- Culturele competentie en emotionele intelligentie zijn niet alleen leuk om te hebben – het zijn essentiële vaardigheden
- Scholen in Texas en Hawaï gebruiken VR om empathisch vermogen te verbeteren
- Stanford experimenteert met VR om racisme te bestrijden
Het onderwijs draait steeds minder om alleen wiskunde, natuurwetenschappen en talen. Zoals toekomstgerichte docenten weten, heeft men in de toekomst steeds meer (cultureel) flexibele, emotioneel intelligente werknemers nodig. Die trend is nu al voelbaar: de banen die de afgelopen twintig jaar het meest zijn gegroeid, of we nu kijken naar de lonen of de vooruitzichten voor de werkgelegenheid, vragen ter aanvulling op andere talenten om vrij geavanceerde interpersoonlijke vaardigheden.
Culturele competentie en emotionele intelligentie zijn niet alleen leuk om te hebben – het zijn essentiële vaardigheden
Dat komt omdat de zakelijke wereld steeds minder grenzen kent – de digitale connectiviteit maakt het mogelijk om overal ter wereld talent te vinden. Culturele competentie en emotionele intelligentie zijn niet alleen mooie eigenschappen – het zijn essentiële vaardigheden, vooral als je team bestaat uit mensen uit Nigeria, China, Italië en Canada. En nu achterhaalde hiërarchieën blijven afbrokkelen, werken steeds meer mensen met en in kleine, flexibele teams van gelijken, die – afhankelijk van de taak – van autoriteit kunnen veranderen. Om zonder titel te kunnen leiden, moeten mensen hun interpersoonlijke vaardigheden flink aangescherpt hebben. Marsha Rideout, toelatingsdirecteur bij Synapse, een school die actief is op het gebied van emotionele intelligentie, legt uit: “Een baan krijgen doe je met IQ, maar met EQ behoud je hem”.
Aan de spits van het onderwijs zien we al diverse innovatieve benaderingen om kinderen en jongvolwassenen te helpen de belangrijkste componenten van emotionele intelligentie – zoals empathie, compassie en begrip – te ontwikkelen en te verfijnen.
Wat zowel docenten als onderzoekers hebben ontdekt, is dat virtual reality (VR) daar een ideaal instrument voor is. Kinderen zijn van nature niet empathisch – dit zijn vaardigheden die aangeleerd en geoefend moeten worden. Omdat VR een meeslepende ervaring kan creëren, is deze technologie voor SEL van onschatbare waarde. VR kan gebruikt worden om jonge leerlingen te helpen emoties te voelen, leren om te gaan met complexe situaties en zich te verplaatsen in de situatie van een ander.
Scholen in Texas en Hawaï gebruiken VR om empathisch vermogen te verbeteren
Op de Chisholm Trail Middle School in Texas krijgen leerlingen tijdens de Engelse lessen van Chris Caldwell niet alleen literatuur. Om de gruwelijkheden van de Holocaust beter te kunnen begrijpen, laat Caldwell hen bijvoorbeeld The Boy in the Striped Pyjamas lezen of het toneelstuk Anne Frank. Vroeger konden zijn leerlingen gemakkelijk afstand nemen van het leed dat door deze werken in beeld gebracht wordt. Maar nu geeft Caldwell hen VR-brillen, waardoor ze als het ware ondergedompeld worden in het Europa ten tijde van de 2e Wereldoorlog. Hoewel ze de VR-beleving aanvankelijk als ‘leuk’ ervaren, verandert dat al snel. Caldwell zegt: “De realiteit van de verschrikkingen wordt ineens veel intenser. Nu is het niet meer zo eenvoudig om afstand te nemen van het lijden van anderen”.
Dit soort empathie en compassie is niet alleen goed voor het bedrijfsleven maar ook voor de samenleving. Helaas komt het maar al te vaak voor dat mensen zich niet kunnen verplaatsen in de situatie van een ander. De rijke studenten aan Hawaï’s Mid-Pacific Institute krijgen een VR-tour van het leven van een dakloze – iets waar ze bijna niets over weten. Het idee, verklaart Brian Grantham, directeur van onderwijstechnologie van Mid-Pacific, is om deze bevoorrechte kinderen beter inzicht te geven in hoe het is als je wereld, vaak zonder dat je daar schuld aan hebt, in elkaar stort. Het doel is om het perspectief van de studenten te verbreden en hen te helpen begrijpen wat anderen voelen en meemaken. Dit helpt de studenten hun empathisch vermogen te ontwikkelen. De aanpak lijkt goed te werken.
Stanford experimenteert met VR om racisme te bestrijden
(Subtiele) vooroordelen kunnen productieve relaties ondermijnen, maar in een steeds multicultureler wordende samenleving is het juist belangrijk om verschillen te respecteren en waarderen. Amerikaanse komiek, satiricus en acteur Dave Chappelle heeft ooit gezegd: “Als er een bril bestond waarmee je kon zien hoe anderen de wereld beleven, dan zou dat waarschijnlijk f—-g angstaanjagend zijn”. Dankzij VR kunnen we nu met eigen ogen zien hoe iemand aan de andere kant van de ‘kleurlijn’ – een man of vrouw met een andere etnische achtergrond – zijn of haar wereld beleeft. William Edward Burghardt Du Bois, de meest vooraanstaande Afro-Amerikaanse mensenrechtenactivist en academicus van de eerste helft van de 20e eeuw, noemt deze kleurlijn de sluier die wit en zwart scheidt.
Om een idee te krijgen van de pijn die racisme veroorzaakt, om de realiteit van het leven van een gekleurde persoon te begrijpen, heeft de Universiteit van Stanford, de thuisbasis van het Virtual Human Interaction Lab, samengewerkt met het Brown Institute for Media Innovation om een meeslepende ervaring te creëren van alledaags racisme. Tijdens deze virtuele belevenis, die 1000 Cut Journey wordt genoemd, kruip je in de huid van iemand die de hele dag geconfronteerd wordt met racisme. De journey biedt de mogelijkheid om je eigen lichaam fysiek te ervaren met verschillende huidskleuren (of leeftijden en geslachten) en inzicht te krijgen in je (onbewuste) vooroordelen ten opzichte van andere raciale groepen. Het doel van 1000 Cut Journey is om empathisch vermogen te verbeteren en de psychologische veranderingen te bestuderen die dit soort immersieve ervaringen kunnen veroorzaken.
Virtual reality is een innovatief en effectief instrument dat ingezet kan worden voor emotioneel leren. Met deze technologie kunnen we onze kinderen voorbereiden op de toekomst van het werk en bovendien helpen om een rechtvaardigere samenleving te creëren.
Share via: