder goed onderwijs. Voor de persoonlijke groei en ontwikkeling van kinderen, zodat ze kritische, zelfstandige en empathische wereldburgers worden. Maar ook om ze te helpen mee te komen in een wereld die, vooral op technologisch gebied, in rap tempo aan het veranderen is.

Op onderwijsgebied lopen we vaak nog wat achter. Neem bijvoorbeeld een recent onderzoek van Anthropic, een Amerikaanse startup die zich bezighoudt met veiligheid op het gebied van AI. Daaruit blijkt dat scholen tekortschieten in basiskennis over AI. Voor het onderzoek trainden de onderzoekers AI om antwoorden te geven die niet correct waren. Veel docenten trapten erin, en dat betekent dat ze hun leerlingen blootstellen aan misinformatie en manipulatie door AI. 

Het is scholen en docenten natuurlijk niet kwalijk te nemen dat nog niet alle veranderingen op technologisch gebied, zoals AI, goed bijgebeend worden. De ontwikkelingen gaan nu eenmaal vliegensvlug. Docenten moeten zich nieuwe tools eigen maken, en moeten nadenken op welke manier ze technologie deel uit willen laten maken van de les. Ondertussen krijgen jongeren met alle informatie-overload ook heel wat voor de kiezen. Hoe vinden zij een balans tussen schermtijd en waardevolle offline leermomenten? 

Om ervoor te zorgen dat het onderwijs gelijke tred houdt met de grote technologische veranderingen, is het volgende nodig:

  • scholen moeten innovatieve technologieën op een verantwoorde manier leren gebruiken;
  • docenten moeten geholpen worden zich op dit gebied te ontwikkelen;
  • het kritisch denken en aanpassingsvermogen bij jongeren moet gestimuleerd worden. 

Het gaat erom dat we jonge mensen voorbereiden op een toekomst die zowel onvoorspelbaar is als vol mogelijkheden zit. In dit blog nemen we een kijkje in de snel veranderende wereld van het onderwijs en bespreken we belangrijke technologieën, zoals virtual reality (VR), augmented reality (AR) en AI. We belichten ook de tekortkomingen ervan én hoe ze veilig kunnen worden ingezet om jongeren vooruit te helpen.

Hoe geavanceerd zijn de huidige scholen eigenlijk?

Digitale geletterdheid blijft achter op veel scholen

Laten we eerst eens stilstaan bij het gebruik van digitale middelen op scholen wereldwijd. In Nederland is er geen gebrek aan computers en internettoegang. Op 85 procent van de middelbare scholen is de persoonlijke laptop al niet meer weg te denken, en op 64% van de scholen is een laptop of tablet zelfs verplicht. Toch blijkt uit de resultaten van  een grootschalig internationaal onderzoek (ICILS 2023) onder leerlingen in het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs dat scholieren in Nederland onder het basisniveau scoren van digitale geletterdheid. Maar liefst een op de drie scholieren heeft de basisvaardigheden om een computer te bedienen niet onder de knie. Daarnaast blijken Nederlandse scholieren niet goed te zijn in het beoordelen van de betrouwbaarheid van digitale informatie. En dat terwijl AI-tools, zoals ChatGPT, al wel massaal door scholieren en studenten worden gebruikt. 

In ontwikkelingslanden zien we een meer versnipperd beeld als het gaat om het gebruik van technologie in scholen. Neem Mexico: daar gebruiken scholen het internet maar zelden, al zitten leerlingen er in hun vrije tijd wel de hele tijd op. In India had in 2023-2024 maar 57,2% van de scholen werkende computers en 53,9% toegang tot internet. Terwijl een overgrote meerderheid van de ouders (87% van 3000 ondervraagden) juist vurig pleit voor technologie als hulpmiddel bij het leren én als vak op zich. Het is geen verrassing dat China goed aan de weg timmert. Eind 2020 waren alle basisscholen en middelbare scholen in het land aangesloten op internet. Kinderen en jongeren worden ook volop wegwijs gemaakt in de nieuwste technologieën. In maart 2025 werd AI zelfs verplichte lesstof op alle scholen in Beijing. 

Scholen hebben als taak om jongeren te helpen zich te ontwikkelen, en ervoor te zorgen dat ze mee kunnen komen in een veranderende wereld, met de banen die daar in de toekomst bij horen. Digitale vaardigheden zijn dus onmisbaar. Nét zo belangrijk is het dat leerlingen plezier hebben in leren. Want zonder motivatie loopt de weg natuurlijk dood. Nieuwe technologieën als AI, virtual reality en digitale samenwerkingsplatforms kunnen het leerplezier weer aanwakkeren doordat ze gepersonaliseerd leren mogelijk maken én de toegang tot leermateriaal verbeteren. Laten we die technologieën eens goed bekijken.

Neem plaats in het virtuele klaslokaal

Extended reality-oplossingen, zoals AR en VR, kunnen het vuurtje in leerlingen weer ontsteken

Van de nieuwe technologie die in het moderne klaslokaal opduikt, zullen VR (virtual reality) en AR (augmented reality) jongeren waarschijnlijk het meest aanspreken. Deze technologische snufjes zijn niet alleen een extra hulpmiddel voor docenten, maar kunnen er ook voor zorgen dat leerlingen weer meer betrokken raken bij de les. Uit onderzoek blijkt namelijk dat de motivatie bij leerlingen vanaf de brugklas afneemt. Dat is wereldwijd een trend, maar Nederlandse leerlingen zijn gemiddeld nóg minder gemotiveerd dan leerlingen in andere landen. Volgens de LAKS-monitor van 2024 is maar 37% van de scholieren tevreden over de lessen en toetsen. Ze zijn vooral ontevreden over de mate waarin verschillende vakken op elkaar worden afgestemd en over of wat ze op school leren nuttig is voor als ze van school afgaan. Leerlingen weten vaak niet waarom ze iets moeten leren en voelen zich onvoldoende uitgedaagd. Dit is trouwens niet alleen een probleem in het voortgezet onderwijs. Ook het mbo en hoger onderwijs kampen met onvoldoende gemotiveerde studenten. Het Trimbos-instituut schrijft: ‘Als we het onderwijs nog op dezelfde manier verzorgen als voor corona, heeft het voor sommige studenten weinig zin meer om te komen. Studentgedrag is simpelweg een afgeleide van wat je organiseert. Het is daarom zaak om een duidelijke meerwaarde te creëren (…) en dat betekent: goed nadenken over je onderwijsontwerp.’

De opkomst van AI-technologie, waaronder VR en AR, biedt uitkomst. Met de hyperrealistische virtuele werelden van VR kunnen leerlingen op een levendige en avontuurlijke manier in de lesstof duiken. Zo kunnen ze tijdens de geschiedenisles de verwoestende uitbarsting van de Vesuvius in Pompeji van dichtbij meemaken en daarna snel naar het heden ‘reizen’ voor een virtuele rondleiding door de ruïnes. En tijdens natuurkunde kunnen de enorme afstanden tussen de planeten ervaren worden door in een digitale replica van het zonnestelsel rond te zweven. Het is dan ook geen wonder dat de VR-sector in het onderwijs naar verwachting zal exploderen van 17,18 miljard dollar in 2024 tot 65,55 miljard dollar in 2032.

“[Met VR] kun je je inleven in een dag van een Syrisch meisje in een vluchtelingenkamp, het leven van een blinde of een koe in het slachthuis. Je staat letterlijk in iemand anders schoenen en kan je empathisch inleven in iemand van een ander geslacht, kleur of oorsprong.”

Wijnand IJsselsteijn, Professor Mens-Techniek Interactie aan de TU Eindhoven

Waar VR jongeren mee kan nemen in een andere wereld, is AR een handige tool om inzicht te krijgen in abstracte dingen. Met een speciale bril, of gewoon op je telefoon, leg je er digitale beelden over de echte wereld mee heen. Bij biologie kun je AR bijvoorbeeld gebruiken om de anatomie van dieren te bestuderen. Als je rond het dier loopt, beweegt het hologram mee. Leerlingen krijgen zo inzicht in de dierlijke anatomie zonder door saaie tekst in een leerboek te hoeven bladeren. Voor taallessen kunnen leerlingen AR-apps gebruiken die tekst in realtime vertalen, bijvoorbeeld in een supermarkt, waardoor het actieve leerproces een stuk sneller gaat.

Aan het op grote schaal inzetten van AR en VR zitten trouwens nog wel wat haken en ogen. De hoge kosten voor hardware en software vormen een struikelblok voor scholen en instellingen met een beperkt budget. De ongelijke toegang tot de technologie kan daardoor bestaande ongelijkheden in het onderwijs nog vergroten. Ook wacht er een pittige leercurve voor zowel leraren als leerlingen. Leraren kunnen speciale training nodig hebben om AR en VR goed in hun lessen te gebruiken, en ook dat brengt kosten met zich mee. Los daarvan is het nog maar de vraag in hoeverre elke docent warm loopt voor deze nieuwe technologieën. En, ook niet onbelangrijk: hoe gezond en veilig is het, vooral voor jonge kinderen, om AR en VR langdurig te gebruiken? Denk aan vermoeide ogen, misselijkheid en simpelweg te veel schermtijd.

Pioniers in extended reality onderwijs

Nu we wat uitdagingen op het gebied van AI en VR hebben genoemd, is het tijd om een blik te werpen op onderwijsinstellingen waar deze technologieën al succesvol worden gebruikt. Voor studenten aan de Arizona State University komt het vak biologie bijvoorbeeld tot leven in een fascinerende virtual reality trip. In een intergalactisch wildreservaat ter grootte van een kleine stad, komen ze in contact met wonderlijke levensvormen. Zo proberen ze het mysterie te ontrafelen van waarom er dieren uitsterven. De technologie achter de cursus, ‘Dreamscape Learn’, komt uit Hollywood. De resultaten liegen er niet om: studenten die de cursus volgden haalden veel hogere cijfers voor hun practicum en waren gemotiveerder dan hun medestudenten die de traditionele praktijklessen volgden.

Ook in het basis- en voortgezet onderwijs blijkt VR goed te werken. Dat is natuurlijk geen verrassing, met een doelgroep voor wie het spelen van videogames een tweede natuur is. De Harry Potter-achtige kostschool Reddam House School in Berkshire, Engeland, gebruikt VR-headsets voor interactieve lessen. Leerlingen kunnen zo bijvoorbeeld het hart van een mens van alle kanten bestuderen of met de planeten van het zonnestelsel ‘spelen’. Inmiddels is er ook een ‘Metaverse School’: een exacte digitale replica van het 19e-eeuwse Victoriaans landhuis in Berkshire. Op dit moment gebruiken 84 aangesloten scholen uit 24 landen dit innovatieve onderwijsplatform, met VR-lessen die plaatsvinden tegen de achtergrond van het imposante Britse landhuis.

In Nederland begint VR voorzichtig zijn intrede op scholen te doen. Sinds dit jaar maakt MBO Amersfoort Zorg & Welzijn gebruik van de ‘VR Bieb’, een leerplatform dat zorgprofessionals traint door realistische praktijksituaties na te bootsen met VR. Met de dementie-simulatie, waarbij een VR-bril wordt gedragen, ervaren de studenten hoe het is om met dementie te leven en hoe hun eigen gedrag iemand met dementie beïnvloedt. Volgens de school leren de studenten ‘met 360 graden leren’ de inhoud vier keer sneller dan bij klassikaal onderwijs. Ze zijn ook emotioneel meer betrokken, hebben meer zelfvertrouwen en kunnen zich beter concentreren. 

Wijnand IJsselsteijn, Professor Mens-Techniek Interactie aan de TU Eindhoven, zegt dat de grootste meerwaarde van VR in de klas is dat scholen op deze manier belevingsgericht onderwijs kunnen maken: “Je beleeft de realiteit vanuit de eerste persoon. Je kijkt in alle richtingen en zit er dus – nog meer dan bij een film – middenin. Zo kan je je inleven in een dag van een Syrisch meisje in een vluchtelingenkamp, het leven van een blinde of een koe in het slachthuis. Je staat letterlijk in iemand anders schoenen en kan je empathisch inleven in iemand van een ander geslacht, kleur of oorsprong.” 

VR en AR worden in samenwerking met het bedrijfsleven ingezet voor vakverdieping. Zo gebruikt het Deltion College een VR-module van KLM-XR Center of Excellence voor de opleiding luchtvaartdienstverlener. Via de VR-module van de luchtvaartmaatschappij leren studenten branden te blussen, doorlopen ze veiligheidsprocedures en leren ze te anticiperen op allerlei luchtvaartsituaties. Harriët Leget, adviseur digitale geletterdheid en docentprofessionalisering bij Kennisnet, legt uit: “Simulaties zijn erg nuttig omdat de fouten van de student geen gevolgen hebben. Hierdoor kan de student zonder angst uitproberen wat wel en niet werkt. Zo kan het besturen van een vorkheftruck in een warenhuis of het zetten van een prik in VR worden gesimuleerd. Door handelingen zonder stress in een veilige omgeving te oefenen, voelen ze zich daarna eerder op hun gemak op een stage- of werkplek.” Ook AR is hiervoor nuttig. Een student techniek kan in AR bijvoorbeeld een stuk gereedschap kiezen en vastpakken, om er zo achter te komen wat nodig is om een cv-ketel te repareren.  

Voor medische opleidingen zijn AR en VR de kers op de taart. De Radboud Universiteit in Nijmegen maakt inmiddels veel gebruik van VR om te oefenen met situaties. Voor acute verloskunde is een XR-applicatie ontwikkeld waarmee studenten met een VR-bril op een klinisch scenario (zoals een complicatie na een bevalling) instappen. Nieuw is dat daar game-elementen in verwerkt zitten waarmee ze keuzes moeten maken om de situatie tot een goed einde te brengen. Maakt de student een verkeerde keuze, dan neemt het bloedverlies van de patiënt bijvoorbeeld toe. De applicatie is in samenwerking met studenten ontwikkeld en studenten zeggen dat de VR-training meerwaarde heeft boven een plat scherm omdat je ‘in de situatie wordt gezogen’. 

En aan de Universiteit Utrecht gaan studenten diergeneeskunde aan de slag met Mixed Reality, een mix van VR en AR. Met behulp van een Mixed Reality bril (de HoloLens) kunnen ze de anatomie van 3D-modellen van dieren bestuderen en klinische procedures oefenen. Bij een driedimensionale rat kunnen ze bijvoorbeeld de huid verwijderen om de spieren te bekijken. Elke spier kan ook worden aangetikt om te zien hoe deze heet. Beerend Hierck, Technology Innovator aan de UU, zegt: “Je kunt de 3D-modellen beweeglijk maken en procedures oefenen, zoals het optillen van de staart van een koe en het inbrengen van een naald. De tool meet precies hoe diep je de naald prikt, waar en onder welke hoek. Daarin kun je zien hoe effectief een student de procedure heeft uitgevoerd.” Het scheelt tijd voor de docent en het helpt studenten om beter voorbereid te zijn bij het uitvoeren van procedures op echte dieren. De technologie wordt nog verder ontwikkeld. Want hoewel je de dieren tot op de zenuw kunt zien, kunnen studenten niet voelen. Beerend onderzoekt daarom of met ‘haptische feedback’, 3D-prints en de HoloLens een combinatie kan worden gemaakt van zien en voelen. De virtuele wereld lijkt daarmee bijna op de echte wereld. Ook de maatschappelijke impact is groot: In 2022 werden in Nederland 492.380 proefdieren gebruikt, waarvan 15.000 voor onderwijsdoeleinden. Door de HoloLens te gebruiken zijn er minder proefdieren nodig.

Beter onderwijs met AI

AI biedt onderwijs op maat en kan de werkdruk van docenten verlichten – maar we moeten het ook als vak onderwijzen.

AI-tools zijn inmiddels overal; het is dus niet meer dan logisch dat we ze ook in het onderwijs gebruiken. AI kan lesmateriaal meteen afstemmen op de persoonlijke behoeften van leerlingen. De technologie is ook een uitkomst voor leerlingen met een beperking, zoals blinde en slechtziende leerlingen. Niet alleen via functies als tekst-naar-spraak en spraak-naar-tekst, maar ook op het gebied van beeldbeschrijving. AI kan bijvoorbeeld uitleggen wat er in een grafiek staat. Voor leraren vermindert AI de werkdruk, met allerlei tools en apps om toetsen snel na te kijken, plagiaat op te sporen en lesmateriaal en lessen te maken. AI heeft dus veel te bieden, maar het legt ook een paar pijnpunten bloot: de ongelijkheid in de toegang wereldwijd en het feit dat veel docenten nog niet de technische vaardigheden hebben om AI-tools goed te gebruiken. Daarnaast moeten we ervoor waken dat AI overmatig gebruikt wordt. Dan heeft het een averechts effect doordat leerlingen afhankelijk worden van de technologie en niet veel (denk)werk in opdrachten meer hoeven te steken. De integratie van AI moet dus doordacht en toepassingsgericht zijn. Het is geen pasklare oplossing en mag geen excuus zijn voor leerlingen om hun huiswerk niet zelf te maken.

Koplopers in AI-onderwijs

Gelukkig zijn er  in de praktijk genoeg voorbeelden te vinden van hoe AI zo ingezet kan worden dat leerlingen er nét dat extra zetje mee krijgen om verder te komen. Zo zocht het digitale leerplatform Innova Academy naar een manier om leerlingen onderwijs op maat te geven en vond de oplossing bij MagicSchool AI. MagicSchoolAI is een generatieve AI-assistent die bij onderwijstaken helpt, zoals het samenstellen van gepersonaliseerd lesmateriaal. Deze assistent analyseerde de gegevens van de leerlingen om vervolgens leerlingen die met wiskunde worstelden te helpen. De sleutel? De assistent creëerde wiskundige vraagstukken en afbeeldingen die aansloten bij de interesses van de leerlingen, bijvoorbeeld basketbal, om hun aandacht te vangen en het leerproces te versnellen.

En stel je voor: een collegezaal met meer dan 300 studenten. Hoe houd je iedereen bij de les en beantwoord je al hun vragen? De professoren Joshua Gans en Kevin Bryan van de Rotman School of Management (Universiteit van Toronto) vonden het antwoord in AI. Ze ontwikkelden de tool ‘All Day TA’ (TA staat voor ‘teaching assistant’) die dag en nacht paraat staat om studenten te helpen met vragen over de lesstof. In 12 weken beantwoordde de AI al meer dan 12.000 vragen. Het systeem gaf niet alleen direct antwoord, maar bood ook een veilige omgeving voor studenten om vragen te stellen waar ze anders misschien te beschroomd voor zouden zijn. Het begon als een experiment, maar inmiddels wordt All Day TA al door 100 universiteiten en hogescholen gebruikt. “Met directe en juiste antwoorden die uitsluitend gebaseerd zijn op door docenten goedgekeurde stof, bieden we niet alleen gemak, maar verbeteren we ook echt de leerervaring”, aldus Bryan.

“Met directe en juiste antwoorden die uitsluitend gebaseerd zijn op door docenten goedgekeurde stof, bieden we niet alleen gemak, maar verbeteren we ook echt de leerervaring.”

Professor Kevin Bryan, bedenker van All Day TA

In Arizona broeit iets wat nóg baanbrekender is: de online openbare school Unbound Academy, die in het najaar van 2025 van start gaat, plaatst AI centraal in het onderwijs. Op deze school, voor kinderen van 9 tot 14 jaar, zijn leraren enkel nog ‘gidsen’. De geavanceerde AI-systemen van de school passen zich aan het niveau van de individuele leerlingen aan. Ze brengen de moeilijkheidsgraad omhoog als de kennis en vaardigheden van de leerling goed zijn, en maken de methode wat makkelijker als een leerling iets niet snapt. Het idee is volledig gepersonaliseerd onderwijs: een leerling uit groep 7 kan dan bijvoorbeeld op het niveau van de brugklas gaan lezen, terwijl ze met rekenen begint op het niveau van groep 5.

AI neemt de lessen de eerste twee uur van de dag voor zijn rekening, met wat hulp van de begeleiders. Daarna nemen de leraren het weer over en geven ze workshops waarin de leerlingen ‘praktische ervaringen’ opdoen, zoals spreken in het openbaar en omgaan met geld. MacKenzie Price, een van de oprichters van de school, legt uit dat het werken met algoritmes geschikter is voor meer specifieke lesstof. Maar ze kunnen niet alles overnemen. “Je kunt de mens niet uit het klaslokaal halen. Die verbinding is essentieel”, zegt ze. “Maar wat we wel kunnen doen, is een beter leermodel bieden. In plaats van dat een leraar meer dan twintig verschillende leerlingen moet zien te bereiken die allemaal op een totaal verschillend niveau zitten, wat in traditionele leermodellen onmogelijk is, zorgen we ervoor dat leraren kunnen doen waar ze echt goed in zijn: contact maken met leerlingen.”

AI als vak

We hebben hierboven veel voorbeelden gezien van hoe AI gebruikt wordt als hulp bij het leren. Maar AI is meer dan alleen een leermiddel: het is een vakgebied op zich. Omdat AI een steeds grotere rol in de wereld gaat spelen is het belangrijk dat jonge kinderen er al vertrouwd mee raken. De Nederlandse overheid heeft daarom in 2024 kerndoelen voor digitale geletterdheid in het basis- en voortgezet onderwijs opgesteld. Die worden nu op verschillende scholen getest. Het gaat dan om praktische vaardigheden, bijvoorbeeld leren programmeren, maar ook om het mediawijs maken van kinderen: Is Wikipedia een betrouwbare bron? Wat deel je online met je vrienden en de wereld? Wat is fake news en wat is echt? 

Al eerder, in 2020 (vóór de grote doorbraak van AI), startte de Rijksuniversiteit Groningen met het project Generation AI. Om de kinderen van nu – de allereerste AI-generatie – te helpen kritische consumenten te worden van kunstmatige intelligentie. Met een praktisch lespakket voor basisscholen. Meester Bas Hummel noemt het een laagdrempelig en krachtig programma: “Kinderen leren door dit project heel goed hoe zo’n systeem eigenlijk functioneert. Dit doen ze door middel van zelf te ontdekken, zelf te maken. In plaats van alleen maar consument te zijn, worden ze door Generation AI ook producent.” Meester Bas gebruikt het bijvoorbeeld voor computationeel denken, dat om  probleemoplossend vermogen en algoritmisch denken draait. Hij laat ze daarvoor een robot – de M-bot – programmeren. “Een programma moet zo logisch en eenvoudig mogelijk worden gemaakt, anders begrijpt een computer of robot niet wat er moet gebeuren. Leerlingen worden op deze manier gedwongen om kritisch naar hun eigen werk te kijken. Maken ze een fout, dan moeten ze deze herstellen.” 

Ook meester Jeroen Flantua geeft les in programmeren op basisscholen. Hij ziet dat kinderen die normaal moeite hebben met concentratie, zich wel kunnen concentreren tijdens het programmeren. Ook kinderen met een taalachterstand komen dan opeens goed mee. “Dat maakt ze trots. Zo draagt programmeren bij aan het zelfvertrouwen.” Hij vindt dat het vak op de Pabo gegeven moet worden: “Betere leermethodes voor digitale geletterdheid zijn broodnodig. Kinderen zijn niet dom. Ze hebben al lang gehoord dat ChatGPT in een handomdraai een spreekbeurt kan schrijven. Verbieden is geen oplossing, het onderwijs loopt daarop achter. Benader het positief: Wat kan je met AI doen? Neem ze daarin mee én benoem de gevaren. Wat is waar en wat niet?”

Door de snelle technologische ontwikkelingen is het traditionele lesprogramma al lang niet toereikend meer. Het maakt niet uit wat een kind later wil worden, of het nu dokter, rechercheur of atleet is, voor zijn of haar toekomstige baan zijn vaardigheden op het gebied van AI simpelweg onmisbaar.

“Je kunt de mens niet uit het klaslokaal halen. Die verbinding is essentieel. Maar wat we wel kunnen doen, is een beter leermodel bieden.”

MacKenzie Price, co-founder of Unbound Academy

Het nieuwe digitale leerplatform

Om jongeren klaar te stomen voor een toekomst boordevol geavanceerde technologie, kunnen digitale leerplatformen niet zonder tools als AI en extended reality.

Digitale leerplatformen, ook wel ‘online leeromgevingen’ genoemd, zijn al meer dan tien jaar niet meer weg te denken uit het onderwijs, van middelbare scholen tot universiteiten, en winnen alleen maar aan terrein. Je kunt er cursussen en informatie vinden en met docenten of medestudenten praten. Ze hebben een revolutie in het onderwijs teweeggebracht door leren op elk moment en overal mogelijk te maken. 
Nu is er een nieuwe revolutie aangebroken, maar dit keer binnen de digitale leerplatformen, door de komst van VR, AR en AI. Het is daarom onvermijdelijk dat deze platformen alleen maar aan belang gaan winnen. Trouwens, volgens een rapport van Educause Review geeft al 72% van de studenten de voorkeur aan online leren, wat de trend naar digitaal nog eens onderstreept. Laten we eens kijken naar hoe deze technologieën digitale leerplatformen veranderen en welke koplopers er al mee bezig zijn.

Digitale leerplatformen met AI

De voordelen van AI-integratie in een modern digitaal leerplatform springen zo in het oog: personalisatie, naadloze aanpassing en altijd beschikbaar. Een van de meest gebruikte leerplatformen met grondige AI-integratie is Century, dat door meer dan 60% van de universiteiten in Engeland wordt ingezet. Century brengt de belangrijkste voordelen van AI samen in één platform. Docenten profiteren van geautomatiseerd nakijkwerk, data-analyse en het opsporen van kennishiaten, terwijl studenten op basis van hun individuele leerprofielen onderwijs op maat krijgen. 

Studenten, die natuurlijk nog weleens tot in de vroege uurtjes willen blokken, kunnen ook dag en nacht op chatbot-ondersteuning rekenen. Uit een recente enquête blijkt dat er veel enthousiasme is voor de AI-integratie, vooral onder studenten die online onderwijs volgen. Op de vraag: ‘Zijn je studieprestaties door Century beter geworden?’, gaven de studenten gemiddeld het indrukwekkende cijfer 4,56 (5 was het maximum). De vraag of het platform ze heeft geholpen om meer zelfvertrouwen te krijgen, scoorde gemiddeld een 4,5. En 92% van de studenten gaf aan tijdens het leren veel aan de AI-tools van het platform te hebben.

VR- en AR-integratie in digitale leerplatformen

De integratie van VR en AR in digitale leerplatformen staat nog in de kinderschoenen. Hoewel er al leerplatformen in de metaverse zijn, zijn dit vaak losse aanvullingen op een centraal platform en zijn ze niet goed geïntegreerd. Toch zijn sommige van deze ‘eilandjes’ verrassend goed uitgerust. Metaverse Learning bijvoorbeeld, een van de populairste AR- en VR-leerplatformen van dit moment, wordt al ingezet door verschillende toonaangevende technische onderwijsinstellingen. Het in Wales gevestigde Cardiff and Vale College (CAVC) – een grote mbo in het Verenigd Koninkrijk – gebruikt het Metaverse Learning-platform om jonge studenten voor te bereiden op de snel veranderende toekomst. De mbo wil studenten niet alleen kennis bijbrengen, maar ook de digitale vaardigheden die voor de banen van de toekomst nodig zijn. Het gebruik van AR en VR werkt bovendien als een magneet om jongeren die nog op de middelbare school zitten naar de onderwijsinstelling te trekken.

Het CAVC zet het Metaverse Learning platform op grote schaal in, ook voor opleidingen in de gezondheidszorg en maatschappelijk werk. Zowel medewerkers als studenten zijn enthousiast over het leren met VR. De school zegt dat het gebruik van VR-brillen ervoor zorgt dat studenten meer betrokken bij de lesstof zijn en praktische vaardigheden beter aanleren. “We moeten met de tijd meegaan, want wat gebeurt er als een jongere volwassen wordt? Ze moeten de wereld in om te werken, en technologie is daar een onlosmakelijk onderdeel van”, zegt Jamie Evans, adjunct-directeur gezondheidszorg en welzijn bij CVAC. “Dankzij de metaverse zijn leerlingen enthousiast  om naar school te komen […] Het haalt de druk weg van het lesgeven in een klaslokaal, waar ze voor hun klasgenoten moeten presteren.”

“We moeten met de tijd meegaan, want wat gebeurt er als een jongere volwassen wordt? Ze moeten de wereld in om te werken, en technologie is daar een onlosmakelijk onderdeel van.”

Jamie Evans, adjunct-directeur gezondheidszorg en welzijn, Cardiff and Vale College

De verre toekomst van het onderwijs

In de toekomst kijkend, heeft technologie het onderwijs zo veranderd dat het amper nog te herkennen is.

We hebben je in dit artikel meegenomen door de wereld van het onderwijs, waarin extended reality en AI steeds belangrijker worden. Door deze innovatieve technologieën op grote schaal te gebruiken en in bestaande digitale leerplatformen op te nemen, bereiden we jongeren voor op de toekomst waarin ze moeten kunnen inspelen op snelle veranderingen. En hoe verder we in de toekomst gaan, hoe ingrijpender de veranderingen in onze samenleving zullen zijn. Onderwijsinstellingen moeten daarom blijven investeren in de toekomst van hun studenten en de nieuwste ontwikkelingen scherp in de gaten houden.

Als we voorspellen dat hersenchips tot die ontwikkelingen gaan horen, schrik je misschien wel een beetje. Heel begrijpelijk trouwens, want hoewel bedrijven als Neuralink al ver zijn gekomen met het testen van hersenimplantaten bij mensen met ernstige lichamelijke beperkingen, is er meer dan eens iets misgegaan en bevindt de technologie zich nog in een pril stadium van ontwikkeling. Laten we toch eens in de denkbeeldige tijdscapsule stappen en in 2050 van boord gaan. De kans is groot dat die problemen dan allang tot het verleden behoren. We kunnen ervan uitgaan dat hersenchips in 2050 niet alleen een belangrijk onderdeel van ons leven zijn, maar ook heel normaal zijn geworden als hulpmiddel in het onderwijs én voor levenslang leren.

En op een dag in die toekomst zullen onze hersenen en AI verstrengeld raken. Met een hersenchip kun je informatie veel sneller verwerken en onthouden. Daardoor kun je meer leren, en dat betekent dat scholen hun leerlingen meer kunnen uitdagen. Digitale leerplatformen zouden zelfs een directe verbinding met de hersenchips van studenten kunnen aangaan. Kwantum-AI analyseert dan de cognitieve leerstijlen van een student en past de lesmethoden daarop aan. Mocht je de uitdaging compleet uit het leren willen halen, dan is het goed mogelijk dat we in de toekomst hele kennisbestanden direct naar onze hersenen kunnen downloaden. Vaardigheden waar we nu jaren over doen om ze ons eigen te maken, zoals programmeren of een muziekinstrument bespelen, kunnen dan ineens binnen een dag worden geleerd. 

En terwijl je in het klaslokaal van de toekomst zit, je brein gepimpt met een chip voor super-leren, zou het zomaar eens kunnen dat de docent die voor je zit niet van vlees en bloed is, maar een hologram. Een holografische docent is simpelweg een virtuele versie van je docent, die met holografische technologie in een ruimte wordt geprojecteerd. Het voordeel daarvan is dat de docent op meerdere plekken tegelijk kan zijn. Ze kan in een collegezaal staan en zichzelf naar honderd andere collegezalen in de wereld beamen. 

Holografische technologie klink misschien nog als verre toekomstmuziek, maar in tegenstelling tot hersenchips worden er al grote vorderingen mee geboekt. In 2024 experimenteerde de  Universiteit van Loughborough in Engeland als eerste universiteit in Europa met de technologie. Sportwetenschappers van de Amerikaanse technische universiteit MIT werden ermee naar de campus ‘geflitst’ om modestudenten te leren hoe ze immersieve shows kunnen maken. Directeur Vicki Locke vertelde aan The Guardian dat studenten de technologie grandioos vinden en het ze veel meer bij de lesstof betrekt dan videoconferentie. Apps zoals Zoom geven studenten “het gevoel dat ze tv kijken […] er is een afstand. Een holografisch beeld is voor hen veel boeiender en realistischer.” De technologie, die gebaseerd is op de holografische boxoplossing van Proto, wordt eind 2025 officieel in het curriculum van de universiteit opgenomen.

Conclusie

Welke conclusie kunnen we uit het bovenstaande trekken? Het razendsnelle tempo van technologische innovatie biedt zowel prachtige kansen als serieuze uitdagingen voor het onderwijs. Wat inmiddels zonneklaar is: het gebruik van geavanceerde hulpmiddelen zoals AI en extended reality in klaslokalen en digitale leeromgevingen is niet meer alleen een leuk extraatje, maar een noodzakelijke stap. Deze technologieën kunnen de neerwaartse spiraal van desinteresse bij leerlingen doorbreken, ongekende niveaus van personalisatie mogelijk maken en studenten uitrusten met de vaardigheden die in een steeds meer door technologie gedreven wereld nodig zijn. Tegelijkertijd is het belangrijk dat deze technologieën ook als vak worden onderwezen. Je kunt AI niet zomaar invoeren zonder leerlingen er duidelijke handvatten over te geven, zodat ze er ook echt hun voordeel mee kunnen doen. 

Een andere uitdaging is dat het heel veel geld kost om de technologie op grote schaal in te voeren. Dit maakt het extra moeilijk voor ontwikkelingslanden, waar digitale basiskennis al een luxe is. Laten we hen achter, dan groeien de wereldwijde verschillen nog meer. 

In dit artikel hebben we tal van voorbeelden gegeven van grote stappen die al zijn gezet om het onderwijs de toekomst in te brengen. Van AI-onderwijsassistenten tot VR-brillen: het is overduidelijk dat er volop wordt gewerkt aan nieuwe leervormen. En de toekomst belooft nog veel meer, met hersenchips, holografische docenten en kwantum-AI… Het doel blijft echter hetzelfde: jongeren voorbereiden op een wereld vol veranderingen door ze de kennis en vaardigheden te geven waarmee ze kunnen floreren. Als we nieuwe technologieën zorgvuldig inzetten, kunnen we ervoor zorgen dat onderwijs een voedingsbodem blijft voor persoonlijke groei en wereldwijde innovatie.

Share via
Copy link